6.1 Optellen en aftrekken met negatieve getallen deel 2

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom bij wiskunde!

 

Camera aan en microfoon uit?

Ga naar lessonup.app en voer de code van lessonup in

Wat gaan we deze les doen?

• Even herhalen: Rekenen met negatieve getallen
• Nieuwe lesstof:  aftrekken met negatieve getallen en tegengestelde getallen
• Quizen
• Huiswerk

Even herhalen!

Herhalen

Als je optelt ga je stapjes naar .............. op de  getallenlijn. 

Als je aftrekt ga je stapjes naar ............. op de getallenlijn

Een + en een - in een som wordt ............

Voorbeelden

-3 + 2 = 

2 - 2 = 

-2 + - 2  =

3 + - 2 =

-1 + 4 =

1. -5
2. 3
3. 2
4. 0

+ en - in een som wordt....

1. +
2. =
3. -
4. >

8 + -3 =

1. 11
2. 5
3. -5
4. 6

We gaan nu verder met paragraaf 6.1 

Na de les weet je:

- Hoe je moet aftrekken met negatieve getallen

- Wat tegengestelde getallen zijn

Let goed op bij de uitleg, deze duurt maximaal 10 minuten. 

Soms stel ik een vraag, zet dan je microfoon aan!

Aantekening in je wiskundeschrift

Hoofdstuk 6.1

+ - is hetzelfde als -

- - is hetzelfde als +

Samen oefenen

-2 - -2  wordt:                                       het antwoord is:

2 - - 1 wordt:                                          het antwoord is:

- 2 - - 6 wordt:                                      het antwoord is:

3 + - 2 wordt:                                        het antwoord is:

-1 + -1 wordt:                                         het antwoord is:

Wie kan een voorbeeld van een tegenstelling noemen?

Noem het tegengestelde getal

-2                                                          

5 

1 

-3 

-5 

300

-20

-750

80

0

We gaan quizen!

7 + - 4 =

1. 3
2. 11
3. -3
4. -11

7 - - 4 =

1. 3
2. 11
3. -3
4. -11

Het tegengestelde getal van -20 is

GOED GEOEFEND!!!!

Nu eventjes evalueren :)

Aan het einde van deze les. weet je ..

... Hoe je moet aftrekken met negatieve getallen

...  Wat tegengestelde getallen zijn

Ik weet hoe ik moet aftrekken met negatieve getallen (voorbeeld: ik weet dat 8 - - 3 = 11)

1. Ja
2. Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
3. Nee, ik heb nog wat hulp nodig.
4. Nee, ik snap er eigenlijk nog niets van.

Ik weet wat wat tegengestelde getallen zijn (voorbeeld: ik weet dat 300 het tegengestelde getal van -300 is)

1. Ja
2. Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
3. Nee, ik heb nog wat hulp nodig.
4. Nee, ik snap er eigenlijk nog niets van.

Aan de slag!

- Paragraaf: 6.1, Sommen 16, 20, 22, 23, 24, 28

- Maak de sommen digitaal:  Magister>leermiddelen>wiskunde getal en ruimte>kies locatie ZS>kies je klas Mag-K1B>ga naar planning > Klik op 6.1 optellen en aftrekken met negatieve getallen DEEL 2. 

Wat niet af is, is huiswerk voor morgen

Fijne dag!!