K3 Unit 1 - England: The NW - Recap

1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Vertaal het volgende woord:
angle

Slide 4 - Question ouverte

Vertaal het volgende woord:
lijst (voor schilderij)

Slide 5 - Question ouverte

Vertaal het volgende woord:
brightness

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal het volgende woord:
rental agreement

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal het volgende woord:
Op de achtergrond.

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Vertaal de volgende zin:
Die vrouw op het schilderij is aan het dansen in een veld.

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal de volgende zin:
Ik zal u terugbellen als ik een keuze gemaakt heb.

Slide 11 - Question ouverte

Vertaal de volgende zin:
Your house will be ready for you at 3 p.m.

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Present continuous of Present simple?

She always laughs at my jokes.
A
Present continuous
B
Present simple

Slide 17 - Quiz

Present continuous of Present simple?

They are laughing at the moment
A
Present continuous
B
Present simple

Slide 18 - Quiz

Present continuous of Present simple?

Is Julia laughing at the moment?
A
Present continuous
B
Present simple

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Kies het juiste versterkende woord:

The dragon’s breath was .... hot that the prince burned his arm.
A
extremely
B
quite
C
so

Slide 22 - Quiz

Kies het juiste versterkende woord:

This story is ... scary for me. I can’t continue reading..
A
perfectly
B
seriously
C
too

Slide 23 - Quiz

Kies het juiste versterkende woord:

I’m ... certain that the book will end well, but it could surprise me
A
too
B
quite
C
seriously

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Vul het juiste voorzetsel in:

I sit ... my classmate
A
besides
B
next to
C
in front of

Slide 27 - Quiz

Vul het juiste voorzetsel in:

I live .... Lutten
A
at
B
under
C
in

Slide 28 - Quiz

Vul het juiste voorzetsel in:

I’ve got a black hood on my head, and a leather belt ....
my waist, that I made myself.
A
behind
B
in
C
around

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Kies de juiste vergelijking woord:

That is ..... (nice) painting that I have seen.
A
nicer
B
the nicest

Slide 35 - Quiz

Kies de juiste vergelijking woord:

Avatar is probably ... (bad) film that was ever made!.
A
bader
B
the badest
C
worse
D
the worst

Slide 36 - Quiz

Kies de juiste vergelijking woord:

I think October is ... (wet) month of the year.
A
wetter
B
the wettest

Slide 37 - Quiz

Kies de juiste vergelijking woord:

(little) My sweater was .... expensive ..... yours.
A
less ... than
B
more ... than

Slide 38 - Quiz

*Versterk jezelf

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Wat hebben we vandaag geleerd?

Slide 41 - Question ouverte

Vragen?

Slide 42 - Question ouverte