Les 4 §2 verbanden leggen

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* terugblik vorige les
* oefeningen §2 (C6)


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* verbanden tussen zinnen aangeven door de juiste signaalwoorden te gebruiken.

timer
10:00
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* terugblik vorige les
* oefeningen §2 (C6)


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* verbanden tussen zinnen aangeven door de juiste signaalwoorden te gebruiken.

timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Terugblik
Pak je schrift en een pen.

Slide 2 - Diapositive

Vul het verband tussen de twee zinnen of de twee delen van de zin in. Zet daaronder het signaalwoord waaraan je dat verband herkent.
1.  In de zomervakantie zwem ik vrijwel elke dag. Ook ga ik vaak surfen.

Tekstverband = ?
Signaalwoord = ?

timer
0:30

Slide 3 - Diapositive

Vul het verband tussen de twee zinnen. Zet daaronder het signaalwoord waaraan je dat verband herkent.
1.  Tijdens de speurtocht regende het zo nu en dan. Daardoor werd ons papier nat.

Tekstverband = ?
Signaalwoord = ?

timer
1:00

Slide 4 - Diapositive

Het rad van signaalwoorden

...geef een voorbeeld van een signaalwoord.

Slide 5 - Diapositive

Signaalwoorden

Slide 6 - Diapositive

Overleg met je buurman of -vrouw; wat is het verband bij de volgende zinnen? Aan welk woord zie je dat?
Formuleer samen een goede uitleg per voorbeeldzin in een volledige zin / zinnen.


  1. De trainer legde de spelregels nog eens uit. De spelers luisterden naar de mop van Gus.

timer
1:30

Slide 7 - Diapositive

Overleg met je groepje; wat is het verband bij de volgende zinnen? Aan welk woord zie je dat?
Formuleer samen een goede uitleg per voorbeeldzin in een volledige zin / zinnen.


  1. De trainer legde de spelregels nog eens uit, maar de spelers luisterden naar de mop van Gus.

timer
1:00

Slide 8 - Diapositive

Overleg met je groepje; wat is het verband bij de volgende zinnen? Aan welk woord zie je dat?
Formuleer samen een goede uitleg per voorbeeldzin in een volledige zin / zinnen.


  1. De trainer legde de spelregels nog eens uit, omdat de spelers naar de mop van Gus luisterden.

timer
1:00

Slide 9 - Diapositive

Overleg met je groepje; wat is het verband bij de volgende zinnen? Aan welk woord zie je dat?
Formuleer samen een goede uitleg per voorbeeldzin in een volledige zin / zinnen.


  1. De spelers luisterden naar de mop van Gus. Daarom legde de trainer de spelregels nog eens uit.

timer
1:00

Slide 10 - Diapositive

Antwoorden
Voorbeeld 1: Je weet niets over het verband tussen de zinnen.

Voorbeeld 2: Je weet door het woord 'maar' dat het gaat om een tegenstelling: de trainer legde de spelregels wel nog eens uit, maar de spelers luisterden naar de mop van Gus. Ze luisterden dus (nog steeds) niet naar de trainer.
Voorbeeld 3: Je weet door het woord 'omdat' dat het gaat om een reden: de trainer moest de spelregels nog eens uitleggen, omdat de spelers eerst naar de mop van Gus aan het luisteren waren in plaats van naar hem.
Voorbeeld 4: Je weet door het woord 'daarom' in de tweede zin dat het gaat om een reden: de spelers luisterden naar de mop van Gus in plaats van naar de trainer. Daarom (of: dus) moest de trainer de spelregels nog eens uitleggen.


Slide 11 - Diapositive

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Maak opdracht 4 en 5
Cursus 6 formuleren
Hoe:
In je lesboek / schrift
Je mag fluisterend overleggen.
Hulp:
Theorie uit je boek
Tijd:
15 minuten
Klaar:
Lees de theorie van §3 en schrijf deze regels in je schrift.
timer
15:00

Slide 12 - Diapositive

Huiswerk
Do 6-2:
C6 §2 
m. opdr. 4 en 5

Slide 13 - Diapositive