7.1 Alles werkt samen

Welkom
Voorstellen
Regels doornemen/ plattegrond.
Programma
Start
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Voorstellen
Regels doornemen/ plattegrond.
Programma
Start

Slide 1 - Diapositive

Hoe werk je aan je leerdoelen?
  • Uitleg volgen
  • Zelfstandig boek doorlezen en vragen werkboek maken + nakijken
  • Korte samenvatting per paragraaf maken
  • Test jezelf en oefentoetsen maken

Slide 2 - Diapositive

7.1 Alles werkt samen 

Slide 3 - Diapositive

Na de les beheersen de leerlingen de volgende leerdoelen:

- Waaruit het lichaam is opgebouwd.
- Hoe verschillende weefsels samenwerken
-Wat orgaanstelsels zijn en hoe die samenwerken.
- Hoe de cellen van je lichaam aan energie komen.
-Hoe de hoeveelheid suiker in je bloed geregeld wordt.
-Wat glucagon en Insuline is en wat hun taak is.

Slide 4 - Diapositive

Weet je het nog?
Wat is de goede volgorde van klein naar groot?
A
cel < weefsel < organisme < organenstelsel < orgaan
B
cel < weefsel < orgaan < organenstelsel < organisme
C
cel < orgaan < weefsel < organenstelsel < organisme
D
cel < orgaan < organenstelsel < weefsel < organisme

Slide 5 - Quiz

Zorg dat je lichaam afvalstoffen kwijtraakt
Maakt voedsel zo klein dat de voedingsstoffen in het bloed kunnen worden opgenomen
Laat alle organen werken en samenwerken
Neemt zuurstof op en geeft koolstofdioxide af
Vervoert voedingsstoffen, zuurstof en andere stoffen
Verteringsstelsel
Bloedvatenstelsel
Uitscheidingsstelsel
Zenuwstelsel
Ademhalingsstelsel

Slide 6 - Question de remorquage

Ademhalingsstelsel
Verteringsstelsel
Bloedvatenstelsel
Zuurstof in het lichaam brengen
Stoffen naar alle organen brengen
Voedingsstoffen kleiner maken tot glucose

Slide 7 - Question de remorquage

Orgaanstelsels
Welke organen horen bij welk orgaanstelsel? 
Samen met je buurman 4 min overleggen en opschrijven.

Slide 8 - Diapositive

Samenwerking orgaanstelsels
Hoe werken je ademhalingsstelsel, verteringsstelsel, spierstelsel, en uitscheidingsstelsel samen?

Slide 9 - Diapositive

Wat is verbranding?
  • voor verbranding heb je brandstoffen en zuurstof nodig 
  • door verbranding komt energie vrij
  • bij verbranding ontstaan verbrandingsproducten
     

Slide 10 - Diapositive

Verbranding bij organismen
Ieder levend organisme doet altijd aan verbranding!
Verbranding is niet altijd even hoog; als je beweegt verbrand je meer/sneller
Verbranding schematisch

Slide 11 - Diapositive

Welk orgaanstelsel is verantwoordelijk voor welke stof of actie?
wordt ver-voerd naar de cellen
daardoor kun je bewegen

ademhalingsstelsel: inademen

ademhalingsstelsel: uitademen

spierstelsel

verteringsstelsel

uitscheidingsstelsel

bloedvatenstelsel

Slide 12 - Question de remorquage

Wat is de juiste formule van de verbranding van glucose:
A
glucose + CO2 + energie --> zuurstof + water
B
glucose + zuurstof + energie --> CO2 + water
C
glucose + CO2 --> zuurstof + water + energie
D
glucose + zuurstof --> CO2 + water + energie

Slide 13 - Quiz

Opdrachten maken 
Maak opdracht 1 t/m 11 van par. 7.1

Slide 14 - Diapositive

Suikerhuishouding les 2
Glucose, Insuline
Glycogeen, Glucagon
Adrenaline

Slide 15 - Diapositive

Welk orgaanstelsel is verantwoordelijk voor welke stof of actie?
wordt ver-voerd naar de cellen
daardoor kun je bewegen

ademhalingsstelsel: inademen

ademhalingsstelsel: uitademen

spierstelsel

verteringsstelsel

uitscheidingsstelsel

bloedvatenstelsel

Slide 16 - Question de remorquage

Wat is de juiste formule van de verbranding van glucose:
A
glucose + CO2 + energie --> zuurstof + water
B
glucose + zuurstof + energie --> CO2 + water
C
glucose + CO2 --> zuurstof + water + energie
D
glucose + zuurstof --> CO2 + water + energie

Slide 17 - Quiz

Van welke twee orgaanstelsels zijn delen in de buikholte getekend?
A
van het uitscheidingsstelsel en van het verteringsstelsel
B
van het uitscheidingsstelsel en van het voortplantingsstelsel
C
van het verteringsstelsel en van het voortplantingsstelsel
D
van het ademhalingsstelsel en van het voortplantingsstelsel

Slide 18 - Quiz


1. Welke functie hoort bij welk orgaanstelsel?
a. Dit orgaanstelsel vervoert stoffen zoals voedingsstoffen, zuurstof en koolstofdioxide?
b. Dit orgaanstelsel laat je organen (samen)werken?  
A
a. ademhalingsstelsel b. bloedvatenstelsel
B
a. ademhalingsstelsel b. zenuwstelsel
C
a. bloedvatenstelsel b. zenuwstelsel
D
a. uitscheidingsstelsel b. zenuwstelsel

Slide 19 - Quiz

Na de les beheersen de leerlingen de volgende leerdoelen:

- Waaruit het lichaam is opgebouwd.
- Hoe verschillende weefsels samenwerken
-Wat orgaanstelsels zijn en hoe die samenwerken.
- Hoe de cellen van je lichaam aan energie komen.
-Hoe de hoeveelheid suiker in je bloed geregeld wordt.
-Wat glucagon en Insuline is en wat hun taak is.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Teveel glucose
Van glucose naar glycogeen is er Insuline nodig

Slide 24 - Diapositive

Te weinig glucose
Van Glycogeen naar glucose is glucagon nodig 

Slide 25 - Diapositive

Suikerziekte
Diabetes 

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Glucose is te ....
Glucose is te ....
hoog
laag

Slide 28 - Question de remorquage

Alvleesklier maakt ....
Alvleesklier maakt ....
insuline
glucagon

Slide 29 - Question de remorquage

Er is naast het hormoon glucagon nog een manier waarop je glucosegehalte weer kan stijgen. Welke manier?
A
de bijnieren maken het hormoon glucine
B
de bijnieren maken het hormoon adrenaline
C
de eilandjes van Langerhans (op de alvleesklier) maken het hormoon glucine
D
de eilandjes van Langerhans (op de alvleesklier) maken het hormoon adrenaline

Slide 30 - Quiz

De examenvraag van vandaag
De suikers die bij de afbraak van zetmeel ontstaan, worden vanuit de dunne darm door het bloed naar de lever gevoerd.
In de lever worden deze suikers omgezet in glycogeen en daarna opgeslagen.

Waar in het lichaam wordt nog meer veel glycogeen opgeslagen?
A. in de botten
B. in de spieren
C. onder de huid

Slide 31 - Diapositive

Opdrachten maken 
Maak opdracht 12 t/m 20 van par. 7.1

Slide 32 - Diapositive

Hoe was het ook al weer?
Alvleesklier maakt ....
Alvleesklier maakt ....
insuline
glucagon

Slide 33 - Question de remorquage