Carrousel Food Les 1.7

Carrousel FOOD
LES 1.7
E. Hobo
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Carrousel FoodMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Carrousel FOOD
LES 1.7
E. Hobo

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Theorie;
- Ik weet wat ik nodig heb als ik cake wil maken.
- Ik weet wat additieven zijn.
- Ik weet welke informatie er op een etiket hoort te staan.
Praktijk;
We maken iets lekkers in de oven en maken een etiket met de juiste informatie.

Slide 2 - Diapositive

Wat zit er in cake en waarom?
In de vorige les heb je het verschil geleerd tussen bloem en meel. Weet je het nog?
Bloem is de gemalen witte kern van een graankorrel.
Je gebruikt gelijke delen bloem, suiker en boter in de cake.
Maar ook een beetje bakpoeder en eieren.

Slide 3 - Diapositive

Waarom bakpoeder?
Bakpoeder zorgt voor de rijzende werking voor je baksel.
Bakpoeder is een volledig voor jou in elkaar gezet rijsmiddel. 
Dit betekent dat alles al aan het rijsmiddel is toegevoegd: zout, zuur en een stabilisator. 
Wanneer je een zuur ingrediënt aan je baksel toevoegt kun je beter baking soda gebruiken. 
WEETJE: in zelfrijzend bakmeel zit al bakpoeder

Slide 4 - Diapositive

Waarom eieren?
Eieren zijn profs in het opnemen van lucht als je ze klopt, waarbij tijdens het bakken de lucht uitzet en je baksel rijst. 
Eiwit zet tijdens het bakken een stevig netwerk op, waardoor ze voor veerkracht en stevigheid zorgen.
Eigeel zorgt voor een goede verdeling van het vocht en vet in je baksel en maken het zacht en smeuïg.

Slide 5 - Diapositive

Waarom boter en suiker?
Boter en suiker zorgen voor tegenwicht. Zij maken de cake zacht en vochtig. Botervet smeert de bloemeiwitten waardoor gluten zich minder goed kunnen vormen.

En vanillesuiker dan? 
Omdat het een heerlijke smaak geeft aan de cake.

Slide 6 - Diapositive

Additieven?
Een additief (hulpstof) is een stof die om technische redenen wordt toegevoegd aan een voedingsmiddel. Voorbeelden zijn kleurstoffen, smaakstoffen en conserveermiddelen. Een rijsmiddel is een stof die luchtbelletjes creëert in een deeg of beslag zodat het luchtiger wordt hiervoor gebruikt men desem of gist. Als alternatief voor gist bestaan er rijsmiddelen, bijv.  bakpoeder.

Slide 7 - Diapositive

Praktijk 1

Slide 8 - Diapositive

Praktijk 2
Als jouw cakejes in de oven staan en je hebt afgewassen en opgeruimd ga je een etiket maken.
Op een etiket hoort bepaalde informatie te staan over het product (de cakejes) over de voedingsmiddelen (waar is het van gemaakt), de naam van het product, de naam van de leverancier enzovoort.
JIj gaat (voor het eerst?) een etiket maken.

Slide 9 - Diapositive

Jouw etiket
Het volgend moet op je etiket staan.
- Wat is het (cakejes) en hoeveel (6? of 5? of 2?)
- jij bent de maker dus jouw naam
- handig als je weet wanneer het gemaakt is, datum vandaag
- handig als je weet hoe lang cakejes houdbaar zijn TGT (te gebruiken tot) de datum van 4 dagen na vandaag 
- Ingrediënten/grondstoffen dus wat zit er in
Wat er NIET op moet is het recept! 

Slide 10 - Diapositive

Officieel zo
naam van het product
naam en adres van de producent
ingrediënten
houdbaarheidsdatum
E-nummers
productiecode of partijcode
hoeveelheid

Slide 11 - Diapositive

Versieren?

Als er tijd is (na het maken van je etiket) kan je versieren met....

Slide 12 - Diapositive

Glazuur
Fondant

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag!
timer
1:10:00

Slide 14 - Diapositive