Leerdoelen 7.1

Leerdoelen 7.1 Alles werkt samen
Beantwoordt de vragen eerst voor jezelf zonder dat je naar de multiple choice antwoorden hebt gekeken. 
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen 7.1 Alles werkt samen
Beantwoordt de vragen eerst voor jezelf zonder dat je naar de multiple choice antwoorden hebt gekeken. 

Slide 1 - Diapositive

 Leerdoelen 7.1
• Je kunt de opbouw van het lichaam van een organisme beschrijven in orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen.
• Je kunt uitleggen hoe orgaanstelsels samenwerken, zodat je cellen altijd genoeg zuurstof en glucose voor de verbranding hebben.
• Je kunt uitleggen hoe je lichaam de hoeveelheid glucose in je bloed regelt.
• Je kunt uitleggen wat suikerziekte is en waardoor deze ziekte ontstaat.

Slide 2 - Diapositive

Van klein
naar groot:
A
orgaan, organisme, orgaanstelsel, weefsel, cel
B
organisme, orgaanstelsel, orgaan, weefsel, cel
C
cel, weefsel, orgaan, orgaanstelsel, organisme
D
cel, orgaan, weefsel, orgaanstelsel, organisme

Slide 3 - Quiz

In je lichaam werken verschillende onderdelen samen. Je kunt ze indelen van groot naar klein. Zet de onderdelen in de juiste volgorde. Begin bij het grootste onderdeel.
1. Hart
2. Hartspierweefsel
3. Hartspiercel
4. Mens
5. Bloedvatenstelsel

Slide 4 - Question ouverte

Hoe noem je een groep cellen met dezelfde vorm en functie?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is een orgaan?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is een orgaanstelsel?

Slide 7 - Question ouverte

Welke orgaanstelsels zie je op de afbeelding hiernaast?

Slide 8 - Question ouverte

weefsel
weefsel
weefsel
weefsel
weefsel
orgaanstelsel

orgaanstelsel

cel
cel
cel
cel
cel
orgaan
orgaan
orgaan
orgaan
organisme
organisme

Slide 9 - Question de remorquage

Vul het proces van verbranding in. 
->
Glucose
Zuurstof
Energie
Koolstofdioxide
Water

Slide 10 - Question de remorquage

Tekst
Tekst
Uitscheidingsorganen
Tekst
Koolstofdioxide en water
medicijnen
alcohol
afvalstoffen
Zouten
water
Water, zouten, overtollige vitaminen, afvalstoffen
Longen
Nieren
Huid
Lever

Slide 11 - Question de remorquage

Welke orgaanstelsels spelen een rol bij verbranding?
wordt ver-voerd naar de cellen
daardoor kun je bewegen

ademhalingsstelsel: inademen

ademhalingsstelsel: uitademen

spierstelsel

verteringsstelsel

uitscheidingsstelsel

bloedvatenstelsel

Slide 12 - Question de remorquage

Waaruit bestaat glycogeen?
A
Uit glucose moleculen
B
Uit vetmoleculen
C
Uit eiwitmoleculen
D
Uit mineralen

Slide 13 - Quiz

Welk hormoon zet glycogeen om in glucose?
A
Insuline
B
Glycolyse
C
Glucagon
D
Progesteron

Slide 14 - Quiz

In welk orgaan worden de hormonen gemaakt die het glucosegehalte van je bloed regelen?
A
lever
B
spieren
C
alvleesklier
D
milt

Slide 15 - Quiz

Teveel aan glucose in je bloed wordt opgeslagen in de vorm van glycogeen. Waar in je lichaam wordt glycogeen opgeslagen?
A
spieren en huid
B
spieren en lever
C
lever en huid
D
alleen in de lever

Slide 16 - Quiz

Welk hormoon maakt glucose vrij uit glycogeen?
A
Testosteron
B
Glucagon
C
Insuline
D
Oestrogeen

Slide 17 - Quiz

Glucose -> Glycogeen
Glycogeen -> Glucose
Insuline
Glucagon

Slide 18 - Question de remorquage

Glucose is te ....
Glucose is te ....
hoog
laag

Slide 19 - Question de remorquage

Alvleesklier maakt ....
Alvleesklier maakt ....
insuline
glucagon

Slide 20 - Question de remorquage

Wat is een ander woord voor suikerziekte?
A
Hyperventilatie
B
Diabetes
C
Epilepsie

Slide 21 - Quiz

Welk orgaan functioneert niet zo goed bij suikerziekte?
A
Lever
B
Dunne darm
C
Alvleesklier
D
Galblaas

Slide 22 - Quiz

Bij diabetes maken de eilandjes van Langerhans te weinig van een bepaald hormoon.
Van welk hormoon?
A
glucagon
B
insuline

Slide 23 - Quiz

Wat is waar bij diabetes type 1?
A
De alvleesklier maakt geen insuline aan
B
Er wordt nog wel insuline gemaakt maar lichaam is ongevoelig
C
het is ouderdomsdiabetes
D
Er wordt alleen nog maar insuline gemaakt als ze suiker eten

Slide 24 - Quiz

Welk hormoon kan zijn werk niet goed doen bij iemand met suikerziekte?
A
glycogeen
B
insuline
C
glucagon
D
adrenaline

Slide 25 - Quiz

Bij suikerziekte is het glucosegehalte van het bloed te hoog. Waar in het bloed bevindt de voedingsstof glucose zich vooral?
A
In de bloedplaatjes
B
In de rode bloedcellen
C
In de witte bloedcellen
D
In het bloedplasma

Slide 26 - Quiz

Wanneer iemand suikerziekte heeft, zit er glucose in de urine. Waardoor komt dit?
A
Het lichaam probeert glucose te 'lozen'
B
concentratie in bloed zo hoog: te weinig filtering
C
normaal wordt suiker opgeslagen, dat kan nu niet
D
A, B en C zijn goed

Slide 27 - Quiz


Juna zegt: Bij diabetes type 1 maakt je lichaam zelf geen insuline aan.
Tigo zegt: Bij diabetes type 2 heb je wel insuline maar dit werkt niet meer in je lichaam.
Wie heeft er gelijk?
A
Juna
B
Tigo
C
Juna & Tigo
D
Geen van beiden

Slide 28 - Quiz

insuline
glucagon
stimuleert cellen om meer glucose op te nemen
bloedsuikerspiegel stijgt
bloedsuikerspiegel daalt
hoge glucoseconcentratie
lage glucoseconcentratie

Slide 29 - Question de remorquage

Heb je de leerdoelen behaald?
Heb je veel vragen fout? Dan maak je de opdrachten die bij de leerdoelenkaart zit. 

Slide 30 - Diapositive