Geluid maken en horen 7.1

Hoofdstuk 7 Geluid
Paragraaf 7.1 Geluid maken en horen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo k, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 7 Geluid
Paragraaf 7.1 Geluid maken en horen

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je vandaag leren
  • Wat geluid eigenlijk is
  • Hoe geluid "gemaakt" wordt
  • Hoe snel het geluid zich beweegt
  • Hoe het kan dat wij geluid horen

Slide 2 - Diapositive

Wat is geluid?

Slide 3 - Diapositive

Geluid is...
  • een trilling (let maar op;))
  • heeft altijd een bron nodig, iets dat de trilling veroorzaakt
  • heeft iets nodig om doorheen te reizen ( let maar op;))
  • verplaatst zich als een golf

Slide 4 - Diapositive

Geluidssnelheid
De snelheid van het geluid is:
340 m/s
x 3,6=
ong. 1225 km/h

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Horen
Wat gebeurt er in ons oor als we iets horen?
  • Wat weten we al over geluid?
  • Kun je dat toepassen op het horen?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Check
Wat hebben we vandaag geleerd?
  • Wat is geluid eigenlijk?
  • Hoe wordt geluid gemaakt?
  • Hoe snel beweegt het geluid zich?
  • Hoe kan het dat wij geluid horen?

Slide 9 - Diapositive

Huiswerk voor de volgende les
Lezen van de tekst en maken van de opdrachten van paragraaf 7.1.

Succes!

Slide 10 - Diapositive

herhaling
- Heeft een medium nodig
- verplaatst zich in golven
met de snelheid van het geluid
(343 m/s)

afstand = snelheid x tijd

Slide 11 - Diapositive

Hoe heet het onderdeel van het oor dat er voor zorgt dat geluid om wordt gezet in een elektrisch signaal?
A
Hamer
B
Stijgbeugel
C
Aambeeld
D
Slakkenhuis

Slide 12 - Quiz

Wat is ongeveer de snelheid van het geluid in km/h?
A
1225 km/h
B
2250 km/h
C
750 km/h
D
225 km/h

Slide 13 - Quiz

Wat is geen geluidsbron?
A
Microfoon
B
Gitaar
C
Luidspreker
D
Bel

Slide 14 - Quiz

Waar kan geluid zich niet doorheen bewegen?
A
Lucht
B
Water
C
Beton
D
Vacuüm

Slide 15 - Quiz

Wat heeft geen invloed op de toonhoogte van een trillende snaar?
A
De lengte van de snaar
B
De dikte van de snaar
C
De spanning van de snaar
D
De kleur van de snaar

Slide 16 - Quiz

Paragraaf 2: Toonhoogte en frequentie

Slide 17 - Diapositive

toonhoogte bij snaarinstrumenten
afhankelijk van:

dikte snaar
lengte snaar
spanning snaar

Trillingstijd

Slide 18 - Diapositive

frequentie
frequentie = aantal trillingen per seconde
(eenheid Hertz, Hz)

Bij 100 Hz duurt 1 trilling 1/100 sec.

f  =  1  /  T

Slide 19 - Diapositive