H4.1 Opdracht

Opdracht toezichthoudende bevoegdheden
Deze opdracht bestaat uit MC-vragen en open vragen.
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
WKPV-1MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Opdracht toezichthoudende bevoegdheden
Deze opdracht bestaat uit MC-vragen en open vragen.

Slide 1 - Diapositive

MC-vragen
In de volgende dia's worden een aantal situaties beschreven. Geef per situatie aan of het gaat om toezicht of opsporing. Dit doe je door in de MC-vraag op het juiste antwoord te klikken.

Slide 2 - Diapositive

Een handhaver geeft een overtreder een bestuurlijke boete.
A
Toezicht.
B
Opsporing.

Slide 3 - Quiz

Een handhaver vordert een café-eigenaar inzicht in zijn administratie om te controleren of deze zich aan de vergunningsvereisten houdt.
A
Toezicht.
B
Opsporing.

Slide 4 - Quiz

Een handhaver houdt een verdachte staande.
A
Toezicht.
B
Opsporing.

Slide 5 - Quiz

Voor het uitoefenen van deze bevoegdheden (toezicht of opsporing) is geen verdachte of verdenking vooraf noodzakelijk.
A
Toezicht.
B
Opsporing.

Slide 6 - Quiz

Een handhaver vordert inzage in de gegevens van een afvalverwerkingsbedrijf ter controle op de naleving van regelgeving.
A
Toezicht.
B
Opsporing.

Slide 7 - Quiz

Een politieagent onderzoekt een auto met als doel te achterhalen of er een gevarendriehoek aanwezig is.
A
Toezicht.
B
Opsporing.

Slide 8 - Quiz

Een handhaver verhoort een verdachte met als doel het opleggen van een bestuurlijke herstelsanctie.
A
Toezicht.
B
Opsporing.

Slide 9 - Quiz

Een handhaver vordert medewerking van de betrokkene.
A
Toezicht.
B
Opsporing.

Slide 10 - Quiz

Een handhaver houdt een verdachte aan.
A
Toezicht.
B
Opsporing.

Slide 11 - Quiz

Een handhaver neemt monsters van afvalwater van een afvalverwerkingsbedrijf om te achterhalen of deze geen te hoog percentage giftige stoffen bevat.
A
Toezicht.
B
Opsporing.

Slide 12 - Quiz

Een handhaver vordert een betrokkene medewerking te verlenen ter uitoefening van zijn taak. De betrokkene wenst hier geen gehoor aan te geven. De handhaver houdt de betrokkene vervolgens als verdachte aan inzake artikel 184 Sr (niet voldoen aan bevoegd gegeven bevel/vordering bevoegde ambtenaar).
A
Toezicht.
B
Opsporing.

Slide 13 - Quiz

Open vragen
Beantwoord de volgende open vragen.

Slide 14 - Diapositive

1. Het evenredigheidsbeginsel geeft aan dat de toezichthouder de minst zware bevoegdheid inzet om zijn doel te bereiken. Welk beginsel vanuit het strafrecht lijkt hier sterk op?

Slide 15 - Question ouverte

2. Moet een toezichthouder een overtreder de cautie geven als hij het doel heeft hem een bestuurlijke herstelsanctie op te leggen?

Slide 16 - Question ouverte

3. Zie vraag 2. Leg uit waarom wel/niet.

Slide 17 - Question ouverte

4. Moet een toezichthouder een overtreder de cautie geven als hij het doel heeft hem een bestuurlijke boete op te leggen?

Slide 18 - Question ouverte

5. Zie vraag 4. Leg uit waarom wel/niet.

Slide 19 - Question ouverte

6. Klopt de volgende stelling: in de Algemene Wet Bestuursrecht staat de bevoegdheid beschreven met betrekking tot het binnentreden in de woning?

Slide 20 - Question ouverte

7. Binnen toezicht en opsporing is het mogelijk om beide bevoegdheden met betrekking tot 1 overtreding toe te passen. Dus met zowel een bestuurlijk onderzoek als een strafrechtelijk onderzoek.

Welk onderzoek doet men bij voorkeur het eerst?

Slide 21 - Question ouverte

8. Zie vraag 7. Leg uit waarom.

Slide 22 - Question ouverte

Casus
Hans is toezichthouder die tevens opsporingsambtenaar is en voert een controle uit bij een bedrijf dat verfproducten produceert. Om deze controle goed uit te kunnen voeren vordert hij de directeur van dit bedrijf medewerking door hem de toegang tot de verschillende ruimtes in het bedrijf te verlenen. Bij het betreden van één van de ruimtes ontdekt Hans dat het bedrijf een groot deel van hun chemische afvalstoffen in het aanliggende kanaal loost. Hierdoor ontstaat een verdenking van schuld aan een strafbaar feit. Hans start een opsporingsonderzoek op met als doel het opmaken van een proces-verbaal.

Beantwoord de volgende 3 vragen aan de hand van deze casus.

Slide 23 - Diapositive

1. Mag Hans zijn bevindingen verkregen vanuit zijn toezichthoudende bevoegdheden (door het betreden van de ruimte heeft hij dit strafbare feit ontdekt) meenemen in dit opsporingsonderzoek?

Slide 24 - Question ouverte

2. Mag hij eventueel gevorderde inlichtingen uit dit onderzoek ook één op één overnemen in het strafrechtelijk onderzoek?

Slide 25 - Question ouverte

3. Zie vorige vraag: waarom mag hij de gevorderde inlichtingen niet één op één meenemen in het opsporingsonderzoek?

Slide 26 - Question ouverte