Unité 5 - grammaire II (het bijvoeglijk naamwoord - plaats)

B1A le 6 avril 2020
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

B1A le 6 avril 2020

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel: aan het einde van de les...
- herken ik Franse bijvoeglijk naamwoorden
- weet ik de verschillende vormen van bijvoeglijke naamwoorden in het Frans
- kan ik zelf in een Franse zin het bijvoeglijk naamwoord plaatsen

Slide 2 - Diapositive

Ma mère porte une robe verte
1. Wat is het bijvoeglijk naamwoord in bovenstaande zin? 
2. Waar zegt dit bijvoeglijk naamwoord iets over?
3. Leg uit waarom er niets, +e, +es, + s achter komt 
4. Wat valt je op aan de plaats van het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 3 - Diapositive

Julie a un petit frère
1. Wat is het bijvoeglijk naamwoord in bovenstaande zin? 
2. Waar zegt dit bijvoeglijk naamwoord iets over?
3. Leg uit waarom er niets, +e, +es, + s achter komt 
4. Wat valt je op aan de plaats van het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 4 - Diapositive

Unité 5 - grammaire II: het bijvoeglijk naamwoord
De plaats van het bijvoeglijk naamwoord:
1. het bijvoeglijk naamwoord komt ACHTER het zelfstandig naamwoord
BV: Ma mère porte une jupe verte 

2. Onderstaande bijvoeglijk naamwoorden komen VOOR het znw:
     Joli                                 mooi, leuk                          petit                          klein 
     grand                            groot                                    bon, bonne            goed, lekker 
     nouveau, nouvelle   nieuw                                  beau, belle             mooi
BV: Mon père a acheté un nouveau pantalon 
 


Slide 5 - Diapositive

Yannick porte toujours des pantalons (gris)

Slide 6 - Question ouverte

Sa veste est très (grand)

Slide 7 - Question ouverte

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de goede vorm + plaats in de zin

Elle mange une ______ pizza ______ (bon)

Slide 8 - Question ouverte

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de goede vorm + plaats in de zin

Marie et Sophie sont des _________ filles _________ (espagnol)

Slide 9 - Question ouverte

Maak nu: 
Faire: 
5.5 grammaire II:  16A t/m D 
Apprendre: 
apprendre 1 t/m 5 + 10

Slide 10 - Diapositive