Les 3 - Vroege Middeleeuwen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Orientatiekennis

Je bestudeert zelfstandig de orientatiekennis die aansluit bij de stof die behandeld wordt in de les. 

Dit doe je door: 

- de tekst van de betreffende kenmerkende aspecten in het boek te lezen

- eventueel de extra uitlegfilmpjes te kijken (paarse dia's= niet verplicht, wel verstandig als je niet zoveel meer weet van de onderbouw) 

- de vragen te beantwoorden

Deze les gaat over de KA's van

De Vroege Middeleeuwen (p. 59 t/m 61)

9. De kerstening van Europa

10. De islam

11. Hofstelsel en horigheid

12. Feodaliteit

Lees eerst op pagina 59

9. De kerstening van Europa

Rond welk jaar laten we traditioneel de middeleeuwen beginnen?

1. 0
2. 300
3. 500
4. 800

Welk Germaanse volk zou de belangrijkste steunpilaar worden voor het christendom in Europa?

1. Franken
2. Friezen
3. Gothen
4. Saksen

Leg uit waarom zowel de Frankische koningen (en later keizers) als de paus het een goed idee vonden om het christendom te verspreiden.

Lees op pagina 60

10. De islam

Wat is de belangrijkste overeenkomst tussen de islam en het jodendom en christendom?

1. Ze zijn allemaal monotheïstisch
2. Ze geloven allemaal in Jezus als de messias
3. Ze zijn allemaal ontstaan in de oudheid
4. Ze zijn ontstaan in wat nu Israël is

In welk jaar wordt volgens de traditie de islam gesticht (en begint de islamitische jaartelling)?

1. 622
2. 632
3. 570
4. 754

Op welke manier verschilde de verspreiding van de islam van die van het christendom zes eeuwen eerder?

Lees op pagina 60 en 61

11. Hofstelsel en horigheid

12. Feodaliteit

Wat was de grootste verandering na het wegvallen van het West-Romeinse bestuur?

1. Steden en handel verdwenen in West-Europa
2. Het christendom verdween in Europa
3. Hiërarchische verhoudingen verdwenen in Europa
4. Het Latijn werd vervangen voor Germaanse talen

Wat betekent het om 'horige boer' te zijn?

1. Horige boeren waren eigenaar van de heer
2. Horige boeren mochten hun land niet verlaten
3. Horige boeren mochten hun oogst niet verkopen
4. Horige boeren moesten vechten voor de heer

Leg uit waarom men in de Middeleeuwen zelfvoorzienend moest zijn.

Wat is een feodale relatie?

1. Een eed van trouw van een vazal aan een heer
2. Een huwelijk tussen edellieden
3. De verhouding tussen horige en zijn heer
4. Het recht om pacht te eisen van een horige

Waarom leidde de feodaliteit niet tot vrede in Europa?

1. De adel voerde vaak oorlog met elkaar om de macht
2. Er was een strijd tussen paus en keizer
3. Door de verdeeldheid kon men niet islamitische legers verslaan
4. Er waren veel opstanden van horige boeren

Leg uit hoe de feodaliteit ervoor zorgde voor feodale versnippering.