2HV zelftest avoir et être

zelftest
avoir et être


1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

zelftest
avoir et être


Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

zijn =
A
être
B
avoir

Slide 3 - Quiz

être of avoir?

Ils sont
A
être
B
avoir

Slide 4 - Quiz

ils (avoir)
A
ont
B
avoir
C
sont
D
a

Slide 5 - Quiz

Welk werkwoord? être of avoir?
Vous êtes

stopwatch
00:00
A
être
B
avoir

Slide 6 - Quiz

être of avoir?

Ils ont
A
être
B
avoir

Slide 7 - Quiz

vertaal: hij is

Slide 8 - Question ouverte

vul in:
Julia ...... 13 ans
A
as
B
est
C
a
D
es

Slide 9 - Quiz

vul in:
Mes amis .......... 14 ans.
A
a
B
sont
C
as
D
ont

Slide 10 - Quiz

Matthias ........ un chien.
A
as
B
es
C
a
D
ont

Slide 11 - Quiz

vul in:
Mes parents ............ 2 enfants.
A
ont
B
est
C
a
D
avons

Slide 12 - Quiz

vertaal: ik heb

Slide 13 - Question ouverte

vertaal: jij hebt

Slide 14 - Question ouverte

vertaal: zij (mannelijk) hebben

Slide 15 - Question ouverte

vertaal: jullie zijn

Slide 16 - Question ouverte

vertaal: zij (vrouwelijk) zijn

Slide 17 - Question ouverte

vertaal: ik ben

Slide 18 - Question ouverte

vertaal: zij is

Slide 19 - Question ouverte

de passé composé, de voltooide tijd:
hij heeft gehad
A
il est eu
B
il a eu
C
il a

Slide 20 - Quiz

de passé composé, de voltooide tijd
ik ben geweest
A
j'ai été
B
je suis
C
je suis été

Slide 21 - Quiz

de passé composé, de voltooide tijd
wij hebben gehad
A
nous avons
B
nous avez eu
C
nous avons eu

Slide 22 - Quiz

ik ken de werkwoorden avoir en être
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

zelf oefenen
verbuga.eu

aanvinken: être en avoir
tijd: présent en passé composé

Slide 24 - Diapositive

La fin!

Slide 25 - Diapositive