Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Mevrouw Özul krijgt nifedipine 60 mg er zijn op dit moment alleen tabletten van 5 mg. Hoeveel tabletten krijgt mevrouw?
Slide 4 - Question ouverte
Dhr Jansen krijgt atenolol 2x per dag 75 mg. In voorraad zijn pillen van 50 mg. Hoeveel tabletten krijgt meneer per keer?
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Meneer Troost krijgt 24mg halperidol. De ampul op voorraad bevat 4mg/ 2ml. Hoeveel ml moet meneer krijgen?
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Op de afdeling zijn ampullen in voorraad met daarin heparine 5.000 IE/ml. Een collega vraagt jou een spuit klaar te maken met 12.000 IE heparine.
Slide 10 - Question ouverte
Je moet een patiënt 200. 000 IE Penicilline toedienen . Op voorraad heb je Penicilline 50.000 IE per ml. Hoeveel ml injecteer je?
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Je moet een patiëntje van 35 kg het medicijn Vibram. Je moet hem toedienen: 4 mg per kg lichaamsgewicht. Je beschikt over ampullen Vibram van 100 mg/ 5ml.
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Dhr F moet 150 mg van bepaald medicijn IM toegediend krijgen. In de voorraad heb je een oplossing van dat geneesmiddel staan met een sterkte van 5%. Hoeveel ml injecteer je?