Toetsterm 3.2 en 3.3

• Marketing
• MBO
• Studiejaar 2

Stap 1

Stap 3

Stap 4

Stap 5

Stap 6

Stap 7

Stap 2

Probleemanalyse

SWOT-analyse

Strategische opties

Strategische keuzes

operationeel plan + implementatie

Evaluatie

Situatieanalyse

Gedifferentieerd

Ongedifferentieerd

Geconcentreerd

Een schaatsenfabrikant voert onderzoek uit. De centrale vraag luidt: ‘Waarom is de afzet van schaatsen in het noorden hoger dan in het zuiden?’. Welk soort onderzoek past bij deze vraag?

1. Beschrijvend
2. Verkennend
3. Verklarend

Een installatiebedrijf heeft de volgende onderzoeksvraag. ‘Welke factoren hebben invloed op de tevredenheid van onze klanten?’ Welk soort onderzoek past bij deze vraag?

1. Beschrijvend onderzoek
2. Verkennend onderzoek
3. Verklarend onderzoek

Ansoff heeft 4 groei strategieën bedacht. Als je je bestaande klanten door middel van marketing stimuleert om meer sportvoeding te kopen is er sprake van

1. Diversificatie
2. Marktontwikkeling
3. Marktpenetratie
4. Productontwikkeling

Welke verkoopstrategie kost het minste?

1. Marktpenetratie
2. Marktontwikkeling
3. Productontwikkeling
4. Diversificatie

Fabrikant Softy maakt al lange tijd babyshampoo en gaat nu ook luiers fabriceren. Volgens Ansoff is dit:

1. Marktontwikkeling
2. Diversificatie
3. Marktpenetratie
4. Productontwikkeling

Bij welke marktvorm heeft de aanbieder een aantal concurrenten, bijvoorbeeld de Albert Heijn

1. monopolie
2. oligopolie
3. monopolistische concurrentie
4. volledige mededinging

Toetsterm 3.2 en 3.3

Wat zijn kenmerken van een dienst?

Welke kenmerken heeft een dienst. Er zijn meerdere antwoorden goed.

1. vergankelijk
2. tastbaar
3. gelijktijdige productie en consumptie
4. homogeen

Naomi gaat naar de bioscoop. Het is erg rustig, twaalf van de in totaal 30 stoelen blijven tijdens de film leeg en zijn dus niet verkocht. Helaas kan de bioscoop deze lege stoelen de volgende dag niet extra verkopen. Een product kun je opslaan, een dienst niet. Welk kenmerk van een dienst wordt hier beschreven?

1. vergankelijkheid
2. interactieve consumptie
3. gelijktijdige productie en consumptie
4. heterogeniteit

Anouk wil het nieuwe jaar beginnen met een nieuwe coupe. Ze gaat naar de kapper en vertelt de kapper welke nieuwe coupe ze graag wil. De kapper geeft aan dat iedere coupe mogelijk is, omdat dat afhangt van de klant haar smaak. Welk kenmerken van een dienst worden hier beschreven? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.

1. vergankelijkheid
2. interactieve consumptie
3. gelijktijdige productie en consumptie
4. ontastbaarheid

Welke begrippen geven de eigenschappen van een product aan?

 assortiment

fysiek product

 merknaam

prijs

 verpakking

 service en garantie

 kwaliteit

marketing

plaats

promotie

klachtenafhandeling

Welk element van de productmix zorgt ervoor dat klanten gemakkelijk hun klachten kunnen uiten?

1. Assortiment
2. Kwaliteit
3. Service
4. Merk

De klant doet geen moeite! Het is een automatisme-aankoop geworden

Klant denkt goed na over deze aankoop. Deze aankoop is best prijzig, maar ook duurzaam

Het is een exclusief en luxe product. De producten zijn vooral voor rijkere mensen.

Je weet dat het bestaat, maar denkt nu niet aan om het aan te schaffen. het is geen gewild product

Shopping goods

Unsought goods

Convenience goods

Speciality goods

1. Convenience good
2. shopping good
3. specialty good
4. unsought good

1. Convenience good
2. shopping good
3. specialty good
4. unsought good

1. Convenience good
2. shopping good
3. specialty good
4. unsought good

1. Convenience good
2. shopping good
3. specialty good
4. unsought good

1. Convenience good
2. shopping good
3. specialty good
4. unsought good

Kraljic-matrix

Bedrijfsresultaat: Hoe belangrijk 

is dit product voor het eindproduct 

van de organisatie? Heeft het veel 

invloed op de omzet?

Kraljic-matrix

Leveringsrisico: Is het product 

makkelijk te verkrijgen? Zijn er 

veel leveranciers die dit product 

kunnen leveren?

Hazelnoten voor Nutella zijn een voorbeeld van een:

1. Routineproduct
2. Hefboomproduct
3. Knelpuntproduct
4. Strategisch product

Stuur voor de F1-wagen van Max Verstappen, is een voorbeeld van een:

1. Routineproduct
2. Hefboomproduct
3. Knelpuntproduct
4. Strategisch product

Onderdeel van een 3D-apparaat voor een fotograaf, is een voorbeeld van een:

1. Routineproduct
2. Hefboomproduct
3. Knelpuntproduct
4. Strategisch product

De planten op het Graafschap College zijn een voorbeeld van een:

1. Routineproduct
2. Hefboomproduct
3. Knelpuntproduct
4. Strategisch product

De accountmanager van Ikea bestelt papier voor de printer, want het is op. Van welk soort product is dit papier een voorbeeld?

1. Routineproduct
2. Hefboomproduct
3. Knelpuntproduct
4. Strategisch product

Laag leveringsrisico en een hoge invloed op het bedrijfsresultaat:

1. Routineproduct
2. Hefboomproduct
3. Knelpuntproduct
4. Strategisch product

Hoog leveringsrisico en lage beïnvloeding van het bedrijfsresultaat:

1. Routineproduct
2. Hefboomproduct
3. Knelpuntproduct
4. Strategisch product