Th 4: voeding en vertering, B1: Voedselproductie

Thema 4
Voeding en vertering
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 4
Voeding en vertering

Slide 1 - Diapositive

B1: Voedsel
Th4: Voeding en vertering

Slide 2 - Diapositive

Les doelen:
  • Je kunt beschrijven welke rol bacteriën en schimmels spelen bij de voedselproductie en bij voedselbederf

  • Je kunt de werking van enzymen beschrijven

  • Je kunt manieren noemen waarop voedsel kan worden geconserveerd

Slide 3 - Diapositive

4.1 Voedsel
Voedselproductie m.b.v. bacterien en schimmels
Bacterien:
  • melk omzetten in yoghurt
  • zuurkool maken
Schimmels:
  • schimmelkaas
  • brood maken met gist
  • bier en wijn

Suiker:ontstaat door
gisting alcohol en CO2

Slide 4 - Diapositive

Enzymen
  • Enzymen zijn eiwitten die een reactie versnellen (de stofwisseling (fotosynthese, verbranding, assimilatie))

Slide 5 - Diapositive

Enzymen
  • Enzymen worden niet verbruikt
  • Enzymen werken specifiek: ze werken maar voor 1 soort stof

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Enzymen
  • Enzymactiveit: de snelheid waarmee een enzym een reactie versnelt
  • de temperatuur beïnvloed de enzymactiviteit volgens een optimumkromme
  • de zuurgraad beïnvloed de enzymaciviteit

Slide 8 - Diapositive

                                   BLZ 9.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Conserveren van voedsel
Voedsel zo bewerken dat het langer houdbaar is
  • De omstandigheden worden voor bacteriën en schimmels ongunstig gemaakt OF
  • Er worden additieven aantoegevoegd (conserveermiddelen, kleur-, geur- of smaakstoffen)

Slide 11 - Diapositive

Lang houdbare melk


  • Steriliseren


  • de melk wordt een tijdje verhit op 130-140 graden
  • alle micro-organismen gaan dood


Slide 12 - Diapositive

zilveruitjes
  • Zuur


  • Te zuur voor de micro-organismen om in te leven

Slide 13 - Diapositive

blikje ananas
  • Suiker


  • Te veel suiker voor de micro-organismen om in te leven

Slide 14 - Diapositive

Koffie
  • Vacuum


  • Er is geen lucht, dus de micro-organismen kunnen er niet leven (ook geen water)

Slide 15 - Diapositive

Olijven
  • Zout


  • Te zout, daar kunnen geen micro-organismen in leven

Slide 16 - Diapositive

samengevat
  • Natuurlijke-/Kunstmatige conserveringsmiddelen
  • additieven: kunstmatige kleur- geur- en smaak stoffen


Slide 17 - Diapositive

Noteer 3 dingen die je deze les hebt geleerd

Slide 18 - Question ouverte

Wat doen schimmels en bacteriën (reducenten) in de natuur?
A
Ze doen helemaal niets
B
Ze eten van de planten
C
Ze breken de dode resten van planten en dieren af
D
Brood luchtig maken

Slide 19 - Quiz

Hoe kun je voorkomen dat bacteriën en schimmels voedsel gaan bederven?

Slide 20 - Carte mentale

Waar heb je nog een vraag over?

Slide 21 - Question ouverte

Zijn schimmels en bacteriën ook nuttig?

Slide 22 - Question ouverte