Gezichtszintuig


Hoe kun je zien?

Gezichtszintuig

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


Hoe kun je zien?

Gezichtszintuig

Slide 1 - Diapositive

Wat is de prikkel voor het gezichtszintuig?
A
geluid
B
licht
C
trillingen
D
kleuren

Slide 2 - Quiz

Bijziend & Verziend

Slide 3 - Diapositive

Iemand die verziend is de...
A
oogbol te lang
B
oogbol te kort

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Met welke zintuigcel zie je kleuren?
En waar liggen deze zintuigcellen?
A
Kegeltjes - In het hoornvlies
B
Kegeltjes - In het netvlies
C
Staafjes - In het hoornvlies
D
Staafjes - In het netvlies

Slide 6 - Quiz

Het oog - netvlies
Je netvlies is bedekt met zintuigcellen:
kegeltjes en staafjes.


Slide 7 - Diapositive

Netvlies

Slide 8 - Diapositive

Bouw van het netvlies

Slide 9 - Diapositive

Gele vlek
Blinde vlek
Heel veel kegeltjes en staafjes
Hiermee zie je heel scherp
Hiermee zie je niks
Hier zit de oogzenuw

Slide 10 - Question de remorquage

Staafjes 
Kegeltjes
Grijstinten
rood, groen en blauw
Verspreid over het hele netvlies
Gele vlek

Slide 11 - Question de remorquage

Stereoscopisch zien

Slide 12 - Diapositive

Receptieve velden
B pigmentcellen
C fotoreceptoren (staaf + kegel)
D Bipolaire cellen
E ganglioncellen


hoe groter het receptieve veld, hoe lager het scheidend vermogen (resolutie)

Slide 13 - Diapositive

Kegeltjes - pixels                            
Kegeltjes zitten maar met enkelen op één 
neuron geschakeld. 
Hierdoor kun je met je kegeltjes scherp zien.
Vooral in de gele vlek is de dichtheid kegeltjes
hoog -> hoog scheidend vermogen.

Slide 14 - Diapositive

de grootte van receptieve velden bepaalt
A
de transductie van rhodopsine
B
het scheidend vermogen
C
de bipolaire impulsfrequentie
D
het inschatten van diepte

Slide 15 - Quiz

Gezichtsbedrog
- verticale lijnen lopen recht en het lijkt anders
- gezichtsbedrog = je denkt dat je wat anders ziet dan de werkelijkheid
- ervaring en verwachting wordt in de hersenen vertaald

Slide 16 - Diapositive

Gezichtsbedrog
• Soms denk je iets te zien, terwijl het in werkelijkheid anders is.

• Je hersenen vertalen iets wat je ziet naar iets dat je kent

Slide 17 - Diapositive

Gezichtsbedrog
De hersenen verwerken de impulsen die van jouw ogen vandaan komen maar soms gaat dat niet helemaal goed. Als je dingen ziet die er niet zijn of het anders ziet dan de werkelijkheid dan is er sprake van gezichtsbedrog. 

Slide 18 - Diapositive