Kernstraling

Kernstraling
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Kernstraling

Slide 1 - Diapositive

Planning
Leerdoelen
Herhalen
Oefenen
Nieuwe uitleg

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
Je leert dat de straling van radioactieve stoffen ontstaat binnen in het atoom. 

Slide 3 - Diapositive

Waaruit bestaat de atoomkern?

Slide 4 - Question ouverte

Is de elektronenwolk positief of negatief geladen?

Slide 5 - Question ouverte

De samenstelling van een atoom
De kern van een atoom:
  • Protonen
  • neutronen

Elektronenwolk
  • Elektronen

Slide 6 - Diapositive

Atomen
Protonen zijn positief
Elektronen zijn negatief.

Atomen als geheel zijn ongeladen, want het aantal protonen is precies gelijk aan het aantal elektronen. 

Protonen = elektronen 
            p = e

Slide 7 - Diapositive

Helium heeft een atoomnummer van 2. Hoeveel protonen en elektronen heeft helium?

Slide 8 - Question ouverte

Hoeveel protonen en elektronen heeft fluor?

Slide 9 - Question ouverte

Periodiek systeem

Slide 10 - Diapositive

Massagetal
Het massagetal is het totaal aantal deeltjes in de atoomkern. 

Slide 11 - Diapositive

Wat is het massagetal van zuurstof?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is het massagetal van zink?

Slide 13 - Question ouverte

Hoe bepalen we het aantal neutronen?
Bepaal het aantal protonen

Zoek het massagetal op.
Neutronen = massagetal - protonen

Slide 14 - Diapositive

Hoeveel neutronen heeft aluminium?
Neutronen = atoommassa - protonen

Protonen = 13 (atoomnummer)
Atoommassa = 27

Neutronen = 27-13 = 14

Slide 15 - Diapositive

Hoeveel neutronen heeft fermium?

Slide 16 - Question ouverte

Hoeveel neutronen heeft stikstof?

Slide 17 - Question ouverte

Hoeveel neutronen heeft zilver?

Slide 18 - Question ouverte

Hoeveel protonen, elektronen en neutronen heeft tin?

Slide 19 - Question ouverte

Hoeveel protonen, elektronen en neutronen heeft zwavel?

Slide 20 - Question ouverte

Isotopen
Je hebt stoffen met hetzelfde atoomnummer, maar een verschillend aantal neutronen (Binas tabel 32)

Atomen met hetzelfde aantal protonen, maar met een verschillend aantal neutronen heten isotopen. 

Slide 21 - Diapositive

Maakwerk
Opgaven

Slide 22 - Diapositive