Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
atelier 3.2 - 33
atelier 3.2-3.3
In deze lessonup nemen we door:
bijvoeglijk naamwoord
bezittelijk voornaamwoord
vocabulaire 3.2 + 3.3
1 / 35
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
35 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
atelier 3.2-3.3
In deze lessonup nemen we door:
bijvoeglijk naamwoord
bezittelijk voornaamwoord
vocabulaire 3.2 + 3.3
Slide 1 - Diapositive
Mes parents sont gentils et tes parents sont sévères
Wat zijn mes en tes voor woorden?
Slide 2 - Question ouverte
Slide 3 - Diapositive
___ garage est grand (jouw)
A
ton
B
ta
C
tes
D
mon
Slide 4 - Quiz
___ console de jeu est nouvelle (mijn)
A
mon
B
ma
C
mes
D
ta
Slide 5 - Quiz
Vul in:
___ famille est gentil (zijn)
A
son
B
sa
C
ses
D
ta
Slide 6 - Quiz
vertaal:
1. haar fiets
2. zijn kamer
3. haar grootouders
Slide 7 - Question ouverte
vertaal:
1. onze tuin
2. uw keuken
3. haar appartement
Slide 8 - Question ouverte
C'est un film intéressant.
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een ...
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Vidéo
Het bijvoeglijk naamwoord (Vorm)
Un film
intéressant
. >> mannelijk enkelvoud
Une série
intéressant
e
. >> vrouwelijk enkelvoud
Deux films
intéressant
s
. >> mannelijk meervoud
Deux séries
intéressant
es
. >> vrouwelijk meervoud
In het Frans past het bijv nw zich aan naar het zelfst nw.
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een vrouwelijk zelfst nw krijgt een extra ...
A
e
B
s
C
es
D
niets
Slide 13 - Quiz
Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een mannelijk zelfst nw krijgt dus
A
niets erbij
B
een extra e
C
es erbij
D
s erbij
Slide 14 - Quiz
Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een mannelijk zelfst nw in meervoud krijgt
A
niets erbij
B
es
C
s
D
e
Slide 15 - Quiz
Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een vrouwelijk zelfst nw in meervoud krijgt
A
s
B
niets erbij
C
es
D
e
Slide 16 - Quiz
Uitzonderingen vorm:
van mannelijk naar vrouwelijk enkelvoud:
-e = -e
-x = -se
-f = - ve
- eau = -elle
blanc = blanche
bon = bonne
gentil = gentille
long= longue
cher = chère
vieux = vieille
Slide 17 - Diapositive
Wat is de vrouwelijk enkelvoud vorm van:
ennuyeux
A
ennuyeux
B
ennuyeuxe
C
ennuyeuse
Slide 18 - Quiz
Wat is de vrouwelijk enkelvoud vorm van:
facile
A
facile
B
facilee
C
faciles
Slide 19 - Quiz
Wat is de vrouwelijk enkelvoud vorm van:
nouveau
A
nouveau
B
nouveaue
C
nouveaux
D
nouvelle
Slide 20 - Quiz
3 bijzondere gevallen
Slide 21 - Diapositive
wat is de juiste combinatie?
A
un beau hôtel
B
un bel hôtel
C
un belle hôtel
Slide 22 - Quiz
wat is de juiste combinatie?
A
une vieux adresse
B
une vieil adresse
C
une vieille adresse
Slide 23 - Quiz
wat is de juiste combinatie?
A
un nouveau vélo
B
un nouvel vélo
C
un nouvel vélo
Slide 24 - Quiz
Het bijvoeglijk naamwoord (Plaats)
In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord altijd
achter
het zelfstandig naamwoord:
un couloir étroit
Maar er zijn
uitzonderingen
, die staan altijd
voor
het zelfstandig naamwoord:
une belle chambre -->
Slide 25 - Diapositive
bijvoeglijk naamwoorden
achter
znw:
Slide 26 - Diapositive
Stappenplan:
1. staat het bijvoeglijk naamwoord voor of achter zelfst nw?
2. Wat is het zelfst nw waar het bij hoort?
4. Is het zelfst nw mannelijk, vrouwelijk, meervoud, enkelvoud?
4. Noteer het bijv nw in de juiste vorm en zet op de juiste plaats
Slide 27 - Diapositive
Kies het juiste antwoord.
Léa est une______ fille________ (blond).
A
une fille blonde
B
une fille blond
C
une blonde fille
D
une blond fille
Slide 28 - Quiz
Kies het juiste antwoord.
La_______ maison _________ (grand).
A
la maison grande
B
la maison grand
C
la grande maison
D
la grand maison
Slide 29 - Quiz
Kies het juiste antwoord.
J'ai deux _______ chambres _________. (nouveau)
A
deux nouvelles chambres
B
deux chambres nouvelles
C
deux nouveaux chambres
D
deux chambres nouveaux
Slide 30 - Quiz
Kies het juiste antwoord.
J'adore les ______cuisines ______ (bleu)
A
les bleus cuisines
B
les bleues cuisines
C
les cuisines bleus
D
les cuisines bleues
Slide 31 - Quiz
Maak de zin goed af:
Léa et Anna sont ___ (petit).
Slide 32 - Question ouverte
Maak de zin goed af:
C'est un ____film ___ (difficile).
Slide 33 - Question ouverte
Maak de zin goed af:
J'adore ton ____ jardin___ (large)
Slide 34 - Question ouverte
Maak de zin goed af:
Ce sont deux__garçons ___ (gentil)
Slide 35 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
atelier 3.2 - 33
Décembre 2020
- Leçon avec
35 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Het bijvoeglijk naamwoord
Avril 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Het bijvoeglijk naamwoord
Février 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
klas 2TL - bij Hfd. 1 - uitleg de vorm van het bijvoeglijk naamwoord (1)
Juin 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Het bijvoeglijk naamwoord
Avril 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
klas 2TL - bij Hfd. 3 - uitleg de vorm van het bijvoeglijk naamwoord (1)
Septembre 2020
- Leçon avec
20 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Het bijvoeglijk naamwoord
Juin 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
L'adjectif
Octobre 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1