Verleden tijd - was/were

Verleden tijd - Was/Were
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Verleden tijd - Was/Were

Slide 1 - Diapositive

Wat moet je kunnen aan het einde van de les?
  • Je kan de verleden tijd van am, are & is benoemen.

  • Je kan de verleden tijd van am, are & is toepassen in een zin.

  • Je kan vragende- en ontkennende zinnen maken met de verleden tijd vorm van am, are & is

Slide 2 - Diapositive

To be
'To be' heeft drie vormen in de tegenwoordige tijd:
  1. am
  2. are
  3. is
'To be' heeft twee vormen in de verleden tijd:
  1. was
  2. were

Slide 3 - Diapositive

Sleep de personen naar de correcte vorm van 'to be'.
am
are
is
I
you
he
she
it
we
they
James and Julia
James
Julia

Slide 4 - Question de remorquage

Was/Were
'Was' gebruik je bij de volgende personen:
I - he - she - it

'Were' gebruik je bij de volgende personen:
You - we - they

Slide 5 - Diapositive

Voorbeelden
I am funny.
I was funny.
She is always happy.
She was always happy.
You are cute.
You were cute.
The car is brand new.
The car was brand new.
They are in love.
They were in love.

Slide 6 - Diapositive

Let me think. Yeah, he ... there yesterday.
A
is
B
are
C
was
D
were

Slide 7 - Quiz

John and Evy ... really sad when the tv broke.
A
is
B
are
C
was
D
were

Slide 8 - Quiz

Do you remember him? He ... that funny guy at the party last week.
A
is
B
are
C
was
D
were

Slide 9 - Quiz

Samenvatting

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Lien