Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is toezicht?
Slide 2 - Question ouverte
Je mag alleen toezicht houden als je vermoeden hebt van een strafbaar feit.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
Hoe kan een persoon de bevoegdheid om formeel toezichthouder te worden verkrijgen?
A
Via een aanwijzing van de minister van binnenlandse zaken, deze gaat immers over de gemeenten.
B
Via een aanwijzing van een bevoegd bestuursorgaan op grond van artikel 5:11 AWB.
C
Via de wet in formele zin, en het maakt niet uit welke wet het is.
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Wie is volgens u een toezichthouder AWB?
A
Een opzichter van een particuliere afvalstoffeninzamelaar
B
Een beveiliger die opdracht heeft om toezicht in het openbaar gebied uit te oefenen.
C
Een aangewezen toezichthouder voor de afvalstoffenverordening op basis van de AWB
Slide 7 - Quiz
Dient de toezichthouder die krachtens de AWB is aangewezen altijd een ambtenaar te zijn?
A
Nee, de AWB beschrijft dat personen aangewezen kunnen worden.
B
Ja, alleen ambtenaren kunnen krachtens de wet als toezichthouder aangewezen worden.
C
Zowel ambtenaren als niet ambtenaren kunnen als toezichthouder AWB aangewezen worden, mits met toestemming van een hoger bestuursorgaan.
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Casus: U bent Toezichthouder als bedoeld in de AWB en bevoegd voor naleving van de Afvalstoffenverordening. U treft tijdens uw controle een stapel huisvuil aan op straat. Het betreft huishoudelijk afval en het is twee dagen te vroeg aangeboden! De zakken zitten dicht. Heeft u een bevoegdheid om de huisvuilzakken te mogen doorzoeken op herkomst?
A
Ja, in de AWB staat dat u zaken mag onderzoeken.
B
Ja, maar wel indirect door eerst toestemming aan uw teamleider te vragen
C
Ja, dit mag zelfs op grond van het wetboek van strafvordering.
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
U bent Toezichthouder voor de Wet Milieubeheer en de afvalstoffen verordening. U ziet een man met een aanhangwagen vol met afval rijden op zaterdagavond. U vindt dit vreemd omdat de milieu straten dicht zijn. Mag u de bestuurder van die auto met aanhangwagen een stopteken geven om deze situatie te controleren?
A
Nee, daar heb ik geen bevoegdheid voor tenzij ik opsporingsambtenaar ben.
B
Nee, daar stilhouden van voertuigen is niet als bevoegdheid in de AWB
opgenomen.
C
Ja, op grond van de AWB mag ik een stilhoudingsvordering geven.
D
Ja, op grond van de Wet Milieubeheer mag ik een stopteken geven
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
U bent zowel opsporingsambtenaar als toezichthouder AWB. U heeft van uw bevoegdheid gebruik gemaakt om een tuin te betreden waar veel afval ligt. De situatie is echter dusdanig ernstig dat u besluit een strafrechtelijk proces verbaal op te maken. Hoe dient u nu te handelen?
A
Ik ben rechtmatig binnen en mag overgaan op mijn strafvorderlijke
bevoegdheden. Dit is gebaseerd op het “geweerarrest”
B
Ik moet eerst de tuin verlaten en dan vervolgens vragen of ik de tuin mag
betreden in het kader van strafrecht.
C
In dit geval dient u uw optreden altijd te laten vergezellen door de
hulpofficier van justitie i.v.m. de complexheid van de zaak.
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
Welke bestuurlijke sancties zijn er?
Slide 16 - Question ouverte
Wat is het verschil tussen een last onder dwangsom en een last onder bestuursdwang?
Slide 17 - Question ouverte
Een man heeft illegaal een schuur gebouwd en wil deze niet weghalen. Welke bestuurlijke sanctie is effectief?
A
Last onder dwangsom
B
Last onder bestuursdwang
C
Bestuurlijke boete
D
Intrekken beschikking
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
Een toezichthouder gaat obv de alcoholwet een woning binnen zonder toestemming van de bewoner. Wat moet de toezichthouder doen?
A
Hij mag dit niet doen
B
Legitimeren
C
Doel kenbaar maken
D
Schriftelijke machtiging tonen
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Diapositive
De toezichthouder vordert de medewerking aan het toezicht (5:20 Awb). De betrokkene werkt niet mee. Op basis van welke wet is de betrokkene strafbaar?
A
De BE hoeft niet mee te werken aan eigen veroordeling
B
artikel 184 Sr
C
Artikel 37 Awb
D
Artikel 447e Sr
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Diapositive
Bij welke bestuurlijke sanctie is de cautieplicht verplicht?
A
Last onder dwangsom
B
Last onder bestuursdwang
C
Bestuurlijke boete
D
Intrekken beschikking
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Diapositive
Mag u een fietser die over het voetgangersgebied rijdt een stilhouding vordering geven, zodat u vervolgens een aankondiging van beschikking kunt uitreiken?
A
Nee, hiervoor dient u opsporingsbevoegdheid voor te hebben
B
Ja, dit mag op grond van de AWB omdat deze gedragingen via de WAHV (Wet Mulder) sanctioneer baar zijn
C
Ja, dit mag op grond van de Wegenverkeerswet omdat de WAHV (Wet Mulder) uit het wetboek van strafvordering voortvloeit.
Slide 26 - Quiz
Toezichthoudende bevoegdheden mogen worden toegepast voor een strafvorderlijk doel:
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quiz
Een horecaonderneming schenkt alcohol aan minderjarigen. De situatie is besproken in het driehoeksoverleg en er gaat zowel strafvorderlijk als bestuurlijk opgetreden worden. Mag dit?
A
Ja, maar alleen herstelsanctie met straf vanuit strafrecht
B
Nee, want je mag niet twee keer straffen voor hetzelfde
C
Ja, maar alleen bestuurlijke boete met straf vanuit strafrecht
D
Nee, straffen combineren is niet mogelijk
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Diapositive
Wat mag je vanuit de toezichthoudende rol meenemen in het opsporingsonderzoek?
A
Rapportage
B
Bevindingen, als startinformatie maar ook als bewijs
C
Mutaties
D
Bevindingen, alleen als startinformatie
Slide 30 - Quiz
Slide 31 - Diapositive
De toezichthouder surveilleert en ziet een illegaal gekapte boom aan de openbare weg. Hij ziet een spoor van houtsnippers richting een voordeur en ziet daar ook een bijl staan. Er is geen andere woning in de omgeving. Wanneer is er sprake van een sfeerovergang?
Slide 32 - Question ouverte
De man verklaarde dat de boom dreigde om te vallen en laat foto's zien. De toezichthouder vergeet dit te vermelden in zijn rapport. Welk beginsel is hier geschonden?
A
Motiveringsbeginsel
B
Zorgvuldigheidsbeginsel
C
Evenredigheidsbeginsel
D
Fair-play beginsel
Slide 33 - Quiz
Slide 34 - Diapositive
Wat moet je doen/zeggen richting de betrokkene die, door feiten en omstandigheden, verdachte is geworden?
Slide 35 - Question ouverte
Slide 36 - Diapositive
Wat is het verschil tussen de vrije bewijsleer in het bestuursrecht en de wettelijke bewijsregels in het strafrecht?