Masterclass voeding - Les 1 - Eetgewoonten en smaken

Welkom! 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom! 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat verwacht je van deze masterclass?
En waar hoop je op?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions



  • lesdoelen
  • kennismaken met smaken
  • uitleg praktische opdracht
  • aan de slag met opdracht
  • checken lesdoelen
Wat gaan we doen?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Aan het einde van deze les heb je kennisgemaakt met verschillende
     smaken. 
  • Aan het einde van deze les heb je samen nagedacht over een recept
     voor een maaltijd die aan verschillende eisen moet voldoen.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





Even polsen...
A
Ik ben vegetariër.
B
Ik eet veganistisch.
C
Ik eet halal/koosjer of geen rund i.v.m. mijn geloof.
D
Ik eet biologisch.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Smaken
Smaakontwikkeling...waarom is smaak belangrijk?

Slide 6 - Diapositive

Een aangename smaak en reuk zijn een belangrijke motivatie om te eten. Storingen in de smaak belemmeren daarom gemakkelijk de inname van voedsel, met als gevolg dat u de voedingsmiddelen die klachten geven, gaat vermijden en uw voeding eenzijdig wordt. Dit heeft weer gevolgen voor uw voedingstoestand en uw lichamelijke conditie.
Kennismaken met smaken
1. Zoet: suiker
2. Zout: zout
3. Zuur: citroensap
4. Bitter: pure chocolade
5. Umami: vetsin

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bieslook
Munt
Rozemarijn
Tijm
Basilicum
Salie
Koriander

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Praktische opdracht
We hebben in totaal drie lessen. 

Les 1: verdelen van de taken, bepalen recept deel 1
Les 2: bepalen recept deel 2, berekenen hoeveelheden
           en maken boodschappenlijstje 
Les 3: klaarmaken recept

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Praktische opdracht
Je werkt in een groepje van vier/vijf personen. Ieder groepje gaat een salade maken en deze salade moet aan een aantal eisen voldoen:

- de salade bevat als basis een groene bladsoort. Ieder groepje een andere bladsoort;
- de salade bevat naast de basis een ingrediënt waardoor de salade iets meer body krijgt;
- de salade bevat verschillende smaken, zoet wordt bijvoorbeeld gecombineerd met iets zuurs;
- de salade bevat verschillende structuren, dus er wordt zowel iets zachts als iets knapperigs toegevoegd;
- de salade bevat een creatieve dressing;
- de salade is bedoeld voor vier personen.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Vandaag:
- maken groepjes;
- samenwerken in Google Docs;
- aanwijzen en doorgeven chef-kok;
- research doen naar goede opties.


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even terug naar de lesdoelen
En...zat er een voor jou nieuwe smaak tussen?

Wat is de status bij het uitvoeren van de praktische opdracht?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





Deze les vond ik:
A
leuk
B
niet leuk

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Samen onderzoeken we onze eetgewoonten, maar ook die van onze omgeving. We hebben het over veranderingen in de smaakperceptie en gaan vervolgens aan de hand van een budget een maaltijd samenstellen door de juiste hoeveelheden te berekenen en een bijpassende boodschappenlijst te maken.

...kun je een eenvoudige maaltijd voor jezelf bereiden en daarbij hygiënisch werken. 
...kun je uitleggen hoe je rekening houdt met anderen die een speciaal dieet (moeten) volgen.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De gewoontes bij jou thuis
Thuis heb je vaak bepaalde eetgewoonten met elkaar. Beschrijf in een paar zinnen een eetgewoonte bij jullie thuis. Hierbij kun je denken aan iets wat jullie op een vast moment eten of bij bepaalde gelegenheden. Of eten jullie bijvoorbeeld op een bepaalde dag van de week altijd hetzelfde?
timer
2:00

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkblad 'Eetgewoonten'
1. Waarmee heb je gisteren ontbeten?
Schrijf de producten én de hoeveelheden op. Noteer alle producten die je at en dronk tijdens het ontbijt, denk aan margarine, beleg, yoghurt, fruit, thee, etc.

2. Hoe zag jouw lunch eruit?
Schrijf opnieuw alles op.

3. Wat at en dronk je bij het avondeten?
Zorg opnieuw voor een compleet overzicht.

4. Wat at en dronk je tussendoor? 
Tussendoor = alles tussen de maaltijden door, dus tijdens schoolpauzes, 
bij thuiskomst, voor het eten en na het eten, etc. 
timer
12:00

Slide 16 - Diapositive

Zou je iets aan je eetgewoontes willen aanpassen?
Eetgewoonten
ge·woon·te (de; v; meervoud: gewoonten, gewoontes)
algemeen aangenomen gebruik: eetgewoonten, koopgewoonten, leefgewoonten
persoonlijk aangewende handeling: een vaste gewoonte; tegen zijn gewoonte; de macht der gewoonte het feit dat je geneigd bent iets steeds op dezelfde, vertrouwde manier te doen
Classroom:
jszbdhc

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Praktische opdracht
In deze les heb je onder andere geleerd welke informatie je terug kunt vinden op etiketten. Als je weet waar je op moet letten, kennen voedingsmiddelen geen geheimen meer voor je. Dat gaan we in deze opdracht even testen.

Kies thuis twee producten uit die verpakt zijn en een etiket hebben, bijvoorbeeld een product uit de koelkast (zoals melk of halvarine) en een product uit de voorraadkast (zoals rijst of pindakaas).

Beantwoord over elk product de volgende vragen. Geef het ook aan als je de vraag niet kunt beantwoorden omdat het niet op het etiket staat:

1. Wat is de naam van het product?

2. Welke ingrediënten zitten erin? Staan er heel veel ingrediënten genoemd, noteer dan de eerste drie.

3. Hoeveel kcal zit er in 100 gram van het product?

4. Wat is de houdbaarheidsdatum van het product? Kun je het na die datum nog opeten?

5. Waar moet je het product bewaren?

6. Hoeveel gram zit er in de verpakking?

7. Hoe groot is een portie?

8. Staat er een keurmerk op het product? Zo ja, wat betekent dit keurmerk?

9. Staat er een claim op het product? Zo ja, welke?

10. Wat valt je nog meer op aan dit product?

Noteer alle antwoorden in een Word-document. Upload die onderaan deze pagina.
                     

Slide 18 - Diapositive

Opdracht 2a en b.