Evolutie 5H 10.4 Stamboom van het leven

                                              De evolutietheorie gaat uit van:

1. variatie in        .................. 

2.      ......................             selectie

3. het       .....................           van nieuwe soorten en    ..........................       van soorten
Bij evolutie speelt ook  de     ..................................   in het genotype bij een soort een rol.
                        In elk soort komen in het genotype  ................................     verschillen voor. 

Soms is zo'n verschil handig om te ................................ 

ontstaan

natuurlijke

overleven

verandering

verdwijnen

genotype

toevallige
1 / 19
suivant
Slide 1: Question de remorquage
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

                                              De evolutietheorie gaat uit van:

1. variatie in        .................. 

2.      ......................             selectie

3. het       .....................           van nieuwe soorten en    ..........................       van soorten
Bij evolutie speelt ook  de     ..................................   in het genotype bij een soort een rol.
                        In elk soort komen in het genotype  ................................     verschillen voor. 

Soms is zo'n verschil handig om te ................................ 

ontstaan

natuurlijke

overleven

verandering

verdwijnen

genotype

toevallige

Slide 1 - Question de remorquage

  • biodiversiteit:



= soortenrijkdom

bij grote veranderingen (droogte, temperatuurstijging) zijn er soorten (of binnen een soort, individuen) die dit overleven

daardoor is natuur beter bestand tegen tegenslagen

Slide 2 - Diapositive

Natuurnetwerk Nederland (NNN)
Voorheen heette dit de Ecologische hoofdstructuur. Het doel hiervan is om versnippering tegen te gaan (ontsnippering) door een netwerk van grote en kleine natuurgebieden te creëren om natuurgebieden (en hun waarde) te behouden. Het bestaat uit 3 onderdelen:
  • Grote natuurterreinen/gebieden
  • Natuurontwikkelingsgebieden
  • Verbindingszones om deze gebieden te verbinden
In totaal is het het NNN op het land 750.000 hectare (1,5 miljoen voetbalvelden) groot. Daarnaast behoort ook 6 miljoen hectare aan zeeën, meren en rivieren bij het netwerk.

Ook op Europees niveau is er een netwerk van beschermde gebieden: Natura2000. Deze omvat zowel de gebieden als de soorten die beschermd worden.

Slide 3 - Diapositive

Hoe kan NNN helpen om de biodiversiteit in Nederland te vergroten?

Slide 4 - Question ouverte

Nog vragen over 10.3?

Slide 5 - Diapositive

10.4 Stamboom van het leven

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Wat heb je onthouden
van dit filmpje?

Slide 8 - Carte mentale

Endosymbiose theorie

Slide 9 - Diapositive

Wat zijn argumenten voor de endosymbiose theorie?
A
Mitochondriën en chloroplasten hebben eigen DNA
B
Mitochondriën en chloroplasten delen zoals bacteriën.
C
Mitochondriën en chloroplasten hebben bacterieel DNA
D
Mitochondriën en chloroplasten delen niet.

Slide 10 - Quiz

Homologe / Analoge organen
Homoloog: organen met dezelfde bouw 
(maar misschien wel een andere functie)
Analoog: organen met dezelfde functie (maar niet dezelfde bouw)

Slide 11 - Diapositive


A
Homoloog
B
Analoog
C
Rudimentair

Slide 12 - Quiz


A
Homoloog
B
Analoog
C
Rudimentair

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Stambomen

Slide 15 - Diapositive

Met welke soort vertoont soort 2 de meeste verwantschap?
A
1
B
3
C
4
D
7

Slide 16 - Quiz

Nog vragen over 10.4?

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk ....
Lezen 10.4
Maken opdracht 1 tm 13 + 14a

Morgen laatste vragen en voorbereiden SE. Na de vakantie herhaling hoofdstukken Havo 4.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien