3.3 en 3.7

H3 Ordening
BS3 Dieren
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H3 Ordening
BS3 Dieren

Slide 1 - Diapositive

Wat was het ezelsbruggetje voor de indelingen?

Slide 2 - Question ouverte

Ezelsbruggetje ordening
Hr SK of GS

Hoofdgroep - rijk - stam - klasse - orde - familie - geslacht - soort

Slide 3 - Diapositive

Wat is meer verwant aan elkaar, organismen in dezelfde stam or organismen uit dezelfde orde?
A
Organismen uit dezelfde stam
B
Organismen uit dezelfde orde

Slide 4 - Quiz

Ordening van dieren: symmetrie en skelet
Symmetrie: Het hebben van gelijke helften.

Slide 5 - Diapositive

Ordening van dieren: symmetrie en skelet
Symmetrie: Kan tweezijdig, veelzijdig of niet-symmetrisch zijn.

Slide 6 - Diapositive

Ordening van dieren: symmetrie en skelet
Skelet (stevigheid): Kan inwendig of uitwendig zijn of geen skelet hebben.

Slide 7 - Diapositive

Zijn mensen tweezijdig symmetrisch, veelzijdig symmetrisch of niet symmetrisch?
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
Niet-symmetrisch

Slide 8 - Quiz

Samenvatting groepen dieren
- Verschillende soorten skeletten
- Verschillende symmetrie

- Sommige eigenschappen komen
niet altijd voor in dezelfde stam.
Neteldieren

Slide 9 - Diapositive

Wat hebben deze dieren gemeen?

Slide 10 - Diapositive

Inwendig skelet

Slide 11 - Diapositive

Hoe noem je het wanneer je een organisme vanuit meerdere punten kunt spiegelen?

Slide 12 - Question ouverte

Wat voor soort skeletten kunnen dieren hebben?

Slide 13 - Question ouverte

Gewervelden
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Inwendig skelet met een wervelkolom 

Slide 14 - Diapositive

Gewervelden worden verdeeld in 5 klassen
  1. Vissen
  2. Amfibieën
  3. Reptielen
  4. Vogels
  5. Zoogdieren 

Slide 15 - Diapositive

Je kijkt naar de volgende kenmerken:
Huid: schubben, slijm, veren, haren
Lichaamstemperatuur: warm- of koudbloedig
Ademhaling: kieuwen of longen
Voortplanting: soort eieren of levendbarende kinderen
Milieu: land, water, lucht

Slide 16 - Diapositive

Welke dieren leggen hun eitjes (meestal) in het water?
A
vissen en amfibieën
B
vissen en reptielen
C
vissen
D
amfibieën

Slide 17 - Quiz

Welke zijn de warmbloedige dieren?
A
vissen en zoogdieren
B
reptielen en zoogdieren
C
vogels en reptielen
D
zoogdieren en vogels

Slide 18 - Quiz


Bij welke klasse hoort het dier met dit skelet?
A
vissen
B
amfibieën
C
reptielen
D
zoorgdieren

Slide 19 - Quiz

Welke dieren leggen eieren met een taaie, leerachtige schaal?
A
vogels
B
reptielen
C
vogels en reptielen
D
reptielen en amfibieën

Slide 20 - Quiz

In welke klasse(n) drinken de jongen melk bij de moeder?
A
vogels
B
zoogdieren
C
zoogdieren en vogels
D
zoogdieren en reptielen

Slide 21 - Quiz

Bij welke klasse hebben de dieren veren?
A
vissen
B
reptielen
C
vogels
D
zoogdieren

Slide 22 - Quiz