6.2 elektriciteit in huis

6.2 elektriciteit in huis
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

6.2 elektriciteit in huis

Slide 1 - Diapositive

Deze paragraaf
Wat is een spanningsbron                                               hoe bereken je weerstand
Wanneer is er een elektrische stroom                      wat is het vermogen van een apparaat
Hoe teken je een schema                                                hoe meet en bereken je het energiegebruik
wat is een serieschakeling                                             wat is rendement
wat is een parallelschakeling                                       wat is de huisinstallatie
hoe meet je spanning en stroomsterkte                hoe ben je tegen stroom beschermd
wat is weerstand



Slide 2 - Diapositive

Spanningsbronnen
?

Slide 3 - Diapositive

Elektriciteitscentrale

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Capaciteit van een batterij
De capaciteit van een batterij geeft aan hoelang een batterij meegaat. De eenheid van capaciteit is mAh (milli ampère uur) of Ah (ampère uur).



Vuistregel: hoe groter de batterij, des te groter de capaciteit!

Slide 6 - Diapositive

Schakelschema
Schakeling: 
  • Elektrische onderdelen die met elkaar verbonden zijn. 

Schakelschema:
  • Eenvoudige tekening van een schakeling

Slide 7 - Diapositive

Serieschakeling en spanning

Slide 8 - Diapositive

Parallelschakeling en spanning

Slide 9 - Diapositive

Stroommeter = Amperemeter

Slide 10 - Diapositive

Spanningsmeter en stroommeter aansluiten
Een stroommeter (A) staat in de stroomkring.
Een spanningsmeter (V) staat buiten de stroomkring.

Slide 11 - Diapositive

Spanningsmeter en stroommeter aansluiten
Een stroommeter (A) staat in de stroomkring.
Een spanningsmeter (V) staat buiten de stroomkring.

Slide 12 - Diapositive

Weerstand
Hoe meer weerstand, hoe moeilijker de stroom er doorheen gaat.

Een geleider heeft weinig weerstand.

Een isolator heeft veel weerstand.

Slide 13 - Diapositive

Weerstand berekenen

Slide 14 - Diapositive

Vermogen
Een apparaat met een klein vermogen,
gebruikt per seconde weinig energie 


Maar een apparaat met een GROOT vermogen,
 gebruikt per seconde veel energie

Slide 15 - Diapositive

Vermogen - typeplaatje
Een boormachine van 300 watt zal niet zo makkelijk een gat boren als een boormachine van 800 watt. 

Apparaten met een hoger vermogen kunnen meer.

Meer vermogen meer gebruik van elektrische energie. 

Hoe groter het vermogen van een apparaat, hoe meer het apparaat kost om het te gebruiken.

Slide 16 - Diapositive

Energiegebruik berekenen
Het Energiegebruik van een apparaat hangt af van het vermogen en de tijd dat het apparaat aanstaat.


Slide 17 - Diapositive

energiegebruik

Slide 18 - Diapositive

Het verband tussen vermogen, spanning en stroomsterkte

Het vermogen, de spanning of stroomsterkte bereken je met


U is spanning in volt (V)
I is stroom in ampère (A)
P is vermogen in watt (W)


P=UI

Slide 19 - Diapositive