Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Ik heb gelijk
Slide 1 - Diapositive
Wat is een betoog
A
Een tekst om iemand iets te leren
B
Een tekst om iemand iets te verkopen
C
Een tekst om iemand te vermaken
D
Een tekst om ervoor te zorgen dat iemand het met je eens is
Slide 2 - Quiz
Wat is het doel van een betoog?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Overtuigen
D
Instrueren
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Vidéo
Doel van deze les
Jullie weten wat een stelling is.
Jullie weten wat argumenten zijn.
Jullie kunnen beargumenteren waarom je het wel of niet eens bent met een stelling.
Jullie kunnen met elkaar van mening wisselen over een stelling.
Slide 5 - Diapositive
ben je het er mee eens of niet?
Je krijgt een dia met een stelling te zien
bedenk voor jezelf of je het er wel of niet mee eens bent
Bedenk een argument waarom je het er wel/niet mee eens bent en schrijf dit argument op
Als de docent het aangeeft, bespreek je dit met je buurman/vrouw
Slide 6 - Diapositive
Huiswerk moet geheel vervangen worden door extra werktijd op school
Ik ben het er wel/niet mee eens.
geef een argument (omdat)
schrijf je argument op
Slide 7 - Diapositive
Dierentuinen doen meer kwaad dan goed
Ik ben het er wel/niet mee eens.
geef een argument (omdat)
schrijf je argument oop
Slide 8 - Diapositive
De kantine op school zou geen snoep moeten verkopen.
Ben je het er mee eens? Ja/Nee
Bedenk een argument. Waarom ben je het er wel/niet mee eens
schrijf het argument op
Slide 9 - Diapositive
gewelddadige games moeten verboden worden
Ben je het er mee eens? Ja/Nee
Bedenk een argument. Waarom ben je het er wel/niet mee eens
schrijf het argument op
Slide 10 - Diapositive
Proeven met dieren voor onderzoek moet verboden worden
Ben je het er mee eens? Ja/Nee
Bedenk een argument. Waarom ben je het er wel/niet mee eens
Schrijf het argument op
Slide 11 - Diapositive
oefening 2
Je krijgt weer een stelling te zien
Bedenk samen met een klasgenoot 3 argumenten voor de stelling en schrijf deze op
Bedenk daarna 3 argumenten tegen de stelling en schrijf deze op
Slide 12 - Diapositive
Als het regent heeft elke fietser voorrang.
Bedenk samen met een klasgenoot 3 argumenten voor en tegen de stelling
Gebruik je het internet om argumenten te zoeken
Slide 13 - Diapositive
Consumentenvuurwerk moet volledig verboden worden.
Bedenk minstens drie argumenten voor deze stelling en schrijf deze op
Bedenk minstens drie argumenten tegen deze stelling en schrijf deze op
Maak hierbij gebruik van het internet
Slide 14 - Diapositive
Energiedrankjes mogen onder de 18 jaar niet meer verkocht worden
1. Bedenk samen met een klasgenoot minimaal 4 argumenten tegen deze stelling en schrijf deze op.
2. Bedenk samen met een klasgenoot minimaal 4 argumenten voor deze stelling en schrijf deze op
Slide 15 - Diapositive
Filmpje
Guido Wijers is vegetarier en tegen de bio-industrie. In dit geval gaat het over de plofkip. Welke argumenten heeft hij voor het afschaffen van de plofkip?