NEWTON: Geluidsbronnen en geluidstrillingen

Geluid
Geluidsbronnen en geluidstrillingen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Geluid
Geluidsbronnen en geluidstrillingen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

DEZE LES
Wat weet je nog van...
Uitleg
Zelfstandig werken
JE GAAT LEREN OVER
  • hoe je de toonhoogte verandert bij een snaarinstrumen;
  • wat de rol van een klankkast is;
  • de trillingstijd en frequentie aflezen;
  • rekenen met trillingstijd en frequentie.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quizizz

Slide 3 - Diapositive

Kennisvragen over alle voorliggende hoofdstukken
https://quizizz.com/admin/quiz/63a4ad2cde5719001f65b9a4?source=quiz_share 
Uitleg
Laptops dicht

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

GELUIDSBRON
Geluid wordt gemaakt door een geluidsbron.

  • kunstmatige geluidsbron: door de mens gemaakt
  • natuurlijke geluidsbron: geluiden uit de natuur

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stemvork

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Toonhoogte
Er zijn veel verschillende muziekinstrumenten.
Een instrument met snaren noem je een snaarinstsrument. 
Als je de snaren van een snaarinstrument laat trillen, maken ze geluid. De snaren zitten vast aan een klankkast. Daardoor wordt het geluid harder en kun je het goed horen.
Sommige instrumenten hebben heel veel snaren, zoals de piano en de harp. Andere instrumenten hebben weinig snaren, zoals de gitaar en de contrabas.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een snaarinstrument stemmen
Snaren kun je spannen. Spannen betekent: de snaren strakker aantrekken. Meestal gaat dat met een schroef op het instrument.  Een strakke snaar geeft een hoge toon. Maak je de snaar losser, dan wordt de toon lager. Op die manier kun je het instrument stemmen. De tonen klinken dan weer zuiver.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleutelbegrippen
geluidsbron, trilling, toonhoogte, klankkast.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

geluid horen 
de trillingen worden door de tussenstof doorgegeven vanaf de geluidsbron. 

de trillingen komen bij de geluidsontvanger en deze "hoort" dan het geluid.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

TUSSENSTOF
De tussenstof geeft de trillingen door van de geluidsbron naar je oor.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Trillingstijd

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Frequentie
Frequentie is het aantal trillingen per seconde.
Het symbool voor frequentie is de kleine letter f. 
De frequentie wordt gemeten in hertz (Hz). 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Frequentie
frequentie = 1 ÷ trillingstijd

  
f = 1 ÷ T
f=T1

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld
Een voorwerp trilt met een frequentie van 250 Hz.
Hoe vaak trilt het voorwerp in 5 seconden?

Frequentie x tijd
250 Hz x 5 sec. = 1250 trillingen


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Frequentiebereik
ultrasoon geluid: hoge frequentie, mens kan dit niet horen.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleutelbegrippen
trillingsdiagram, trillingstijd, frequentie.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

DE SNELHEID VAN GELUID

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

GELUIDSSNELHEID
De snelheid waarmee geluid zich verplaatst noem je de geluidssnelheid

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weektaak
6.5 Geluidsbronnen
A t/m D


Werk aftekenen?
Zet je naam op het bord en 
werk zelfstandig verder

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions