Th 4: voeding en vertering, B1: Voedselproductie

Thema 4
Voeding en vertering
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 4
Voeding en vertering

Slide 1 - Diapositive

B1: Voedsel
Th4: Voeding en vertering

Slide 2 - Diapositive

Doelstelling
  • Je kunt beschrijven welke rol bacteriën en schimmels spelen bij de voedselproductie en bij voedselbederf

  • Je kunt de werking van enzymen beschrijven

  • Je kunt manieren kunnen noemen waarop voedsel kan worden geconserveerd

Slide 3 - Diapositive

Wat doen schimmels en bacteriën (reducenten) in de natuur?
A
Ze doen helemaal niets
B
Ze eten van de planten
C
Ze breken de dode resten van planten en dieren af

Slide 4 - Quiz

Hoe kun je voorkomen dat bacteriën en schimmels voedsel gaan bederven?

Slide 5 - Carte mentale

Kunnen schimmels en bacteriën ook nuttig zijn? Leg uit!

Slide 6 - Question ouverte

Opdracht:
Maak een samenvatting/overzicht over de werking van enzymen (5 minuten)

Slide 7 - Diapositive

Enzymen
  • Enzymen zijn eiwitten die een reactie versnellen (de stofwisseling (fotosynthese, verbranding, assimilatie))
  • Enzymen worden niet verbruikt
  • Enzymen werken specifiek: ze werken maar voor 1 soort stof

Slide 8 - Diapositive

Enzymen
  • Enzymactiveit: de snelheid waarmee een enzym een reactie versnelt
  • de temperatuur beïnvloed de enzymactiviteit volgens een optimumkromme
  • de zuurgraad beïnvloed de enzymaciviteit

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Conserveren van voedsel
Voedsel zo bewerken dat het langer houdbaar is
  • De omstandigheden worden voor bacteriën en schimmels ongunstig gemaakt OF
  • Er worden additieven aantoegevoegd (conserveermiddelen, kleur-, geur- of smaakstoffen)

Slide 13 - Diapositive

Verse melk
  •  Pasteuriseren


  • de melk wordt verhit tot 72 graden
  • veel micro-organismen gaan dood

Slide 14 - Diapositive

Wijn en bier
  • Alcohol


  • Door de alcohol worden micro-organismen gedood

Slide 15 - Diapositive

Lang houdbare melk


  • Steriliseren


  • de melk wordt een tijdje verhit op 130-140 graden
  • alle micro-organismen gaan dood


Slide 16 - Diapositive

zilveruitjes
  • Zuur


  • Te zuur voor de micro-organismen om in te leven

Slide 17 - Diapositive

blikje ananas
  • Suiker


  • Te veel suiker voor de micro-organismen om in te leven

Slide 18 - Diapositive

Koffie
  • Vacuum


  • Er is geen lucht, dus de micro-organismen kunnen er niet leven (ook geen water)

Slide 19 - Diapositive

Cup a soup, rozijnen


  • Drogen


  • er is geen water, dus micro-organismen kunnen er niet leven

Slide 20 - Diapositive

Olijven
  • Zout


  • Te zout, daar kunnen geen micro-organismen in leven

Slide 21 - Diapositive

levensvoorwaarden micro-organismen


  • Lucht (zuurstof)
  • Water


Slide 22 - Diapositive

Aanvulling
  • Kunstmatige conserveringsmiddelen
  • additieven: kunstmatige kleur- geur- en smaak stoffen


Slide 23 - Diapositive

Noteer 3 dingen die je deze les hebt geleerd

Slide 24 - Question ouverte

Waar heb je nog een vraag over?

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Huiswerk


Verplicht:

Maken B1



Vrijwillig:

Maken samenvatting B1

Slide 27 - Diapositive