Tekst 1

Examen 2018-I
Tekst 1
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Examen 2018-I
Tekst 1

Slide 1 - Diapositive

De titel van tekst 1 luidt ‘Moderne ruilhandel’.
1p 1 Citeer de twee opeenvolgende zinnen uit de alinea’s 1 tot en met 4 van tekst 1 waaruit het best blijkt wat deze ruilhandel inhoudt.

Slide 2 - Question ouverte

Antwoord vraag 1
1 maximumscore 1
“Steeds meer mensen maken, net als Juul Martin, gebruik van onbenutte spullen of diensten die anderen ter beschikking stellen. Vaak betalen ze er een bescheiden bedrag voor, soms stellen ze er een wederdienst tegenover.” (regels 35-41)
Beoordeel de spelling

Slide 3 - Diapositive

1p 2 Bij welke alinea begint deel 3?
A
Alinea 5
B
Alinea 6
C
Alinea 7
D
Alinea 8

Slide 4 - Quiz

1p 3 Bij welke alinea begint deel 4?
A
Alinea 8
B
Alinea 9
C
Alinea 10
D
Alinea 11

Slide 5 - Quiz

1p 4 Wat wil het Tweede Kamerlid Van Tongeren met het voorbeeld van Peerby duidelijk maken?
Zij wil duidelijk maken dat
A
deelinitiatieven misschien wel efficiënt zijn als het om gebruiksvoorwerpen gaat, maar niet geschikt zijn als het om diensten gaat.
B
de politiek de trends op het gebied van deelinitiatieven van een afstand volgt en passend zal reageren op de ontwikkelingen.
C
de toename van deelinitiatieven momenteel sneller gaat dan de economie kan bijhouden waardoor de welvaart in Nederland zal afnemen.
D
er grote gevolgen voor de economie kunnen zijn als consumenten minder aankopen doen doordat ze meer met elkaar gaan delen.

Slide 6 - Quiz

In tekst 1 komen positieve kanten van de deeleconomie aan bod. Deze kunnen in onderstaand schema worden samengevat.
5p 5 Vul onderstaand schema aan.
Noteer steeds het nummer en het bijbehorende antwoord.

Slide 7 - Question ouverte

Antwoord vraag 5
1 We kunnen efficiënter omgaan met goederen.
2 Het past in het ideaal van de participatiemaatschappij (die de overheid voorstaat).
3 Het levert financieel voordeel op.
4 Het is duurzaam.
5 Het contact met andere mensen is leuk.
per juist element 1    Beoordeel de spelling.

Slide 8 - Diapositive

“‘Want als het echt groot wordt’, (…) ‘kan dat negatieve gevolgen hebben
voor de werkgelegenheid.” (regels 84-88)
Uit tekst 1 blijkt dat Van de Glind het niet eens is met deze redenering.
1p 6 Citeer een zin uit alinea 8 die uitlegt waarom de gevolgen voor de
werkgelegenheid volgens Van de Glind mee zullen vallen.

Slide 9 - Question ouverte

Antwoord vraag 6
6 maximumscore 1
“Er zijn dan minder banen, maar de drempel tot ondernemerschap is verlaagd.” (regels 170-172)
Opmerking
Ook goed: “Het geld dat mensen niet uitgeven aan auto’s of boormachines geven ze aan andere dingen uit.” (regels 164-167)
Beoordeel de spelling

Slide 10 - Diapositive

In alinea 8 betoogt Van de Glind dat we door de komst van de
deeleconomie geen economische krimp hoeven te verwachten.
1p 7 Welk argumentatieschema gebruikt Van de Glind vooral om dit standpunt te onderbouwen?
Hij gebruikt vooral een argumentatieschema op basis van
A
autoriteit
B
oorzaak en gevolg
C
vergelijking
D
voor- en nadelen

Slide 11 - Quiz

4p 8 Noteer vier verschillende belangrijke bezwaren tegen de deeleconomie uit tekst 1 van de critici van die deeleconomie.
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen

Slide 12 - Question ouverte

Antwoord vraag 8
− Deugden als vriendelijkheid en gastvrijheid zijn volledig geëconomiseerd. / Het is een (ongewenste) extreme vorm van kapitalisme.
− Deeleconomie is een containerbegrip geworden waaronder ook initiatieven vallen die niets met delen te maken hebben. / Sommige initiatieven hebben niets met delen te maken.
− Mensen krijgen (zo) steeds minder privacy. / Bedrijven beschikken over steeds meer informatie van mensen.
− Er ontstaat een risico op monopolievorming.
− Het systeem van reviews is onwenselijk. / Het systeem van reviews is beperkt en kan oneerlijk zijn.
− Er verdwijnt werkgelegenheid.
per juist element 1                            Beoordeel de spelling en grammatica.

Slide 13 - Diapositive

1p 10 Wat is het belangrijkste doel van tekst 1?
In de tekst wordt de lezer vooral
A
enthousiast gemaakt over de kansen van de deeleconomie.
B
overtuigd van de positieve kanten van de deeleconomie.
C
geïnformeerd over de voor- en nadelen van de deeleconomie.
D
gewaarschuwd voor de nadelige gevolgen van de deeleconomie.

Slide 14 - Quiz