Clase 12_P1 3HV_ El reloj y futuro próximo

¡Bienvenidos a tu clase de español!
12
Hoy es lunes
11 de octubre de 2021
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

¡Bienvenidos a tu clase de español!
12
Hoy es lunes
11 de octubre de 2021

Slide 1 - Diapositive

Prepárate para la clase
Maak je klaar voor de les...
timer
1:00
¡Importante!
  • Tu portátil aún está cerrado 
Je laptop is nog dicht.
  • Tu móvil está apagado en y tu bolsa o mochila, la cual está al suelo
Je mobiel is uit en in je tas en die staat op de grond.
  • Tienes tu cuaderno, portátil y bolígrafo
Schrift, laptop en pen heb je bij je.
  • ¡Haz caso y guarda el silencio!
 Let op! Oren open en wees stil!


Slide 2 - Diapositive

¡El otoño va a empezar ahora!
       ¿te gusta el otoño?

Slide 3 - Diapositive

Los objetivos de esta clase

1. Jullie gaan leren hoe je kunt zeggen dat je iets in de toekomst gaat doen

2. Jullie gaan verder werken aan het leesboekje. Ook gaan we samen een stukje lezen

3. Jullie gaan aan je vocabulaire werken ( 5.1 én 5.2 uit werkboek 1B)
De doelen van deze les

Slide 4 - Diapositive

El programa de hoy
Primera parte
Korte check: ¿Qué hora es?
Uitleg: futuro próximo

Segunda parte
Zelfstandig werken opdrachten 
Oefenen met Quizlet 5.1  en 5.2 (of via WB 1B )

Tercera parte
Vamos a leer; tu primer beso


  

Slide 5 - Diapositive

Korte terugblik MO...
  • Let op uitspraak van m.n.: de U (=oe), C (cerca de cocina), G, en soms ook de Q (=K)
  • volgorde  bij ontkenning
  • volgorde en juist gebruik voorvoegsel bij GUSTAR
  • SER vs ESTAR; " Es en Holanda" >> Está en Holanda

Slide 6 - Diapositive

¿Qué hora es?, ¿Tienes hora? Schrijf de volgende zes tijden onder elkaar in het Spaans:
1 (13:05),
2 (9:45)
3 (11:55)
4 (20:30)
5 (10:40)
6 (17:15)

Slide 7 - Question ouverte


Denk aan het verschil! 
es ( bij la una) en
son (bij de overige uren)


  

Repasar ejercicios:
 1, 2, 3, 4, 5 y 6 

Slide 8 - Diapositive

Maak een zin in het Nederlands
met daarin een actie in toekomst

Slide 9 - Carte mentale

Hoe zeg je in het Spaans wat je binnenkort gaat doen?
De nabije toekomende tijd (el futuro inmediato)
Om in het Spaans iets te zeggen over wat je binnenkort gaat doen, heb je 3 dingen nodig:
  1. Een vervoeging van het werkwoord IR (gaan)
  2.  A
  3. een heel werkwoord: ser, hablar , escribir, comer etc.


Ejemplos: 
Este fin de semana voy a relajar, 
Vamos a comprar patatas fritas.
Esta noche va a hablar con su novia.


  Formule : IR + A + HEEL WW

Slide 10 - Diapositive

Je hebt dus IR nodig...
yo
VOY
ik ga
VAS
jij gaat
él, ella, usted
VA
hij, zij, u gaat
nosotros/ -as
VAMOS
wij gaan
vosotros/ -as
VAIS
jullie gaan
ellos, ellas, ustedes
VAN
zij gaan

Slide 11 - Diapositive

IR + A +Werkwoord
- IR +A = gaan naar (nabije toekomst)
- Voorkennis: werkwoord IR
Gebruik de juiste vervoeging  van IR + A + werkwoord:
  1. El martes los alumnos _______ _____ jugar a fútbol.
  2. Cuando llegas a casa _________ ____   entrenar todos la tarde.
  3. Creo que_____ _____ estudiar todos los días para el examen.
  4. ¿Sabes cuándo vosotros _________ _______ visitar el museo de arte?
  5. Lorena y yo ___________ ________ comer dulces antes de ir a la cama.
timer
1:00

Slide 12 - Diapositive

Schrijf één a twee eigen zinnen in het Spaans, over de komende herfstvakantieweek.
Gebruik daarbij een vorm van IR + A + verbo .

Slide 13 - Question ouverte

¿Qué vas a hacer?: hacer tareas 7, 8 y 9
¿Qué necesitas?:  Tu libro verde: páginas 64-65
¿Cómo?: Tú trabajas solo o sola ; Alleen, zelfstandig werken 

¿Cuánto tiempo?: 30 minutos
Objetivo (doel): Je oefent met dit grammatica-onderdeel voor het PW

He terminado la tarea ¿y ahora?/ Klaar, en nu?
Verder leren >>>> voca 5.1 , 5.2, 5.3 en ww roze blad.
óf leesboekje
Trabajo autónomo
-
Zelfstandig werk
Paso a paso: Stappenplan 

Slide 14 - Diapositive

APRENDE (LEER):  
VOCA 5.1 t/m 5.3 ( NL> ESP)
+ roze werkwoordenblad 25 t/m 40

HAZ (MAAK):
ejercicios futuro próximo 7, 8 en 9

Los deberes para la próxima clase
(het huiswerk voor de volgende les...)
¡Mucha suerte!; veel succes!

Slide 15 - Diapositive

y... ¿Qué has aprendido hoy?
¿Hay preguntas? (zijn er vragen?)

Slide 16 - Diapositive