BS 1: Het zintuigstelsel

Vragen H5 bespreken
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vragen H5 bespreken

Slide 1 - Diapositive

Opdr. 21

Slide 2 - Diapositive

Opdr. 26

Slide 3 - Diapositive

Opdr. 40

Slide 4 - Diapositive

BS 1: Het zintuigstelsel
BS 1: Het zintuigstelsel

Slide 5 - Diapositive

Dit hoofdstuk
- Zintuigstelsel: prikkels, receptoren en impulsen
- Het oog: beeldvorming, accommoderen, lichtbreking, lenzen
kegeltjes/staafjes, netvlies, pupilreflex

- Gedrag: ethogram & protocol
- Vorming van gedrag: aangeleerd, motivatie, sleutelprikkels, supranormale prikkel, 
- Aangepast gedrag: leerprocessen, inprenting, conditionering

Slide 6 - Diapositive

Leg in eigen woorden uit hoe het komt dat geluid omgezet wordt in een impuls.
Maak gebruik van de woorden: externe prikkel, mechanische receptoren, prikkeldrempel

Slide 7 - Question ouverte

Prikkels
Onze zintuigen ontvangen prikkels van:

- Extern milieu: geluid, geur, aanraking

- Intern milieu: CO2 concentratie, temperatuur, glucose concentratie

Slide 8 - Diapositive

Typen receptoren
  • mechanische receptor: reactie op mechanische energie: aanraking, druk, beweging, geluid. Celmembraan gaat buigen of uitrekken, evt met fijne haartje.
  • chemische receptoren: binden moleculen uit omgeving.
  • temperatuurreceptoren: reageren op warmte of kou.
  • pijnreceptoren: zijn uiteinden van bepaalde neuronen.
  • lichtreceptoren: licht zorgt voor impuls in zintuigcel.

Slide 9 - Diapositive

Drempelwaarde
In een zintuigcel ontstaat een impuls als de prikkel sterker is dan de drempelwaarde = prikkeldrempel
-> de prikkel moet boven de drempelwaarde zijn

Slide 10 - Diapositive

Een zintuig met een hoge drempelwaarde
zal eerder reageren op een prikkel dan
een zintuig met een lage drempelwaarde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Adequate prikkels 
Zintuigencellen hebben een specifieke (adequate) prikkel waarop ze reageren.

Ze kunnen ook niet adequate prikkels waarnemen maar de drempelwaarde is dan hoger.

Slide 12 - Diapositive

De drempelwaarde voor een prikkel is niet altijd even hoog. Wat speelt een rol bij de drempelwaarde?
A
Motivatie
B
Gewenning
C
Beide

Slide 13 - Quiz

Gewenning en motivatie
Na een tijdje minder impulsen bij dezelfde prikkel = gewenning
Bijv:
- De druk van kleding op je huid
- Geluiden in je omgeving

Motivatie kan drempelwaarde beïnvloeden:
Bijv:
- Bij aandachtig luisteren kan je geluiden beter horen

Slide 14 - Diapositive

Je hoort heel zachtjes een hond blaffen in de verte.

Is de prikkel van geluid hoger dan de drempelwaarde?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Opdr. 3
In de diagrammen in afb. 1 en afb. 2 wordt de impulsfrequentie weergegeven in een gevoelszenuwcel die is verbonden met een smaakreceptor. Het ene diagram laat de impulsfrequentie zien bij het drinken van cola, het andere diagram laat de impulsfrequentie zien bij het consumeren van tomatenketchup. Een halve liter cola bevat 13,5 klontjes suiker. Een halve liter tomatenketchup bevat 5 klontjes suiker.

Welk diagram laat de impulsfrequentie zien bij het eten van tomatenketchup?

Slide 16 - Diapositive

Het ene diagram laat de impulsfrequentie zien bij het drinken van cola, het andere diagram laat de impulsfrequentie zien bij het consumeren van tomatenketchup. Een halve liter cola bevat 13,5 klontjes suiker. Een halve liter tomatenketchup bevat 5 klontjes suiker. Welk diagram laat de impulsfrequentie zien bij het eten van tomatenketchup?

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

mechanische receptor
chemische receptor
temperatuur-
receptor
pijnreceptor
fotoreceptor
reactie op buigen of uitrekken celmembraan
gehoorzintuig
gezichtszintuig
extreme temperatuur
warmte of kou
smaak-
zintuig
tastreceptor
reukzintuig
drukreceptor
evenwichts-zintuig

Slide 21 - Question de remorquage

Definitie
Begrip
Zintuigcellen die reageren op een bepaalde prikkel zoals licht, temperatuur, druk, pijn.
De prikkel waarvoor de zintuigcel de laagste prikkeldrempel heeft 
De aanpassing van de gevoeligheid van een zintuig aan een aanhoudende prikkelsterkte
Prikkels vanuit het inwendige milieu 
Prikkels vanuit de omgeving 
De waarde die bepaald of een prikkel sterk genoeg is om een impuls te genereren in een zintuigcel.
Begrippen paragraaf 1
Prikkeldrempel
Adaptatie
Adequate prikkel
Receptoren
Interne prikkel
Externe prikkel

Slide 22 - Question de remorquage

Wat is een adequate prikkel?
A
Invloed van buitenaf voor een bepaald zintuig
B
Hetzelfde als een impuls
C
Een signaal van zintuig naar hersenen
D
Meerdere prikkels bij elkaar

Slide 23 - Quiz