Taal woordsoorten les 1: lw en znw en bnw

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Huiswerk en terugblik

Snelhechter en eventueel schriftje+ etui. Leg vast klaar op tafel.

Laptop dicht op tafel.

Oefentoets. 

Oriëntatie

Woordsoorten= soorten woorden.

Doelen van deze les

Jullie kunnen aan het einde van deze les:

-Uitleggen wat lidwoorden zijn en deze herkennen in een zin.

-Uitleggen wat zelfstandige naamwoorden zijn en hun kenmerken benoemen.

-Uitleggen wat bijvoeglijke naamwoorden zijn, deze in een zin herkennen

en ze toevoegen aan een zelfstandig naamwoord.

Instructie

Elize, Rosan

Vivian

Jurre K

Anna

Jurre L

Just

Sofia

Adam, Finn

Jelle

 Julia

Liz

Hanna

Bram

Zelfstandig werken (zie bord)

Liv

Janne?

Noah?

Sarah?

Kai

Lynn

Instructie

Maak aantekeningen!

Lidwoorden (lw)

de-het-een

Zelfstandig naamwoorden (zn)

Een zelfstandig naamwoord (zn) is een woord voor een…

 mens: kapper, luilak, buurvrouw

 dier: mug, papegaai, bij

 plant: esdoorn, boterbloem

 ding: tafelpoot, rugzak, lucht

Een NAAM is ook een zelfstandig naamwoord: Niels, Feyenoord, de Maas, Oorlogswinter.

Kenmerken van zn

Je kunt er meestal een lidwoord voor zetten (de hond).

Je kunt er meestal een verkleinwoord van maken (het hondje).

Je kunt er meestal meervoud of enkelvoud van maken (de honden).

bijvoeglijk naamwoord (bn)

Het geeft een kenmerk of eigenschap van het zelfstandig naamwoord.

(voegt iets extra's bij het zelfstandig naamwoord).

 

Het staat voor óf achter een zelfstandig naamwoord.

De nieuwe auto.

De auto is nieuw.

Vragen over de instructie?

?

Even controleren

Welke lw, znw en bn staan er in deze zin:

In het drukke Amsterdam liepen wij een rondje om het oude Rijksmuseum.

In het drukke Amsterdam liepen Rick en Marleen een rondje

 om het oude Rijksmuseum.

3 lidwoorden (rood)

5 zelfstandig naamwoorden (blauw)

2 bijvoeglijk naamwoorden

Nog een keer

Welke lw, zn en bn staan er in deze zin:

In sporthal de Dillenburcht speelde Minerva de hele wedstrijd met een lekke volleybal en een geblesseerd teamlid.

In sporthal de Dillenburcht speelde Minerva de hele wedstrijd met een lekke volleybal en een geblesseerd teamlid.

4 lidwoorden (rood)

6 zelfstandige naamwoorden (blauw)

3 bijvoegelijke naamwoorden (geel)

Waar sta je nu?

Samen even oefenen:

Begeleide inoefening.

Zelf aan de slag:

-Oefenen in Numo (nieuwe taak: woordsoorten): 4 oefeningen

-Oefenen in de studiewijzer (ta- mavo 1- woordsoorten t/m vz): oefen met lw, zn en bn.  Je mag ook vast met werkwoorden of het voorzetsel beginnen.

Oefenen

-opdrachten maken (minstens 4 af in Numo)

-15.50 lesafronding met exit ticket.

-Exit ticket nakijken en verbeteren.

-Pas inpakken als ik het zeg.

afronding

Duim omhoog, opzij, omlaag:

-in stilte werken.

-met fluisterstem overleggen.

-beheersen lesdoelen (lw, zn, bn).

Tot slot: exit-ticket

Antwoorden exit ticket: nakijken & verbeteren.

Wat zijn de lidwoorden?  de, het, een

Noem twee kenmerken van zelfstandig naamwoord:

1. er kan meestal een lidwoord voor.

2. je kan er meestal meervoud of enkelvoud van maken.

3. je kan er meestal een verkleinwoord van maken.

Voeg een bijvoeglijk naamwoord toe:

Het makkelijke, moeilijke, lastige, proefwerk. De auto is nieuw, rood, prachtig, snel....

Omcirkel het zn en onderstreep het bn.

4. De luie kat slaapt op de oude bank.

5. Onze nieuwe Opel is prachtig.

6. Isa en Ezra zitten in een nieuwe klas.