les 12 6.1 Optellen en aftrekken met negatieve getallen deel 2

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

• Zit je op je plek?
  
• Jas is uit, telefoon in 't  Zakkie
• Map/schrift, potlood en pen op tafel 
• Leerboek en werkboek deel 2,
• LB open op blz 14
• Huiswerk open op tafel (opgave 13, 16 en 17)
• Wisbordje & stift!

Kauwgom uit!

Welkom Zm1B

Wat zijn de schoolregels?…

• Let op het bord wat je moet doen. De timer geeft aan hoe lang je de tijd hebt om de opdracht op het bord (startklaar, instructie, opgaves maken) in orde te hebben
• Als het stil moet zijn,  tel ik van 5 seconden af.  Dit doe ik ook als we met iets nieuws starten. Bij 0 moet het stil zijn en is je aandacht bij mij (help je buurman/buurvrouw). 
• Wie niet klaar & stil is (of aan het kletsen is tijdens uitleg of zelfstandig werken) :

• Naam op het bord
• 2de streepje achter je naam? * erbij en nablijven
• 3de keer? Uit de les

Planning van de les

Welke lesstof in toets periode 2 

Herhalen: rekenen met negatieve getallen 

Nieuwe lesstof: 

§6.1 getallenlijn met negatieve getallen, optellen en aftrekken deel 2

oefenen

Terugblik op de les

Nieuw huiswerk in je agenda schrijven

5 min

10  min

15 min

2 min

2 min

Even herhalen!

Wisbordjes

Je krijgt zo een stelling of een vraag te zien. Schrijf je antwoord op je wisbordje.

Let op! Laat je antwoord pas zien nadat wij hebben afgeteld.

Bij plus + ga je stapjes naar........op de getallenlijn

1. rechts
2. links

Bij min - ga je stapjes naar....op de getallenlijn

1. links
2. rechts

-2 - 2 =

1. 3
2. 0
3. -4
4. 4

-4 + 1 =

1. -5
2. 3
3. -3
4. 5

-1 + 4 =

1. -5
2. 3
3. 2
4. 0

0 - 5 =

1. 5
2. 0
3. -5
4. -0

+ - achter elkaar in een opgave wordt....

1. +
2. =
3. -
4. >

8 + -3 =
schrijf ook je tussenstap op!!

1. 11
2. 5
3. -5
4. 6

5 + -6 =
schrijf ook je tussenstap op!!

1. 11
2. -11
3. -1
4. 1

Welk teken? Neem de opgave over!
-3 ..... -4

1. <
2. >
3. =

Welk teken? Neem de opgave over!
-16,3 ...... -16,31

1. <
2. >
3. =

Welk teken? Neem de opgave over!
-2 ...... 2

1. <
2. >
3. =

Welk teken? Neem de opgave over!
-234 ...... 0,001

1. <
2. >
3. =

Welk teken? Neem de opgave over!
6,25 ...... 6

​4​​1​​

1. <
2. >
3. =

• Wat heb je altijd nodig voor de lessen
• Boek en werkboek deel 2 (we gaan namelijk hoofdstuk 6 behandelen) + je wiskundeschrift met ruitjes en een pen. 
• Belangrijke afspraken

• Bij binnenkomst zeg je netjes gedrag en zit je volgens de plattegrond.
• Eerst spullen op de tafel, daarna .... 
• Heb je een vraag, een probleem of wil je ergens antwoord op geven? Super goed!! Maar natuurlijk wel eerst met je vinger in de lucht. 
• Gaat er iets niet goed? Dan praten we er meteen elkaar over om het te verbeteren. Natuurlijk gebruiken we daar alleen nette woorden voor :)

Belangrijk!!

Wisbordjes

Gebruik je alleen voor wiskunde :)

Schrijf bij alle vragen je berekening/ tussenstap op

Vraag 1: In Parijs is het 9 °C. In Rotterdam -6 °C. Wat is het temperatuurverschil? 

Vraag 2: 

Herhalen vorige week

Huiswerk bespreken

Huiswerk bespreken

Denk eraan:

Vragen beantwoorden, super goed!!!

Maar wel eerst je vinger in de lucht!

Leerdoelen

Hoofdstuk 

§6.1 optellen en aftrekken van negatieve getallen

Aan het einde van de les...

.... Kan je met negatieve getallen optellen en aftrekken

.... Weet je dat -- hetzelfde is als + 

.... Weet je wat tegengestelde getallen zijn

Uitleg aftrekken met negatieve getallen

Instap

Instap

Theorie

Theorie

Even herhalen!

Aftrekken met negatieve getallen

Staat er een - en een - naast elkaar dan  wordt het een +

dus 

3 - - 2 = 

(- - wordt + )

3 + 2 = 5

Hoe schrijf je dat op voor alle punten op je toets?!

Opgave	Tussenstap en eindantwoord
9--3=	9+3 = 12
-9--3 =	-9+3 = -6
15--16 =	15 + 16 = 31

Samen oefenen

-2 - -2  wordt:                                       het antwoord is:

2 - - 1 wordt:                                          het antwoord is:

- 2 - - 6 wordt:                                      het antwoord is:

3 + - 2 wordt:                                        het antwoord is:

-1 + -1 wordt:                                         het antwoord is:

Wie kan een voorbeeld van een tegenstelling noemen?

Noem het tegengestelde getal

-2                                                          

5 

1 

-3 

-5 

300

-20

-750

80

0

Aan de slag blz 16

Opgave 21, 23, 28

Vanaf blz 16 LB

Moeilijk? Lees de theorie op blz  14 en 17 of stel een vraag. 

Leerdoelencheck

Hoofdstuk 

§6.1 optellen en aftrekken van negatieve getallen

Aan het einde van de les...

.... Kan je met negatieve getallen optellen en aftrekken

.... Weet je dat -- hetzelfde is als + 

.... Weet je wat tegengestelde getallen zijn

Hoe is de les verlopen?

Huiswerk wis

Dinsdag 20 december lesuur 8

Paragraaf §6.1 boek deel 2

Maken: H6: Opgave 21, 23, 28 vanaf blz 16 LB 

Mee: ruitjespapier in map, geodriehoek, potlood, wisbordje

(en natuurlijk je Zakkie, pen, LB & WB deel 2, JdW-map)

 

Klaarmaken voor de mini-toets

Ruim al je spullen op. Op tafel alleen een pen. 

Wisbordjes schoonmaken en inleveren. 

Mini-toets

Schrijf je berekening/ tussenstap op!