Lidwoorden

Lidwoorden
Onderwerp 3 uit de grammar reader
SE41
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lidwoorden
Onderwerp 3 uit de grammar reader
SE41

Slide 1 - Diapositive

Noem voorbeelden van Engelse lidwoorden.

Slide 2 - Question ouverte

Lidwoorden
Drie lidwoorden in het Engels:
the, a, an

The = de, het
a, an = een

Slide 3 - Diapositive

Verschil a/an
Wanneer gebruik je 'a' of 'an'?

A > het woord waar je het lidwoord voor wil zetten, begint in de uitspraak met een medeklinker. 
An > het woord waar je het lidwoord voor wil zetten begint in de uitspraak met een klinker (a,e,i,o,u). 

Slide 4 - Diapositive

Verschil a/an
Let goed op de uitspraak! 
Sommige woorden beginnen in het Engels met een medeklinker, maar spreek je uit met een klinker aan het begin. 

Bijvoorbeeld: 'hour' > uitspraak 'our'. 
Andersom kan het ook voorkomen: 'uniform' > uitspraak 'juniform'.

Slide 5 - Diapositive

Wel of geen lidwoord
Voor sommige zelfstandige naamwoorden zet je soms geen lidwoord: 
- NIET bij namen van continenten (Asia, Europe).
- NIET bij namen van landen en staten (Belgium, Italy). 
Nederland krijgt wel een lidwoord ervoor: The Netherlands. 
The United States ook. 

Slide 6 - Diapositive

Geen lidwoord
- NIET bij namen van steden en provincies (Deventer), 
maar wel bij Den Haag (The Hague). 
- NIET bij straatnamen.
- NIET bij namen van meren en baaien (Lake Victoria).
- NIET bij bergen.
- NIET bij eilanden.  

Slide 7 - Diapositive

Wel een lidwoord gebruiken
- WEL bij namen van rivieren, zeeën en oceanen. 
- WEL bij gebieden (The West).
- WEL bij eilandengroepen (the Canary Islands, the Antilles).


Slide 8 - Diapositive

Wel of geen lidwoord
Je gebruikt a/an voor een beroep. 
My father is a policeman.

Maar geen lidwoord als één persoon dat beroep uitvoert:
- She is Queen of England.
- Trump is President of the United States. 

Slide 9 - Diapositive

Wel of geen lidwoord
- WEL een lidwoord voor openbare gebouwen, zoals scholen, ziekenhuizen en kerken. 

We are going to school. 


Slide 10 - Diapositive

Wel of geen lidwoord
Als je een specifiek gebouw wil aangeven, dan komt er wel een lidwoord voor.

We're going to the church next to my house.
That is the school I am going to.

Slide 11 - Diapositive

I will be back in ____ hour.

Slide 12 - Question ouverte

Oefenen
Do the two exercises on page 14 of your grammar reader.

Slide 13 - Diapositive