Probleemgedrag - voorkennis activeren

Probleemgedrag 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Probleemgedrag 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekst
Vormen van
probleemgedrag

Slide 2 - Carte mentale

Welke vormen van onbegrepen gedrag kennen jullie? 
Welke andere benamingen
ken je voor
probleemgedrag?

Slide 3 - Carte mentale

Dementie gaat, zoals bekend, gepaard met vormen van gedrag die problemen kunnen opleveren voor de persoon met dementie zelf en/of zijn omgeving. Voor dit gedrag worden er verschillende benamingen gebruikt:
  • Onbegrepen gedrag;
  • Gedragsproblemen;
  • Probleemgedrag;
  • Moeilijk verstaanbaar gedrag;
  • Moeilijk hanteerbaar gedrag;
  • Neuropsychiatrische symptomen;
  • Veranderend gedrag.

Wat is probleemgedrag?
A
Alle gedrag van de zorgvrager dat door zorgverleners als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren
B
Alle gedrag van de zorgvrager dat door de omgeving als een probleem wordt ervaren
C
Alle gedrag van de zorgvrager dat door de zorgvrager zelf als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 4 - Quiz

Onder probleemgedrag, ofwel 'onbegrepen gedrag', verstaan we alle gedrag van de cliënt dat door deze cliënt en/of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren. Veel probleemgedrag is afhankelijk van de situatie, de persoonlijkheidskenmerken van de cliënt zelf en de mensen om hem of haar heen.
Hoeveel procent van de zorgvragers met dementie vertoont probleemgedrag?
A
50-60%
B
60-70%
C
70-80%
D
80-90%

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stelling:
Probleemgedrag wordt veelal veroorzaakt door ernstige hersenschade

A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

"Een veelvoorkomend misverstand is de gedachte dat storend (of gestoord) gedrag veelal veroorzaakt wordt door ernstige hersenschade. 
Er is maar een kleine beschadiging aan het brein nodig om tot allerlei vreemde gedragsverschijnselen te geraken... en dat noemen wij dan weer probleemgedrag". 
(Het demente brein: Omgaan met probleemgedrag. Anneke van der Plaats)  
Hoe heet de taalstoornis waarbij een zorgvrager woorden niet meer goed begrijpt en gedachten niet goed kan verwoorden?
A
Agnosie
B
Afasie
C
Apraxie
D
Ataxie

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De stoornis waarbij een zorgvrager personen, voorwerpen of geuren niet meer herkend heet agnosie.
A
Waar
B
Niet waar
C

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke methodiek hanteren jullie bij probleemgedrag?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke vorm van dementie treden er vaak al snel persoonlijkheidsveranderingen op?
A
De ziekte van Alzheimer
B
Vasculaire dementie
C
Frontotemporale dementie
D
Parkinsondementie

Slide 10 - Quiz

Bij frontotemporale dementie zijn er vaak al snel sterke persoonlijkheidsveranderingen. 
Apathie
euforie
Agressie
Wanen
49 %
7 %
40 %
31 %

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

ABC Methode
A - Actie: welk gedrag vertoont jouw cliënt met dementie?
B - Bewegers: wat is de aanleiding voor het probleemgedrag?
C - Consequenties: welke gevolgen heeft het gedrag?
s - samen: bespreek mogelijkheden voor verandering met andere betrokkenen.


De ABCs-methode werkt het beste als je veel contact houdt met je cliënt en zijn naasten. Maak duidelijke afspraken met elkaar en bedenk met elkaar mogelijke oplossingen. Betrek je team als dat nodig is.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ga je om met alcohol en mensen met dementie?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Toe hoever mag onbegrepen gedrag gaan bij jou?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions