Ordening: oefentoets 1

Ordening
oefentoets 

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Ordening
oefentoets 

Slide 1 - Diapositive

Op basis van wat gaan we bij biologie alle organismen ordenen?
A
Hoe groot dieren zijn
B
Op kleur
C
Bepaalde kenmerken
D
leeftijd

Slide 2 - Quiz

Noem de 3 rijken van het domein van de eukaryoten
A
schimmels
B
dieren
C
bacteriën
D
planten

Slide 3 - Quiz

Hoe noem je een groep organismen van dezelfde soort die vruchtbare nakomelingen kunnen voortbrengen?
A
ras
B
populatie
C
rijk
D
soort

Slide 4 - Quiz

Welk rijk heeft deze eigenschappen:
geen bladgroen-geen celkern-wel een celwand
A
dieren
B
bacteriën
C
planten
D
schimmels

Slide 5 - Quiz

Bij welk rijk hebben de cellen géén celwand?
A
planten
B
bacteriën
C
schimmels
D
dieren

Slide 6 - Quiz

Bij welk rijk hoort dit organisme?
A
bacteriën
B
schimmels
C
planten
D
dieren

Slide 7 - Quiz

Bij welk RIJK hoort dit organisme?
A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Geleedpotigen
D
Dieren

Slide 8 - Quiz


Om bier te maken worden nuttige schimmels gebruikt
A
dat is waar
B
dat is niet waar

Slide 9 - Quiz

De rijken worden verder onderverdeeld in kleinere groepen. Hoe heten de kleinere groepen waar in de rijken worden verdeeld?
A
soorten
B
families
C
klassen
D
stammen

Slide 10 - Quiz

Het plantenrijk verdeel je in 3 stammen. Welke zijn dit?
A
naaktzadigen en bedektzadigen en planten zonder zaden
B
waterplanten en landplanten en oeverplanten
C
wieren, sporenplanten, zaadplanten
D
bomen, struiken, grassen

Slide 11 - Quiz

Bij welke stam van het plantenrijk hoort deze plant?
A
wieren (algen)
B
sporenplanten
C
zaadplanten

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Vidéo

Je zag een organisme uit het rijk van de dieren. In welke klasse hoort dit dier thuis?
A
neteldieren
B
holtedieren
C
weekdieren
D
geleedpotigen

Slide 14 - Quiz

Tot welke klasse behoort dit dier?
A
holtedieren
B
weekdieren
C
neteldieren
D
geleedpotigen

Slide 15 - Quiz

Wat zijn de taken van het skelet?
A
stevigheid en vorm
B
stevigheid, vorm en bescherming
C
stevigheid, vorm, bescherming en beweging
D
stevigheid, vorm, bescherming, beweging en stilstaan

Slide 16 - Quiz

welke verbinding is het meest beweeglijk?
A
vergroeiing
B
naadverbinding
C
kraakbeenverbinding
D
gewricht

Slide 17 - Quiz

Hoe heet bot nr 9?, dit is het onderste nr aan de linkerkant.
A
Dijbeen
B
Kuitbeen
C
Scheenbeen
D
Knieschijf

Slide 18 - Quiz

Welke functie hebben de kalkzouten in been?
A
Zorgen voor stevigheid
B
Zorgen voor buigzaamheid
C
Zorgen voor de vorm
D
Zorgen voor beweging

Slide 19 - Quiz

Gewervelde
Neteldier
Geleed-
potigen
Tweezijdig symmetrisch
Tweezijdig symmetrisch
Veelzijdig symmetrisch
Uitwendig skelet
Inwendig skelet
Meestal geen skelet

Slide 20 - Question de remorquage

Naadverbinding
Vergroeid
Gewricht
Kraakbeen
Veel beweging
Geen beweging
Beetje beweging
Geen beweging

Slide 21 - Question de remorquage

Kreeftachtigen
Reptielen
Stekelhuidigen
Weekdieren

Slide 22 - Question de remorquage

Uitwendig skelet
Uitwendig skelet
Inwendig skelet
Geen skelet
Inwendig skelet

Slide 23 - Question de remorquage

Geef de juiste volgorde van het systeem van ordening.
Soort
Klasse
Familie
Geslacht
Rijk
Afdeling

Slide 24 - Question de remorquage