Probleemgedrag

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom dit onderwerp?
- 80 – 90% van de mensen met dementie vertoont gedragsproblemen. ​
- Probleemgedrag komt ook voor bij mensen met een verstandelijke beperking 



Probleemgedrag komt ook voor bij mensen met een verstandelijke beperking 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom 
Thema bijeenkomst Onbegrepengedrag 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat versta jij onder onbegrepen gedrag?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Definitie 
* Alle gedrag van de cliënt dat door deze cliënt en/of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren. ​
​ 

* In de herziene richtlijn Probleemgedrag bij dementie (2018) is deze definitie aangepast: 'Probleemgedrag is gedrag dat gepaard gaat met lijdensdruk of dat tot gevaar leidt voor de persoon met dementie of voor mensen in zijn of haar omgeving. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom wordt het door de zorgverlener als probleem ervaren? 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het gedrag kan als lastig of bedreigend ervaren worden. Het kan een machteloos gevoel geven omdat er geen mogelijkheden worden gezien om iets aan de situatie te veranderen en omdat er wordt gezien dat de cliënt hier ook geen raad mee weet.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke andere benamingen
ken je voor
probleemgedrag?

Slide 8 - Carte mentale

Dementie gaat, zoals bekend, gepaard met vormen van gedrag die problemen kunnen opleveren voor de persoon met dementie zelf en/of zijn omgeving. Voor dit gedrag worden er verschillende benamingen gebruikt:
  • Onbegrepen gedrag;
  • Gedragsproblemen;
  • Probleemgedrag;
  • Moeilijk verstaanbaar gedrag;
  • Moeilijk hanteerbaar gedrag;
  • Neuropsychiatrische symptomen;
  • Veranderend gedrag.

Tekst
Vormen van
probleemgedrag

Slide 9 - Carte mentale

Welke vormen van onbegrepen gedrag kennen jullie? 
Wat is probleemgedrag?
A
Alle gedrag van de zorgvrager dat door zorgverleners als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren
B
Alle gedrag van de zorgvrager dat door de omgeving als een probleem wordt ervaren
C
Alle gedrag van de zorgvrager dat door de zorgvrager zelf als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 10 - Quiz

Onder probleemgedrag, ofwel 'onbegrepen gedrag', verstaan we alle gedrag van de cliënt dat door deze cliënt en/of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren. Veel probleemgedrag is afhankelijk van de situatie, de persoonlijkheidskenmerken van de cliënt zelf en de mensen om hem of haar heen.
Hoeveel procent van de zorgvragers met dementie vertoont probleemgedrag?
A
50-60%
B
60-70%
C
70-80%
D
80-90%

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stelling:
Probleemgedrag wordt veelal veroorzaakt door ernstige hersenschade

A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

"Een veelvoorkomend misverstand is de gedachte dat storend (of gestoord) gedrag veelal veroorzaakt wordt door ernstige hersenschade. 
Er is maar een kleine beschadiging aan het brein nodig om tot allerlei vreemde gedragsverschijnselen te geraken... en dat noemen wij dan weer probleemgedrag". 
(Het demente brein: Omgaan met probleemgedrag. Anneke van der Plaats)  
Hoe heet de taalstoornis waarbij een zorgvrager woorden niet meer goed begrijpt en gedachten niet goed kan verwoorden?
A
Agnosie
B
Afasie
C
Apraxie

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De stoornis waarbij een zorgvrager personen, voorwerpen of geuren niet meer herkend heet agnosie.
A
Waar
B
Niet waar
C

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke methodiek hanteren jullie bij probleemgedrag?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke vorm van dementie treden er vaak al snel persoonlijkheidsveranderingen op?
A
De ziekte van Alzheimer
B
Vasculaire dementie
C
Frontotemporale dementie
D
Parkinsondementie

Slide 16 - Quiz

Bij frontotemporale dementie zijn er vaak al snel sterke persoonlijkheidsveranderingen. 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Protocol probleemgedrag:

  • Stap 1: Probleemgedrag signaleren            
  • Stap 2: Probleem analyse (verheldering)     
  • Stap 3: Probleem definitie en doelen stellen
  • Stap 4 : Evaluatie                                   

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




Bio-psycho-sociaal model

Slide 19 - Diapositive

Uitleg over model. Toelichten ;
Menselijk gedrag ontstaat vanuit een complexe interactie van biologische, psychologische en sociale en fysieke omgevingsfactoren (bio-psycho-sociaal model). Dit is ook van toepassing op gedrag van mensen met dementie.
  • Normen en waarden  
  • Psychische stoornis  
  • Cognitieve stoornis 

Psychologisch factoren 

Slide 20 - Diapositive

Psycho

Persoonlijkheid, coping, levensgeschiedenis (levensloopvragenlijst) 

  • Teveel/te weinig prikkels
  • Interactie medebewoners/ familie/naasten
  • Omgeving herkenbaar en/of veilig
  • Voldoende/ Zinvolle dagbesteding
  • Bewegingsvrijheid
Sociale factoren 

Slide 21 - Diapositive

Sociaal:
Omgeving (prikkelverwerking)
Mogelijke oorzaken, triggers en instant houders van gedrag (m.b.v. observaties zoals ABC methode) 
Sarah Blom invloed kool benoemen

Gedragsvisite:  
Multidisciplinair overleg kernteam (SO, psy en VZ) alle facetten besproken


Hierna: ABC methode. Wat zie je, wat heb je gezegd en gedaan, wat was het effect. Emoties uit je naar een collega en de observaties moeten feitelijk worden gerapporteerd. Alvast mee beginnen voorafgaand aan gedragsvisite/crisisoverleg


Gekoppeld aan ABC methode filmpje van meneer met probleemgedrag?

Filmpje basketbal overgooien?
ABC-Methode
Een hulpmiddel om erachter te komen wat de oorzaak is van probleemgedrag van personen met dementie.  

A - Actie: welk gedrag vertoont jouw cliënt met dementie?
B - Bewegers: wat is de aanleiding voor het probleemgedrag?
C - Consequenties: welke gevolgen heeft het gedrag? 
      S- Samen bespreken                                                               

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn belangrijke punten als je een doel stelt bij probleemgedrag ?

Slide 23 - Question ouverte

Na het vaststellen/ bepalen van de probleemdefinitie wordt er een doel(en) opgesteld. Vraag stellen aan deelnemers. 

Na antwoorden bespreken: 
In probleemsituaties bestaan vaak meerdere mogelijkheden tot verbetering. Idealiter verdwijnt het probleemgedrag (de probleemsituatie) helemaal. Maar dat is niet altijd haalbaar. Wat is een realistisch doel? Wil je dat het gedrag helemaal stopt of dat het vermindert? Wil je dat het gedrag wordt geaccepteerd? Wat vindt de familie of mantelzorger? Let bij deze stap op een positieve formulering: wat wil je dat er wél is?  
Ga voor kleine stappen en beschrijf deze concreet. 
Vragen?
vragen?

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions