Diabetes Triage/bloedsuiker bepaling

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
DoktersassistenteMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Diabetes Triage/bloedsuiker bepaling
Progamma
Theorie bloedsuikerbepaling
Triage wijzer doorlopen
Pauze
Oefenen/rollenspel

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kan je het doel benoemen van de bloedsuikerbepaling.
  • Aan het einde van de les kan je benoemen welke informatie je aan de patiënt moet doorgeven bij de handeling bloedsuikerbepaling.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weten we nog?

Slide 4 - Diapositive

hypoglykemie
hyperglykemie
adviezen
symptomen
Doel van de handeling

Bloedsuikerconcentratie meten
Keuringen, diabetes mellitus aantonen/uit te sluiten, controleren

Diabetes Mellitus
Suikerziekte
Verhoogde glucose (suiker) waarden in het bloed
Verhoogde glucosewaarden  te weinig van het hormoon insuline, en/of door verminderde gevoeligheid voor insuline.
Insuline  cellen in de alvleesklier  glucose wordt in de weefsels opgenomen
Geen of te weinig insuline in het bloed aanwezig  stijging bloedglucosegehalte
Op lange termijn  schade aan het lichaam  schade aan de kleine bloedvaatjes + de grote bloedvaten

Informatie patient

Uitleg geven
Voorkeur nuchter prikken
Wanneer en van wie

Foutbronnen

Glucosemeter onjuist gecodeerd
Lichte verontreiniging op de handen
Te weinig bloed
Te hard gestuwd
Koorts, stress en alcoholinname

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leefstijladviezen bij diabetes ( en om diabetes zoveel mogelijk te voorkomen)
* Let op je gewicht, zorg dat je een veilig gewicht aanhoudt.

* Beweeg dagelijks voldoende, het is goed om per dag minimaal een half uur zodanig te bewegen, dat je hart en longen wat harder moeten werken.

 *Begin niet met roken of stop met roken.

* Houdt de bloedsuiker zo stabiel mogelijk, meet regelmatig je bloedsuikerpeil.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voeding bij diabetes
  • Regelmatig eten, door de maaltijden goed over de dag te verdelen. 
  • Het overslaan van maaltijden is niet goed. 
  • Sommige diabetes patiënten zullen nog tussenmaaltijden nodig kunnen hebben.
  • Voldoende voedingsvezels eten. Dit zit o.a. in groenten, fruit, peulvruchten, bruin brood, rauwkost.
  • Beperk de inname van suiker, vet, zout. 
  • Doe in koffie of thee geen suiker, maar zoetstoffen.
  • Drink niet veel alcohol. Alcohol verlaagt de bloedsuiker spiegel in het bloed en geeft dus een verhoogde kans op het krijgen van een hypo. 
  • Ook overgewicht en verhoogd cholesterol zijn redenen om niet veel alcohol te drinken.
  • Eet matige hoeveelheden.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BSL vingerprik filmpje
protocol doorlopen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is een gevolg van langdurige diabetes?

A
hart- en vaatziekten
B
aantasting van de zenuwen
C
beiden waar
D
geen van beiden waar

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is hypoglykemie?
A
te hoog bloedsuiker
B
te laag bloedsuiker

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een kenmerk van te hoge bloedsuiker?
A
slecht humeur of snel boos
B
vaak plassen
C
trillen
D
seksuele drift

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kind van 6 jaar is doodziek en heeft ontsteking in eilandjes van langerhans waardoor hij/zij steeds minder insuline aan maakt. Welke type diabetes is dit?
A
type 1
B
type 2
C
beide types
D
zwangerschapsdiabetes

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is diabetes?
A
te kort aan insuline
B
te veel suiker
C
verminderde gevoeligheid voor insuline
D
diabetes is besmettelijk

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat zijn insuline en glucagon?
A
hormonen
B
klieren
C
koolhydraten
D
vetten

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk orgaan maakt insuline aan?
A
alvleesklier
B
milt
C
lever
D
galblaas

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Diabetes type 1
Diabetes type 2
Nieuwe uitvinding voor kinderen met diabetes: bloedsuiker meten zonder prikken.
Kwartier bewegen per dag verlaagt risico op diabetes.
Meer mensen met diabetes door stijging van de gemiddelde leeftijd. 
Paar kilo afvallen zorgt al voor lager risico op diabetes.

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hypo
- zweten
- trillen
- duizelig zijn
- plotseling wisselend humeur (opeens boos worden bijvoorbeeld) ongeconcentreerd zijn
- hoofdpijn
- moe zijn
- hongerig zijn

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hyper
- veel plassen
- veel dorst hebben en houden
- vermoeid zijn
- plotselinge humeurigheid, snel boos worden
- misselijk zijn of overgeven
- alles voelt vervelend

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht/oefenen
  • Triagegesprek doorlopen
  • SOEP invullen 

  • Patient op spreekuur voor vingerprik glucose bepaling
  • Handeling volgens protocol uitvoeren
  • Adviezen geven
  • SOEP invullen

Trio's: Doktersassistent, Patiënt, Observator 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Maken E-learings

Vingerprik (MTH)
Diabetes (Triage)

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions