3.2 Samenleving en cultuur (Deel 2)

Het oude Egypte
3.2 Samenleving en cultuur (Deel 2)

 

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Het oude Egypte
3.2 Samenleving en cultuur (Deel 2)

 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
In deze paragraaf leer je: 
- Welke sociale verschillen er in het rijk waren.
- Hoe het met de economie van het rijk ging.
- Hoe multicultureel de Romeinse samenleving was.
- Hoe de Grieks-Romeinse cultuur ontstond en werd verspreid.
- Hoe Romeinse wetten werkten.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Culturen
- 1 miljoen inwoners in het Romeinse rijk met verschillende culturen (denken en doen). 

Het was een Multiculturele samenleving: samenleving met meerdere culturen.



In het hele rijke kwamen mensen van verschillende volken met elkaar in contact. (iedereen sprak Latijn of Grieks).



Slide 4 - Diapositive

Godsdienst
De Romeinen geloofden in veel goden, de belangrijkste waren de staatsgoden, zoals de oppergod Jupiter (Zeus) en Mars de oorlogsgod. 

Bestuurders en ambtenaren moesten aanhangers zijn van de staatsgodsdienst.

De Romeinen geloofden dat de goden de staat en alle burgers beschermden.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

verschillende culturen en verschillende meningen .
De Romeinen stonden andere culturen en meningen toe.
Als je andere culturen en meningen respecteert ben je 
verdraagzaam/ tolerant.
Er was dus ook godsdienstvrijheid: Het recht om openlijk een godsdienst aan te hangen. 

Maar, je moest daarnaast wel de Romeinse goden en keizer vereren, belasting betalen en zich aan de Romeinse wet houden.

Slide 8 - Diapositive

beantwoord vraag 17, 18 en 19
17. Kunnen uitleggen dat het Romeinse rijk een multiculturele samenleving was.
18. Belangrijkst kenmerken (voorbeelden) van de Romeinse godsdienst kunnen noemen.
19. Kunnen uitleggen wat er onder godsdienstige verdraagzaamheid wordt verstaan.

Klaar?
Verder werken aan 20, 21 en 22
20. Kunnen uitleggen hoe de Romeinen inspiratie haalden uit de Griekse wereld.
21. Kunnen uitleggen wat er bedoeld wordt met de Grieks-Romeinse cultuur.
22 Kunnen uitleggen wat romanisering inhoudt.

Slide 9 - Diapositive

17. Kunnen uitleggen dat het Romeinse rijk een multiculturele samenleving was.
  • Een multiculturele samenleving is een samenleving met meerdere culturen. In het Romeinse rijk kwamen volken van verschillende culturen met elkaar in contact. (iedereen sprak Latijn of Grieks).
18. Belangrijkst kenmerken (voorbeelden) van de Romeinse godsdienst kunnen noemen.
  • De Romeinen geloofde in veel goden, de belangrijkste waren de staatsgoden zoals de oppergod Jupiter (Zeus) en Mars de oorlogsgod. Romeinse bestuurders en ambtenaren moesten aanhanger zijn van de staatsgodsdienst. De Romeinen geloofden dat de goden de staat en alle burgers beschermden. 
19. Kunnen uitleggen wat er onder godsdienstige verdraagzaamheid wordt verstaan.
  • Verdraagzaamheid (tolerantie) is het toestaan van andere culturen en meningen (respecteren). Er was dus ook godsdienstvrijheid, het recht om openlijk een godsdienst aan te hangen. Romeinen stonden dus ook andere culturen en meningen toe, MAAR je moest daarnaast wel de Romeinse goden en  keizer vereren, belasting betalen en je aan de Romeinse wet houden.

Slide 10 - Diapositive

Grieks- Romeinse cultuur
Romeinen veroveren Griekenland (200 v. Chr)
Vooral de Romeinse elite bewonderde de Griekse cultuur: 
  • Bouwkunst (architectuur), 
  • Beeldhouwkunst, 
  • Goden
  • taal (Grieks)
Ze lieten dit door architecten, schilders en beeldhouwers na maken, maar houden ook hun eigen gewoontes.

Slide 11 - Diapositive

Eigen gebruiken
Romeinen houden ook hun eigen gebruiken:
  • Witte toga (jurk voor mannen)
  • Spraken eigen taal: Latijn
  • Romeinse cijfers: I V X L C D M
  • Vermaak: paardenrennen & gladiatorenspelen
  • Vereerden hun keizer als god

Gevolg: De Griekse en Romeinse cultuur raakten vermengt:
de Grieks-Romeinse cultuur. De Romeinen verspreiden deze cultuur in het hele rijk, 
dit wordt romanisering genoemd.

Slide 12 - Diapositive

beantwoord nu vraag 20, 21 en 22
20. Kunnen uitleggen hoe de Romeinen inspiratie haalden uit de Griekse wereld.
21. Kunnen uitleggen wat er bedoeld wordt met de Grieks-Romeinse cultuur.
22 Kunnen uitleggen wat romanisering inhoudt.

Slide 13 - Diapositive

20. Kunnen uitleggen hoe de Romeinen inspiratie haalden uit de Griekse wereld.
  • De Romeinse elite = kleine groep aanzienlijken,  bewonderde de Griekse cultuur, beeldhouwers, schilders en architecten maakten de Griekse cultuur na, ook spraken ze naast Latijn, ook Grieks
21. Kunnen uitleggen wat er bedoeld wordt met de Grieks-Romeinse cultuur.
  • Er ontstond zo een mengcultuur, de Grieks-Romeinse cultuur = Grieks waren de zuilen, bogen en koepels waren Romeins
22 Kunnen uitleggen wat romanisering inhoudt.
  • De Romeinen verspreidden deze cultuur door het Romeinse rijk = Romanisering

Slide 14 - Diapositive

Wetten en rechtspraak
De Romeinse wetten werden opgeschreven en golden in het hele rijk. 
In de Romeinse rechtspraak beslisten rechters hoe deze wetten werden toegepast.

Slide 15 - Diapositive

Wetten en rechtspraak
Een deel van de bevolking bezat het Romeinse burgerrecht. 
Romeinse burgers werden door wetten beschermd. 
Burgers hadden gelijke rechten.
De overige onderdanen werden niet door wetten beschermd. 

Slide 16 - Diapositive

23 Kunnen uitleggen wat het Romeins burgerschap inhield.
  • Een deel van de bevolking bezat het Romeinse burgerrecht, Romeinse burgers werden door wetten beschermd.

24 Kunnen uitleggen hoe men Romeins burger kon worden.
  • Je kon burger worden door als soldaat in het leger te dienen.

Slide 17 - Diapositive

Begrippen uit deze les
  • Grieks-Romeinse cultuur
  • Multiculturele samenleving
  • staatsgodsdienst

Slide 18 - Diapositive

Begrippen uit deze les
  • Godsdienstvrijheid
  • Verdraagzaamheid
  • Elite
  • Rechtspraak 

Slide 19 - Diapositive

S.O. (Schriftelijke overhoring):
Volgende week:
S.O. over paragraaf
3.1 en 3.2 


Begrippen en wie, wat, waarom belangrijk! 
(Uit de tekst)


Slide 20 - Diapositive

Huiswerk

Maken 3.2 Samenleving en cultuur: Opdrachten 6, 7, 8 en 9.

Slide 21 - Diapositive