le présent verbes en -er

présent maken
werkwoordsvorm = stam + uitgang
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

présent maken
werkwoordsvorm = stam + uitgang

Slide 1 - Diapositive

stam
het hele werkwoord eindigt op -er
laat de er weg

Slide 2 - Diapositive

uitgangen
elk onderwerp krijgt een andere uitgang; deze moet je goed leren want ze gelden voor alle regelmatige werkwoorden die eindigen op -er

Slide 3 - Diapositive

de uitgangen
je + e
tu + es
il + e
elle + e
on + e

Slide 4 - Diapositive

uitgangen
nous + ons
vous + ez
ils + ent
elles + ent

Slide 5 - Diapositive

je
voor regarder
A
regardons
B
regard
C
regardes
D
regarde

Slide 6 - Quiz

il
voor parler
A
parle
B
parles
C
parl
D
parlent

Slide 7 - Quiz

nous
voor
trouver
A
trouver
B
trouvons
C
trouvez
D
trouve

Slide 8 - Quiz

elles
voor marcher
A
marche
B
marchez
C
marchent
D
marcher

Slide 9 - Quiz

vous
voor
penser
A
pensez
B
penser
C
pense
D
pensons

Slide 10 - Quiz