Les 6A: Communiceren met mensen ( di)

Les 6: communiceren
Let op: Niet meer het basisboek Sociaal werk
Sociaal werk 1
Thema 11.1 /11.2/11.3



Meerkeuzetoets + casus in toetsweek
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
SociaalMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Les 6: communiceren
Let op: Niet meer het basisboek Sociaal werk
Sociaal werk 1
Thema 11.1 /11.2/11.3



Meerkeuzetoets + casus in toetsweek

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen

Je weet hoe je je communicatie kunt aanpassen aan verschillende doelgroepen
Je kent het verschil tussen informatie en instructie
Je kent het verschil tussen voorlichting en advies
Je gaat een instructie schrijven en advies geven (opdracht in Teams)


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communicatie met doelgroepen
Let op verbale en non-verbale communicatie
Verplaats je in de situatie van de mensen uit je doelgroep

Laaggeletterdheid: mensen hebben veel moeite met lezen en/of schrijven.
Wat zijn hier de oorzaken voor?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Laaggeletterdheid
  • Taalarme thuisomgeving
  • Lichamelijk beperkingen zoals slechtziendheid of slechthorend
  • Geestelijke beperkingen zoals hersenletsel of cognitieve beperkingen
  • Leer- en gedragsstoornissen
  • Slecht onderwijs of onbegrip tussen leerkracht en leerling

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Informatie en instructie
Als je informatie vraagt, krijg je gegevens, kennis. Dit gaat ergens over.
Informatie geeft je objectief: op basis van feiten, zonder te interpreteren of je mening erin te verwerken.
Instructie is meer dan informatie. Het uitvoeren van bepaalde handelingen op een goede manier, volgorde.
Denk aan recept, handleiding of gebruiksaanwijzing.
Dyslexie: mensen zien de letters bewegen op papier. letters wordt door elkaar gehaald, geen verschil zien tussen p en q, tussen 6 en 9. Heeft niks met intelligentie te maken. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vliegtuigje
Als ik zeg, vouw een vliegtuigje, dan krijg je verschillen.


Vouw een vliegtuigje volgens de instructie die je hiernaast ziet.

Slide 6 - Diapositive

Bron: https://nl.123rf.com via Google
Een instructie schrijven
  • Een instructie schrijf je in de gebiedende wijs, dat betekent dat de meeste zinnen beginnen met een werkwoord (doe-woord). 
  • instructie is meer dan informatie. Je geeft informatie en je vertelt wat de ander met die informatie moet doen. 
  • Soms is het ook belangrijk dat je bepaalde dingen nodig hebt, de ingrediënten of benodigdheden. Hiervoor maak je een lijstje.
  • doel -> je doel is dat de ander bepaalde handelingen op een goede manier uitvoert. 
  • Bij een instructie moet je ook aandacht besteden aan hoe je tekst eruit ziet, de lay-out. Schrijf korte en duidelijke zinnen, maak gebruik van plaatjes, gebruik een titel en kopjes. 




Schrijf geen overbodige informatie bij een instructie. 

Slide 7 - Diapositive

Kijk bij de eerste serie lessen schrijfvaardigheid als je nog wat wilt weten over de opmaak, lay-out, van een tekst.

Maak gebruik van verschillende bronnen bij het schrijven van je instructie. Hierbij kun je denken aan het internet, een boek, een klasgenoot, een familielid, een vriend(in), enz.
Voorlichting en advies
Voorlichting: Je geeft personen informatie over alle belangrijke punten van een onderwerp. Je draag kennis over. Je stuurt het gedrag van een persoon of groep. Hierdoor kan deze zich beter een mening vormen of een beslissing nemen.
Drie vormen:
Actieve voorlichting: voorlichting gaat uit van een voorlichter. Een publiek alvast inlichten/kennis geven. Bijv. vluchtelingen & informatie avonden. 
Passieve voorlichting: informatie is al beschikbaar bijv. op een website. zelf op zoek gaan of er naar vragen. ( bijv. zwangere vrouw)
Subjectieve voorlichting: informatie waarin je mening is verwerkt (stuurt gedrag) bij beide voorlichtingen. 


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorlichting en advies
Advies: is dwingender (bij voorlichting kunnen mensen zelf beslissen) Advies is altijd specifiek en gericht op een persoon en diens situatie.
Ongevraagd advies: iemand die rookt en naar de huisarts gaat krijgt meestal een dwingend advies. ( stoppen met roken)
Gevraagd advies: zelf om advies vragen. vb. WMO loket om advies vragen voor wat hij of zij moet doen aanpassingen in zijn woning 
Drie fasen in advies gesprek:
1. Probleem in kaart brengen
2. Mogelijke oplossingen bespreken
3. Tevredenheid peilen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het spreekschema moet voldoen aan het model: inleiding, middenstuk, afronding. 11.5

De inleiding bevat:
pakkende verrassende opening, de kern of hoofdgedachte van de toespraak in één of twee zinnen. 
doel: waarom je dit verhaal vertelt, wat je van je publiek verwacht en welk belang het publiek heeft om naar je te luisteren. aankondiging van de hoofdpunten die je gaat behandelen.
Het middenstuk bevat:
een uitwerking van de hoofdpunten in een logische volgorde, zo nodig onderverdeeld in subonderwerpen.
Het slot / afronding moet bevatten:
samenvatting van de hoofdpunten - herhaling van de kern of hoofdgedachte
herhaling van het doel of eventueel het appel dat je op je publiek doet 3. treffende slotzin 
afronding: treffende slotzin.



Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Psycho- educatie
Leven met een handicap, ziekte of stoornis is voor veel mensen moeilijk. Ze voelen zich belemmerd en beperkt in hun dagelijks leven. Ze gaan negatiever denken over zichzelf en ontwikkelen een negatief zelfbeeld. Een negatief zelfbeeld kan leiden tot depressies. Het werkt als een neerwaartse spiraal. Maar zo hoeft het niet te gaan. Je kunt deze cliënten helpen met psycho-educatie.
Psycho-educatie houdt in dat je mensen helpt zo min mogelijk hinder te ondervinden van hun ziekte, handicap of stoornis. Hierdoor groeit het zelfvertrouwen en zo ontstaat een positiever zelfbeeld. Psycho-educatie wordt veel gebruikt bij autisme, maar werkt ook bij andere aandoeningen.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions