Les 4 ANA Blok 3 HPO

• Verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Les 4 Anatomie

Spijsvertering

Welke bloedsomloop
staat hier afgebeeld?

1. Kleine bloedsomloop
2. Grote bloedsomloop

kleine bloedsomloop

grote bloedsomloop

Wat is de kleine bloedsomloop?

1. hart - alle organen - hart
2. hart - hersenen- hart
3. hart - longen - hart

1

2

3

Longblaasjes

Luchtpijp

Long

Spijsvertering

Na deze les weet je:

- uit welke onderdelen de spijsvertering bestaat

- hoe bloedsuiker wordt gereguleerd

- hoe de uitscheiding wordt geregeld

Waar begint de spijsvertering

1. Darm
2. Mond
3. Maag
4. Anus

spijsvertering

Voordat je lichaam voedingsstoffen uit je eten kan opnemen, moet het eerst bewerkt worden.

Dit noem je verteren en vindt plaats in het spijsverteringsstelsel.

Spijsvertering

Mond - kauwen en speeksel bewerkt voedsel

Slokdarm - verbinding mond en maag

maag - maalt het eten fijn

Darmen: 12 vingerige darm, dunne darm en dikke darm

Galsappen en alvleeskliersappen in 12-v darm gespoten

Voedingsstoffen worden opgenomen, afvalstoffen worden uitgepoept.

Maagzuur en maagzweer

Hoe ontstaan ze?

- Maagzuur: zure maaginhoud vloeit terug in slokdarm

- Maagzweer: beschadigde wand van de maag

Verdere klachten spijsvertering

Maagzuur

Diarree

Obstipatie 

Spastische darm (IBS)

Wat betekent obstipatie?

1. Buikontsteking
2. Darmklachten
3. Droge ontlasting
4. Verstopping

wat is het kenmerk van diarree?

1. ontlasting is vloeibaar
2. ontlasting is dik
3. ontlasting komt in kleine hoeveelheden
4. ontlasting komt 1 keer per dag

Bloedglucose regeling

Glucose (suiker) = belangrijke brandstof

Glucose in dunne darm opgenomen in bloed

Insuline stopt glucose in de cellen

Anders heel hoog bloedsuiker !

Insuline is de sleutel die de cel opent voor suikermolecuul

Diabetes type I en II 

Geen of te weinig insuline aanmaak in alvleesklier

suiker hoopt zich op in het bloed 

ZOET bloed ! Slecht voor organen

Behandeling: Insuline inspuiten of pillen slikken 

Uitscheiding

Afvalstoffen kwijt raken

Die heb je niet nodig

Geeft klachten als je het niet kwijt raakt !

Uitscheiding door 4 manieren

- Ademhaling (koolstofdioxide)

- Zweet

- Urine via nieren en blaas

- Ontlasting via darmen

problemen bij uitscheiding

blaasontsteking

nierbekkenontsteking

obstipatie / diarree

longontsteking

teveel of te weinig zweten

1

2

4

3

Ademhaling

Urine / nieren

Ontlasting / darmen

Transpireren / zweten

opdrachten 

17 en 18 gemaakt

klassikaal maken we ook 19 en 20

Huiswerk in begeleide uur

Maak opdracht 17, 18, 19 en 20 boekje 3

p. 16-19