Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Goedemorgen!
This is the place to Bio
Slide 1 - Diapositive
Basisstof 1:
Het zintuigstelsel
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
Je kunt de relatie van het zintuigstelsel met het zenuwstelsel beschrijven.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Wat nemen we waar?
We nemen prikkels waar.
Externe prikkels: veranderingen in je omgeving (buiten je lichaam)
Interne prikkels: Veranderingen in je lichaam
Slide 5 - Diapositive
Adequate prikkels
Zintuigencellen hebben een adequate (= specifieke) prikkel waarop ze reageren.
Ze kunnen ook niet adequate prikkels waarnemen maar de drempelwaarde is dan hoger.
Als je met een zaklamp in je neus schijnt, ruik je dan licht?
Slide 6 - Diapositive
Proprioreceptoren
receptoren die gevoelig zijn voor de toestand van een bepaald orgaan, bijv.:
Spanning: spierspoeltjes en peesspoeltjes
Stand: evenwichtszintuig in het oor
Slide 7 - Diapositive
Mechanische receptoren
(1)
Reageren op verschillende vormen van mechanische energie (druk, tast, beweging, geluid).
Prikkel wordt waargenomen als het celmembraan bewogen wordt.
Slide 8 - Diapositive
Gehoorreceptor
Werking:
Als de stijgbeugel tegen het venster tikt dan komt de vloeistof in beweging.
De trilharen die in het slakkenhuis op de cel zitten, worden in beweging gebracht.
Deze veroorzaken een impuls door de cel.
De zintuigcel geeft neurotransmitter af aan de gevoelszenuwcel.
Hoe sterker de prikkel, hoe meer impulsen ontstaan.
Slide 9 - Diapositive
Evenwichtreceptor
Receptoren in de wand van twee zakjes en in drie halfcirkelvormige kanalen.
Zakjes met kristalletjes op haartjes v/d receptorcellen. Verandering houding - kristalletjes drukken anders op die haren, dit veroorzaakt impulsen.
Bewegingen in de vloeistof in de kanalen ten opzichte van de wand worden waargenomen.
Slide 10 - Diapositive
Receptoren in de huid
Tast- en drukreceptoren: adequate prikkel = vormverandering
Temperatuurreceptoren registeren of het voorwerp/ de lucht, warmer of kouder is dan je huid (verschillen waarnemen)
Pijnreceptoren = vrije zenuwuiteinden die een pijnwaarwording geven bij lichte of dreigende schade, bij echte beschadiging hevige pijn (pijn waarschuwt tegen gevaar)
Slide 11 - Diapositive
Lichtreceptoren
Liggen in het netvlies
Reageren op contrasten in donker en licht (staafjes)
Reageren op kleuren (kegeltjes)
Slide 12 - Diapositive
Prikkeldrempel
Minimale sterkte van eeen prikkel moet behaald worden om het potentiaal te vergroten naar -50 mV, anders ontstaat er geen prikkel.
Prikkeldrempel: minimale sterkte van een prikkel voor het ontstaan van een impuls
Slide 13 - Diapositive
Gewenning / adaptatie
Ontstaat bij dagelijkse blootstelling aan een prikkel.
bijv. kleding dragen.
De zintuigcellen geven de prikkel nog wel door maar worden steeds minder gevoelig voor de prikkel, de impulsfrequentie neemt af (prikkeldrempel wordt niet overschreden).
Ook de hersenen reageren niet meer altijd op de impulsen
Bij pijnzintuigen treedt geen adaptatie op!
Slide 14 - Diapositive
Motivatie is de combinatie van externe en interne prikkels
De interne prikkel is hier laag (geen hongergevoel), maar de externe prikkel is hoog (erg lekker eten). Dit levert samen voldoende motivatie op om het ijsje te eten
Hier zou je onvoldoende motivatie hebben. Zowel de interne als externe prikkel zijn laag
Als de interne prikkel hoog genoeg is dan is er maar een lage externe prikkel nodig om voldoende motivatie te hebben om te eten
Slide 15 - Diapositive
Interne prikkels --> lichaamstemperatuur
Externe prikkels --> zonlicht
Motivatie --> bereidheid om bepaalde gedragssystemen uit te voeren.
Slide 16 - Diapositive
Aan de slag
Maken
Opdrachten 1 t/m 7 (en 8 t/m 10)
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Je maag geeft een signaal af dat deze vol is. 1. Is dit een interne of externe prikkel? 2. Is je motivatie om te eten op dat moment hoog of laag?
A
Interne prikkel; motivatie laag
B
Interne prikkel; motivatie hoog
C
Externe prikkel; motivatie laag
D
Externe prikkel; motivatie hoog
Slide 19 - Quiz
Mira is buiten aan het werk. Ze krijgt het warm en trekt haar jas uit. Is het uittrekken van haar jas een respons op een interne of een externe prikkel?
A
interne prikkel
B
externe prikkel
Slide 20 - Quiz
Lichtreceptoren kunnen ook impulsen versturen bij druk. Druk maar eens op je oog. Is de prikkeldrempel voor niet-adequate prikkels hoger of lager?
A
Hoger
B
Lager
Slide 21 - Quiz
Een geluid van een auto is een voorbeeld van een
A
Interne prikkel
B
Externe prikkel
Slide 22 - Quiz
Wat is geen voorbeeld van een mechanische receptor?
A
Tastreceptor
B
Warmtereceptor
C
Gehoorreceptor
D
Evenwichtsreceptor
Slide 23 - Quiz
Neusverkouden
Een persoon is zwaar neusverkouden en kan daardoor niet goed proeven wat hij eet. Hij bedenkt hiervoor de volgende verklaringen: 1 De prikkeldrempel van de smaak- en reukreceptoren is door de verkoudheid sterk verlaagd. 2 De smaakreceptoren zijn door de verkoudheid met slijm bedekt. 3 De reukreceptoren functioneren niet goed doordat ze zijn bedekt met slijm
Welke van deze verklaringen is (zijn) juist?
A
Alleen verklaring 1
B
Alleen verklaring 3
C
De verklaringen 1 en 2
D
De verklaringen 1, 2 en 3
Slide 24 - Quiz
De adequate prikkel voor het oog is licht. Voor je oor is dit geluid. Het oog heeft
A
een hoge prikkeldrempel voor licht en een lage prikkeldrempel voor geluid
B
een lage prikkeldrempel voor licht en een hoge prikkeldrempel voor geluid
C
een lage prikkeldrempel voor licht en geluid
D
een hoge prikkeldrempel voor licht en geluid
Slide 25 - Quiz
Met welke receptoren kunnen wij kleur zien?
A
Met de staafjes
B
Met de blinde vlek
C
Met de iris
D
Met de kegeltjes
Slide 26 - Quiz
Adaptatie van een receptor is
A
Aanpassing aan een adequate prikkel
B
Negeren van een adequate prikkel
C
Gewenning aan een adequate prikkel
D
Pijnonderdrukking van een adequate prikkel
Slide 27 - Quiz
Wat voor type receptor is het gehoorzintuig?
A
Mechanische receptor
B
Chemische receptor
C
Temperatuurreceptor
D
Lichtreceptor
Slide 28 - Quiz
Wat is gewenning?
A
Leren dat je altijd moet reageren.
B
Leren dat reageren niet altijd nodig is.
C
Leren dat reactie noodzakelijk is.
D
Leren in korte gevoelige periode.
Slide 29 - Quiz
Bij welke receptor-cel treedt het eerste adaptatie op?
A
Pijnzintuig
B
Tastzintuig
C
Gezichtszintuig
Slide 30 - Quiz
Welke vier receptoren zijn er in de huid te vinden?