V3 H4.1 , 2 en 4.3 Herhalen

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel is 3,6% van 75?

Slide 2 - Question ouverte

  • x^5
Hoeveel procent is 57 van 210?
rond af op 1 decimaal

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Op 20 oktober zijn in Nederland 7720 nieuwe coronabesmettingen geteld. Een week later waren dat er 10324. Met hoeveel procent is het aantal nieuwe besmettingen die week gestegen?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Door de stikstofmaatregelen moet boer Henk 75 van zijn 300 koeien verkopen. bereken de procentuele afname. Let op: rond af op 1 decimaal!

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een jas van €130 wordt in de uitverkoop voor €97 verkocht. Hoeveel procent korting is dat?
A
33%
B
33,3%
C
25,3%
D
25,4%

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke procentuele verandering hoort bij een vermenigvuldigingsfactor van 0,85?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vermenigvuldigingsfactor hoort bij een procentuele toename van 7,5%?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vermenigvuldigingsfactor hoort bij een procentuele afname van 23,1%?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

2014-2015: afname van 5,7 %
2015-2016: toename van 6,9 %
Is er van 2014 naar 2016 sprake van een toe- of afname en hoe groot is de procentuele verandering?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een examen slaagden 146 personen dat was 78,9%. Hoeveel personen deden in totaal examen?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De familie van Balen krijgt een huurverhoging van 3,4%. Dat is per maand € 10,23 meer. Bereken de oude en de nieuwe huurprijs. Rond af op twee decimalen.
A
Oude huurprijs ≈ € 1057,78 Nieuwe huurprijs ≈ € 1068,01
B
Oude huurprijs ≈ € 300,88 Nieuwe huurprijs ≈ € 311,11
C
Oude huurprijs ≈ € 1068,01 Nieuwe huurprijs ≈ € 1057,78
D
Oude huurprijs ≈ € 311,11 Nieuwe huurprijs ≈ € 300,88

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is misleidend
aan deze grafiek?
A
Verticaal begint het pas bij 40. Er moet een scheurlijn in de grafiek zitten.
B
Horizontaal ontbreken een aantal jaartallen
C
Het is een lineaire grafiek . Er moet een snijpunt met de verticale as zijn.
D
Niets

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is misleidend
aan deze grafiek?
A
Niets
B
Er is geen legenda.
C
De staven moeten verticaal staan.
D
Verticaal staat geen informatie.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions