Lezen H3 en H4 tekstverbanden, signaalwoorden en leesstrategieën

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Welkom en fijn dat je er bent!

Hoofdstuk 3 + 4 Lezen - tekstverbanden en signaalwoorden

• Lezen
• Lesson Up - de code toevoegen voor wie er niet was
• Huiswerk en stencil nakijken 5 min.
• Vragen?
• Leren voor de toets

LESSON UP CODE

3ma:     rwmmi

LESSON UP CODE

3mf:     wzjqw

LEZEN

NAKIJKEN

Tekstverband - Signaalwoord

Opsomming           ten eerste, ten tweede, bovendien, ook, tevens, om te 

                                                                                                                       beginnen, ten slotte

Tegenstelling         echter, toch, maar, aan de ene kant......daarentegen, hoewel

Voorbeeld                bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou, onder andere 

Tijdsvolgorde         vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, nadat

Oorzaak - gevolg  daardoor, doordat, zodat, de oorzaak hiervan is, waardoor

Voorwaarde            als.... dan, indien, tenzij, mits

Leesstrategieën

Oriënterend?

Intensief? 

Scannend? 

Zoekend?

Globaal? 

TEKST:

Wat doe je, wat zie je, wat valt je op, waar kijk je eerst naar, wat lees je eerst, lees je alles, alleen de (tussen)kopjes, of toch ook de eerste (en laatste) regel van de alinea’s enzovoort.

Vraag je af wat het onderwerp is, of vat de hoofdgedachte samen als je de tekst gelezen hebt. Waar gaat het eigenlijk over?

TOETS

Theorie is te vinden op blz. 68 en 96. Hier staan 6 tekstverbanden met bijbehorende signaalwoorden.

Let ook op de rode ik kan/weet onderaan het einde van het hoofdstuk.

Onderwerp - hoofdgedachte

Waar staat de belangrijkste info?

Wat is een signaalwoord?

Hiermee wordt een verband  aangegeven tussen verschillende alinea’s of zinnen.

Je kan ‘signaleren’ dat er in de tekst sprake is van een opsomming, een tegenstelling, een chronologisch verband, een voorbeeld, voorwaarde of een oorzaak en gevolg.

Wat is een tekstverband?

De samenhang tussen woorden, zinnen en alinea’s in een tekst.

Die samenhang wordt aangegeven door signaalwoorden als later, terwijl, ten eerste, ook, maar, toch, echter.

Door te letten op tekstverbanden, begrijp je de tekst beter.

Evaluatie

• Wat ging er goed?

• Wat kan beter?