230207 start P11

Start periode 11

Op naar het examen 
1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
BSPMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Start periode 11

Op naar het examen 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kijk je terug op de lessen van afgelopen half jaar?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke top heb je over de lessen?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke tip heb je over de lessen?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat willen jullie nog doen?

Slide 5 - Carte mentale

top 100?
med bew signalen? 
Wat willen jullie met FAR oefenen?

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

welke volgorde wil je de volgende onderwerpen behandelen?
  1. kwaliteitsindicatoren
  2. vergoedingen
  3. labwaardes
  4. rijvaardigheid
  5. medicatie bewaking
  6. polyfarmacie
  7. palliatieve zorg

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

welke volgorde wil je de volgende onderwerpen behandelen?
  1. capsules
  2. dermatica 
  3. drank 2x
  4. oogdruppel
  5. suppen 

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Medicatiebewaking 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke medicatiebewakingssignalen ken je?

Slide 12 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke bronnen gebruik je bij de afhandeling van medicatiebewakingssignalen?

Slide 15 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een interactie?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kunnen IA's ontstaan?

Slide 19 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een contra-indicatie?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke ziekte ken je waar een geneesmiddel beter niet bij gebruikt wordt?

Slide 27 - Carte mentale

Denk aan astma, hartfalen bij NSAID's
Astma en opiaten 
pcm en leverfunctiestoornissen 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat bedoelen we met een afgeleide contra-indicatie?

Slide 30 - Diapositive

Dan wordt aan de hand van de medicatie bepaald welke ziekte een patiënt heeft
IA
1. Thyrax + Ferogradumet
2. Alendroninezuur + Antagel
3. Acenocoumarol + Amoxicilline
4. Topomiraat + ethinylestradiol/ desogestrel
5. Nabumeton + Methotrexaat
6. Acenocoumarol +Co-trimoxazol
7. Ibuprofen + Carbasalaatcalcium
8. Propranolol + Novorapid
9. Fosinopril + Bumetanide
10. Lithium + Furosemide
11. Meloxicam + Prednisolon
12. Acetylsalicylzuur + Naproxen
13. Atenolol + Lantus
14. Dicofenac + Metoprolol
15. Chloortalidon + Diclofenac
16. Ferrosulfaat + Algeldraat/magnesiumhydroxide
17. Naproxen + Paroxetine
18. Enalapril + Indometacine
19. Simvastatine + Claritromycine
20. Doxycycline + Calciumcarbonaat
21. Methotrexaat + Meloxicam
22. Fenprocoumon + Carbasalaatcalcium
23. Fytomenadion + Acenocoumarol
24. Acenocoumarol + Miconazol
25. Ramipril + Spironolacton
26. Celecoxib + Clopidogrel
27. Acetylslicylzuur + fluoxetine
28. Fenprocoumon + omeprazol

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

CI
1. Atenolol + Diabetes type II
2. Captopril + Kinderwens
3. Ketoprofen + Nierfunctiestoornis
4. Hydrocortison + Depressie
5. Carvedilol + Astma
6. Timolol + Astma
7. Risedroninezuur + Nierfunctiestoornis
8. Bisoprolol + COPD
9. Bumetanide + Nierfunctiestoornis
10. Metformine + Nierfunctiestoornis
11. Meloxicam + Astma
12. Hydrocortison + Diabetes type I
13. Nitrofurantoine + Nierfunctiestoornis
14. Isotretinoine + Kinderwens

15. Theofylline + Reflux eosophagitis
16. Thyrax + Hypertensie
17. Amlodipine + Reflux eosophagitis
18. Nabumeton + Ulcus pepticum
19. Captopril + Diabetes type I
20. Carbasalaatcalcium + Ulcus pepticum
21. Ketoprofen + Hypertensie
22. Norfloxacine + Epilepsie
23. Meloxicam + Hartfalen
24. Dexamethason + Ulcus pepticum
25. Salbutamol + Hartfalen
26. Diclofenac + Colitus ulcerosa
27. Fentanyl + Ziekte van Crohn
28. Citalopram + Epilepsie

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht medicatiebewaking
Werk de combinaties uit. Wat is er aan de hand, hoe los je het op en welk voorstel doe je. 
Daarnaast kijk je wat je over de gnm zou vertellen aan de patient en over het signaal 

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdr med bew deel 1
1. Thyrax + Ferogradumet
2. Alendroninezuur + Antagel
3. Acenocoumarol + Amoxicilline
4. Atenolol + Diabetes type II
5. Captopril + Kinderwens

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vond je deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Glaucoom 
Gnm die de oogboldruk verhogen. 
vb corticosteroiden 

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jicht
Gnm die invloed hebben op het urinezuurgehalte in het bloed
  • plaspillen (diuretica) verhogen het urinezuurgehalte waardoor een jicht aanval kan ontstaan

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het probleem van geneesmiddelgebruik bij een lever- of een nierfunctiestoornis?

Slide 41 - Diapositive

De uitscheiding van het geneesmiddel wordt geremd. 

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Prostaathyperplasie 
Gnm die de urinewegen beïnvloeden kunnen BPH verergeren

Is op de kennisbank geen CI meer, maar wordt als urineretentie gecontroleerd

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Psoriasis
Huidaandoening -> kan verergerd worden door verschillende gnm (mechnisme onbekend) 

vb beta-blokkers, ACE-remmers 

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een contra-indicatie is borstkanker. Leg uit waarom je niet meer de pil mag gebruiken als je borstkanker hebt gehad. Waarom?

Slide 46 - Diapositive

Vaak is een borstcarcinoom oestrogeengevoelig

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overgevoeligheid 
  • immuunsysteem betrokken
  • antistoffen aanwezig
  • kleine hoev kan grote reactie geven
vb penicilline's
Intolerantie
  • Immuunsysteem speelt geen rol 
  • vaak door tekort aan enzym
  • vaak pas klachten bij grote hoeveelheden
vb lactoseintolerantie (melk) 

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een contra-indicatie hoeft niet altijd een ziekte te zijn, het kan ook een kenmerk of eigenschap van een patiënt zijn. Een voorbeeld van een toestand van een patiënt kan zijn, zwangerschap. Geneesmiddelen worden ingedeeld in zwangerschapscategorieën.
Welke is het meest schadelijk voor het kind en wat is daarvoor een handig geheugensteuntje?

Slide 51 - Diapositive

Hoe verder de categorie in het alfabet staat, hoe schadelijker het is. 
Wat is de meest kritieke periode van een zwangerschap wat betreft het gebruik van geneesmiddelen?

Slide 52 - Question ouverte

De eerste 12 weken aangezien dan alle organen worden gevormd. 
Gnm in de zwangerschap
  • eerste trimester => kans op blijvende schade  doordat de aanleg kan worden beïnvloed
  • derde trimester => gewenning -> onttrekkingsverschijnselen na geboorte 

Slide 53 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 54 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions