2223 2KB Fragewörter
1 / 24
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Was bedeutet 'Fragewörter' ?
(Wat betekent 'Fragewörter' ?)
(Wat betekent 'Fragewörter' ?)
Slide 4 - Question ouverte
Welke Nederlandse
vraagwoorden ken jij?
vraagwoorden ken jij?
Slide 5 - Carte mentale
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
waar
A
wann
B
wo
C
warum
D
wer
Slide 8 - Quiz
hoe
A
wer
B
wie
C
wann
D
welche
Slide 9 - Quiz
wat
A
was
B
wann
C
warum
D
wer
Slide 10 - Quiz
Vertaal: wanneer
Slide 11 - Question ouverte
Vertaal: welke
Slide 12 - Question ouverte
Vertaal: wie
Slide 13 - Question ouverte
Vertaal: hoe
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Dorina is ...
A
12 jaar
B
15 jaar
Slide 18 - Quiz
Krefeld ligt ...
A
in de buurt van Nederland
B
niet in de buurt van Nederland
Slide 19 - Quiz
De baby heet ...
A
Ronald
B
Rudolf
Slide 20 - Quiz
De baby huilt ...
A
niet bij andere jongensnamen
B
ook bij andere jongensnamen
Slide 21 - Quiz
Schnappi vindt de moeder ...
A
een goed idee
B
geen goed idee
