1mk - meer dan lezen par 4

H1 - lezen
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H1 - lezen

Slide 1 - Diapositive

Programma
- Welkom
- Doelen
- Instructie
- Aan het werk
- Evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Doelen
Aan het einde van de les

- weet je het verschil tussen leesdoelen en tekstdoelen
- ken je 3 tekstdoelen
- weet je welke tekstsoorten bij die tekstdoelen horen
- weet je wat het begrip 'publiek' inhoudt bij teksten

Slide 3 - Diapositive

Instructie
Lezen van een tekst --> bedoeling --> je wilt daar iets mee bereiken --> leesdoel

Schrijver van een tekst --> bedoeling --> schrijver wilt iets bereiken --> tekstdoel

Schrijver schrijft voor de lezers --> publiek

Slide 4 - Diapositive

Tekstdoelen
Je leert nu de volgende tekstdoelen: 

- informeren: de schrijver wil dat je iets te weten komt
- instrueren: de schrijver wil dat je leert hoe je iets moet doen
- overtuigen: de schrijver wil dat je zijn mening overneemt

Slide 5 - Diapositive

Tekstsoorten en tekstvormen
Bij ieder tekstdoel horen een tekstsoort en een tekstvorm.  

Slide 6 - Diapositive

Aan het werk
Wat?                    Opdr. 1 t/m 8
Hoe?                   Zelfstandig, serieuze antwoorden geven!
Hulp?                  Vraag je docent
Tijd?                     Ca. 30 minuten, ook voor de volgende les
Klaar?               Leesboek
Uitkomst?         Goed nakijken.
Huiswerk?         -

Slide 7 - Diapositive

Evaluatie
Aan het einde van de les

- weet je het verschil tussen leesdoelen en tekstdoelen
- ken je 3 tekstdoelen
- weet je welke tekstsoorten bij die tekstdoelen horen
- weet je wat het begrip 'publiek' inhoudt bij teksten

Slide 8 - Diapositive

De schrijver wil dat je leert hoe je iets moet doen. Het tekstdoel =
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen

Slide 9 - Quiz

De schrijver wil dat je dezelfde mening krijgt als hij/zij. Het tekstdoel =
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen

Slide 10 - Quiz

De schrijver wil je iets nieuws vertellen. Het tekstdoel =
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen

Slide 11 - Quiz