De voedingsquiz

1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

      Lesdoelen
  • je kunt de functies van voedingstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.
  • je kunt zes groepen voedingstoffen noemen met hun functies en kenmerken.
  • je kunt essentiële en niet-essentiële voedingstoffen onderscheiden. 
  • Je kunt de werking en functie van vertering, verteringsstappen en enzymen beschrijven.
  • je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
  • je kunt de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven.
  • je kunt de functies en kenmerken van de delen van het verteringstelsel noemen.
  • je kunt de verteringssappen noemen met hun functies. 

Slide 2 - Diapositive

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
      Lesdoelen
  • je kunt met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven. 
  • je weet wat een gezond gewicht is en welke keuzen daaraan kunnen bijdragen. 
  • je kunt mogelijke oorzaken en gevolgen van eetstoornissen noemen en enkele voorbeelden geven. 
  •  je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan. 
  • je kunt bij zoogdieren het verband aangeven tussen de voedselkeuze, de lengte van het darmkanaal en de kenmerken van het gebit. 

Slide 3 - Diapositive

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Welkom allemaal!
Pak je spullen:
  • Biologieboek
  • Schrift en pen 
  • Mobiel in de tas!

Mooi! Dan gaan we beginnen!

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De voedingsquiz

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voedingsstof?
A
Alles wat je eet of drinkt
B
alle onverteerbare stoffen in plantaardig of dierlijk voedsel
C
Alle stoffen in voedingsmiddelen die het lichaam kan gebruiken

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 6 voedingsstoffen zijn er?
.....
.....
.....
.....
.....
.....

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 4 groepen voedingsstoffen zijn er?

....
....
....
....

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingsmiddel of voedingsstof

Een glas cola
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen bouwstof?
A
Water
B
Mineralen
C
Eiwitten
D
Koolhydraten

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschermende stoffen zijn
A
mineralen en vitaminen
B
koolhydraten en eiwitten
C
mineralen en eiwitten
D
vitaminen en koolhydraten

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouwstoffen worden gebruikt om...

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In deze voedings-middelen zitten vooral:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In deze voedings-middelen zitten vooral:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In deze voedings-middelen zitten vooral:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In deze voedings-middelen zitten vooral:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is vertering
A
Het eten en verwerken van voeding
B
Het vermalen en uitscheiden van voeding
C
Van mond tot kont de hele weg met verteringssappen
D
Het kleiner maken van voeding en deze stoffen door je bloed laten opnemen

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je tong is een onderdeel van je verteringsstelsel
A
Onjuist
B
Juist

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de volgorde van het verteringsstelsel?

A
mond, maag, 12v- darm, dunne darm
B
mond, 12v- darm, dunne darm
C
mond, dunne darm, 12v- darm, maag

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de taak van het verteringsstelsel
A
Aansturen van organen en spieren
B
Klein maken en opnemen van voedingsstoffen
C
opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide
D
vervoeren van bloed

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mechanische vertering is.......

A
vertering door kauwen
B
vertering door enzymen

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Chemische vertering is ......

A
vertering door kauwen
B
vertering door enzymen

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen functie van de darmperistaltiek?
A
Voedselbrij kneden
B
Voedselbrij mengen
C
Voedselbrij voortduwen
D
Voedselbrij zuiveren

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is géén verteringssap?
A
Speeksel
B
Alvleeskliersap
C
Bloed
D
Darmsap

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van hoektanden?
A
Afbijten
B
Vasthouden
C
Malen
D
Vermengen

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke voedingsstof wordt (deels) in de maag verteerd?
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Vitaminen

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk orgaan wordt gal gemaakt?
A
De maag
B
De lever
C
De galblaas
D
De alvleesklier

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het orgaan waar de (verteerde) voedingsstoffen worden opgenomen?
A
Dunne darm
B
Blinde darm
C
Dikke darm
D
Twaalfvingerige darm

Slide 28 - Quiz

waardoor kan dit efficiënt gebeuren?
Mevrouw Boonstra is 75kg. Zij is 1 meter en 65 cm lang.
Bereken haar BMI en gebruik de tabel om te kijken of ze op een gezond gewicht zit.

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Kun je overgewicht hebben en toch ondervoed zijn?
Ja, dat kan
nee, dat kan niet

Slide 30 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Je bent zwaarder dan het gewicht dat bij je leeftijd past. Hoe noemen we dit?
A
Ondergewicht
B
Overgewicht
C
Anorexia
D
Boulimia

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zorg je voor een gezond dieet volgens de schijf van vijf?
A
Eet elke dag uit elk vak evenveel
B
Eet elke dag uit alle vakken iets, in de juiste verhouding
C
Eet vooral groente en fruit
D
Eet weinig ongezonde dingen

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 5: Wat is géén schijf uit de Schijf van Vijf?
A
Dranken
B
Groente en fruit
C
Smeer- en bereidingsvetten
D
Tussendoortjes

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

welke van de volgende methoden wordt het meest verhit
A
Pasturiseren
B
Pekelen
C
Conserveren
D
Steriliseren

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

de volgende is geen conserveringsmiddel
A
Suiker
B
Peper
C
Zuur
D
e-nummers

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

conserveren via vacuüm verpakking berust op
A
lucht onttrekken
B
onleefbare situatie door veel zout
C
niet leefbare lucht toevoegen
D
vocht onttrekken

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de volgende methoden wordt het meest verhit
A
Pasturiseren
B
Pekelen
C
Conserveren
D
Steriliseren

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De volgende is geen conserveringsmiddel
A
Suiker
B
Peper
C
Zuur
D
e-nummers

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Conserveren via vacuüm verpakking berust op
A
lucht onttrekken
B
onleefbare situatie door veel zout
C
niet leefbare lucht toevoegen
D
vocht onttrekken

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke groep zal je het langste darmkanaal in verhouding van het lichaam vinden?
A
Carnivoren
B
Herbivoren
C
Omnivoren

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

hoe wordt een alleseter ook wel genoemd?
A
carnivoor
B
herbivoor
C
omnivoor
D
veelvraat

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke dieren hebben geen hoektanden
A
Herbivoren
B
Omnivoren
C
Carnivoren

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een planteneter noemen we ook wel een ..
A
Omnivoor
B
Herbivoor
C
Carnivoor
D
Insectivoor

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor een soort kies is dit?
A
plooikies
B
knobbelkies
C
knipkies
D
Is geen tand

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen oorzaak van overgewicht?
A
Te veel koolhydraten eten
B
Te veel vet eten
C
Te weinig bewegen
D
Te veel eiwitten eten

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een jongen mag 12100KJ per dag, hoeveel Kcal is dat per dag? (1Kcal= 4,2 KJ)

A
2881 kcal
B
3286 kcal
C
2190 kcal
D
2381 kcal

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel KJ energie krijgt Niamara extra binnen met tussendoortje? Ze eet cake (400), een zakje chips (700) en een saucijzenbroodje (1300).

Slide 47 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe lang moet zij joggen(29,3 KJ per minuut) om die extra energie weer kwijt te raken?


Slide 48 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions