12.4 Verbranding

12.4 Verbranding
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

12.4 Verbranding

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je nog van?

Kennistest

Slide 2 - Diapositive

Er volgen nu vragen om de voorkennis van de leerling te testen.
bemesten
krachtvoer
gewasbeschermingsmiddelen
hygiëne
plaag
antibiotica

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Accumulatie is ...
A
.. het ophopen van gifstoffen in het milieu
B
.. het afbreken van gifstoffen door het milieu
C
.. het afbreken van gifstoffen door een ziekteverwekker
D
.. het ophopen van gifstoffen in organismen

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke organismen nemen sterk toe bij waterbloei?
A
Koeien
B
Algen
C
Waterhoentjes
D
Eendenkroos

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbranding

Slide 7 - Diapositive

Verschillende vormen van verbranding
Verbranding
Bij verbranding reageert een stof met zuurstof waarbij er Ernergie vrijkomt (warmte, licht) en afvalstoffen ontstaan.

Er zijn drie voorwaarden voor een verbranding:
  1. Brandstof
  2. Zuurstof
  3. Ontbrandingstemperatuur


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbrandingsproducten
Wanneer een stof verbrandt, reageert het met zuurstof. Er ontstaan dan nieuwe stoffen.

Bij de verbranding van aardgas, glucose en veel andere brandstoffen ontstaan Koolstofdioxide en waterdamp als vebrandingsproduct.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onvolledige verbranding
Wanneer en niet genoeg zuurstof is, loopt de verbrandingsreactie niet goed door. Er ontstaan dan andere verbrandingsproducten zoals roet (C) en het giftige koolstofmonoxide (CO)

Een onvolledige verbranding is vaak te herkennen aan een gele vlam, een volledige verbranding heeft een blauwe vlam.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Explosies
Wanneer zuurstof en brandstof in precies de juiste verhouding aanwezig zijn, kan de verbrandingsreactie extreem snel gaan. De gassen die hierbij vrijkomen zetten zich enorm snel uit en veroorzaken dan een explosie.
Explosies

Wanneer zuurstof en brandstof in precies de juiste verhouding aanwezig zijn, kan de verbrandingsreactie extreem snel gaan. De gassen die hierbij vrijkomen zetten zich enorm snel uit en veroorzaken dan een explosie.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fossiele brandstoffen
  • Ontstaan uit resten planten en dieren
  • We verbruiken meer dan er wordt gemaakt
  • Voorraad raakt op

Voorbeelden:
  • Aardgas en aardolie
  • Steenkool

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Broeikaseffect
  • De aarde werkt als een kas
  • Zonder broeikaseffect is het -18 graden
  • Versterkt broeikaseffect
  • CO2 : koolstofdioxide

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbranding en het milieu
Verbranding en het Milieu
Verbrandingsproducten komen vrij in het milieu en kunnen schadelijk zijn.

Koolstofdioxide is een broeikasgas dat bijdraagt aan een versterkt broeikaseffect.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Broeikaseffect
Natuurlijk broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Luchtvervuiling

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In sommige brandstoffen zit stikstof (N) of zwafel (S)
Als deze stoffen verbranden ontstaan er stikstofoxiden(NOx) en zwafeloxiden (SO2).
Hierdoor kan er zure regen ontstaan. Dit is erg schadelijk voor de natuur, maar ook voor gebouwen.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In verbrandingsgassen zitten miniscule stofdeeltjes die we fijnstof noemen. Deze kunnen in grote hoeveelheden schadelijk zijn voor je longen en luchtwegen

Wanneer het erg warm is en er staat weinig wind, kan de laag verbrandingsgassen blijven hangen, dat heet Smog.
Ongezond voor je longen en kan leiden tot benauwdheid.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Andere manieren om je huis te verwarmen
Andere manieren om je huis te verwarmen
Je kunt de energie van de zon gebuiken om water te verwarmen, water word door een zonnecollector gepompt en het warme water word opgeslagen in een boiler.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aardwarmte is een methode waarbij je gebruikt maakt van de warmte van de aarde zelf. Het binnenste van de aarde is erg warm en deze warmte kun je gebruiken door koud water naar beneden te pompen waar het opgewarmd wordt. Daarna kan je het warme water weer omhoog pompen. Het nadeel is dat deze methode nog erg duur is

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom gaat een kaars
uit als je er een potje
overheen zet?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de drie voorwaarden voor een verbranding?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Als een gasbrander een gele vlam heeft, wat voor soort verbranding is er dan?
A
Volledige verbranding
B
Onvolledige verbranding

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het versterkt broeikaseffect?

Slide 24 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

welke stoffen veroorzaken zure regen?
A
Koolstofdioxide
B
Koolstofmonoxide
C
Stikstofoxiden
D
Zwaveloxiden

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

VRAGEN?

Slide 26 - Diapositive

Wisselmoment: vragen?
Weektaak
Bouwsteen 12.4 opdracht 1 t/m 21 (18 overslaan).

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kei en ei
Kei = goed of leuk moment
ei = minder goed of minder leuk moment
Van al mijn lessen!

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions