Hoofdgedachte + tekstverbanden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 4

Welkom bij 

Na deze les....

Weet je de lesstof voor toetsweek 1. 

Kun je een feit en een mening onderscheiden. 

Kun je het belangrijkste tekstdoel uit een tekst afleiden. 

Kun je de hoofdgedachte van een tekst bepalen.

Heb je de tekstverbanden en signaalwoorden herhaald. 

Lesstof toetsweek 1

Leesvaardigheid (kennen en kunnen)

• Theorie uit je lesboek H1 Lezen, indeling van een tekst (pag. 12-13) 
• Theorie uit je lesboek: H2 Lezen, tekstverbanden en signaalwoorden ( 40-41) 
•  Onderwerp bij een tekst. 
• Hoofdgedachte van een tekst. 
• Deelonderwerpen in de kern van de tekst.

Leesvaardigheid deel 2

• Kernzin in een alinea.
  
• Hoofdzaken in een tekst bepalen die relevant zijn voor een samenvatting.
  
• Tekstdoelen. 
• Bepalen van de mening (standpunt) van de schrijver.
  
• Verschil tussen een aanleiding en een tekstdoel. 

Schrijfvaardigheid (artikel schrijven)

• Stappenplan schrijfopdracht (pag. 182 in je lesboek). 
• Overzicht spellingregels (pag. 199 t/m 201 in je lesboek).  

Hoofdgedachte

1. Geeft antwoord op de vraag: wat wil de schrijver vertellen over het onderwerp? 
2. Belangrijkste van de tekst samengevat in 1 zin. 
3. Vaak een zin die je kunt citeren uit de inleiding of het slot van de tekst. 

Neem dit over in je aantekeningenschrift! 

Mix-en-ruil

• Je krijgt een strookje met een tekst. 
• Het antwoord vouw je dubbel zodat jij het kunt zien. 
• Je laat aan iemand anders een zin zien en diegene moet het antwoord geven met uitleg. 
• Je wisselt daarna van tekst en gaat op zoek naar iemand anders om de tekst mee uit te wisselen. 
• Strookjes na afloop weer inleveren. 
• 5 min. 

Begrippen

Kies bij iedere tekst de beste uit:

• Feit
• Standpunt/mening
• Argument

Informeren of overtuigen?

Lees de inleiding en slot van de tekst Planten met pit

Wat wil de schrijver bij jou bereiken?

 

Tekstverbanden en signaalwoorden

H2 Lezen 

Leer ze uit je hoofd voor iedere toets dit jaar! 

Herkennen = vraag kunnen beantwoorden. 

Oefenen tekstverbanden en signaalwoorden

Lees tekst 1 op pag. 40 uit je lesboek

Noteer de 6 signaalwoorden uit de tekst.

Zet het bijbehorende tekstverband ernaast. 

5 minuten, zelfstandig. 

Antwoorden tekst 1 - pag. 40

1. Daarnaast - opsomming
2. en - opsomming
3. Als .... dan - tijdsvolgorde
4. daarom - redengevend
5. want - redengevend
6. de eerste - opsomming 

Signaalwoordenbingo 

Huiswerk 22 september

Maak vraag 17 t/m 28 bij tekst 4 Planten met pit

Lezen Zwarte Zwaan t/m hoofdstuk 12

Antwoorden mogen op je blaadje genoteerd worden. 

Neem de tekst en antwoorden mee naar de les voor huiswerkcontrole.