Oefentoets ecologie 2

Oefentoets
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets

Slide 1 - Diapositive

A: juist / onjuist vragen

Slide 2 - Diapositive

Een regenbui is een abiotische factor.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

Populaties maken deel uit van een ecosysteem.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

Afvaleters behoren tot de reducenten.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Bij landdieren worden meer soorten met een gestroomlijnde lichaamsvorm aangetroffen dan bij waterdieren.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Bij vissen zijn de schubben van de huid bedekt met een laag slijm om de weerstand in het water zo klein mogelijk te maken.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel groter.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Voorjaarsbloeiers in een loofbos zijn meestal schaduwplanten.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Zonplanten hebben weinig licht nodig
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Een paardenbloem behoort tot de consumenten.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

De egel uit afbeelding 1 is een zoolganger.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Een roodborstje bouwt een nest in een boom. Voor een roodborstje is nestgelegenheid een biotische factor.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

B: Meerkeuzevragen

Slide 14 - Diapositive

1.Kunnen de eieren van een forel zich bij 20 C ontwikkelen ontwikkelen?
2. Kunnen eieren van een kikker bij 20 graden ontwikkelen?
A
forel wel kikker niet
B
forel niet kikker wel
C
forel en kikker kunnen beide bij 20 graden eieren ontwikkelen

Slide 15 - Quiz

1. In een ecosysteem wordt de populatie nooit groter
2. De populatiegrootte schommelt meestal rond het biologisch evenwicht
A
1= waar 2=niet waar
B
1 = waar 2=waar
C
1=niet waar 2=waar
D
1=waar 2=niet waar

Slide 16 - Quiz

Hoe noem je een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten?




Hoe noem je een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten?





Hoe noem je een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten?



Hoe noem je een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten?





Hoe noem je een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten?







A
Biotoop
B
Ecosysteem
C
Levensgemeenschap
D
Populatie

Slide 17 - Quiz

wat is de optimumtemperatuur voor de ontwikkeling van de eieren vn de forel en van de kikker?
A
forel= 5 C Kikker= 22 C
B
kikker= 22 C Forel= 5 C
C
forel en kikker 5 C
D
Forel en kikker 20 C

Slide 18 - Quiz

Hoe heet de relatie tussen 1 organisme en zijn omgeving ?
A
Niveau op individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 19 - Quiz

Hoe heet een groep individuen van 1 soort ?
A
Niveau op individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 20 - Quiz

Hoe heet de relatie tussen populaties van verschillende soorten ?
A
Niveau op individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 21 - Quiz

Temperatuur
A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 22 - Quiz

Soortgenoten
A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 23 - Quiz

Wind
A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 24 - Quiz

Welke vogel heeft deze poot
A
roofvogel
B
zangvogel
C
steltloper
D
loopvogel

Slide 25 - Quiz

Welke vogel heeft deze aanpassing aan zijn poten?
A
steltloper
B
zangvogel
C
loopvogel

Slide 26 - Quiz

Hoe heet deze snavel en wat eet deze vogel?
A
priemsnavel, vogel eet bodemdiertjes
B
priemsnavel, vogel eet insecten
C
kegelsnavel, vogel eet zaden

Slide 27 - Quiz

Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel

Slide 28 - Quiz

Schaduwplanten hebben:
A
dikke bladeren
B
bladeren met een waslaag
C
dunne bladeren

Slide 29 - Quiz

In een vochtig milieu hebben planten
A
grote bladeren, klein wortelstelsel
B
kleine dikke bladeren, een groot wortelstelsel

Slide 30 - Quiz

Hoe gebruikt deze vogel zijn snavel tijdens het eten?
A
Hij verscheurt zijn prooi met deze snavel
B
hij kraakt met zijn snavel de noten
C
hij prikt met deze snavel in de bodem op zoek naar bodemdiertjes
D
Hij zeeft met zijn snavel diertjes uit het water

Slide 31 - Quiz

Welk dier kan het beste in de sneeuw lopen?
A
hoefganger/topganger
B
Zoolganger
C
Teenganger

Slide 32 - Quiz


Sloot
In een sloot komen de volgende soorten organismen voor:
    1) alg;               4) stekelbaars;
    2) baars;          5) watervlo.
    3) snoek;
   
Welke reeks kan een voedselketen van deze soorten weergeven?
   

A
1 – 2 – 4 – 5 – 3
B
1 – 5 – 4 – 2 – 3
C
5 – 1 – 3 – 4 – 2
D
5 – 4 – 2 – 3 – 1

Slide 33 - Quiz

Is een geit een hoefganger, teenganger of een topganger?
A
Hoefganger
B
Teenganger
C
zoolganger

Slide 34 - Quiz

Een olifant hoort bij......
A
zoolgangers
B
topgangers
C
teengangers

Slide 35 - Quiz

C: Andere typen vragen

Slide 36 - Diapositive

individu
populatie
ecosysteem
LEVENSGEMEENSCHAP
BIOTOOP

Slide 37 - Question de remorquage

a-biotische
factor
Biotische factor

Slide 38 - Question de remorquage

Biotische factoren
Abiotische factoren
Sleep de woorden naar de juiste plek
licht
gras
soortgenoten
regen
konijnen
schimmels
Temperatuur
wind

Slide 39 - Question de remorquage

Vul in het schema van het voedselweb de volgende organismen op de juiste plaats in (zie afbeelding). 
bladluis 
buizerd 
konijn 
lieveheersbeestje 
merel 
planten 

Slide 40 - Question de remorquage

In een vijver leven onder andere algen, stekelbaarsjes, waterkevers, waterplanten en watervlooien.

Deze organismen behoren 
tot dezelfde populatie.

Deze organismen behoren 
tot dezelfde levensgemeenschap.
niet
wel
niet
wel

Slide 41 - Question de remorquage

kegelsnavel
zeefsnavel
priemsnavel
pincetsnavel
haaksnavel

Slide 42 - Question de remorquage

Zoolganger
Topganger
Teenganger
Loopt op de gehele voetzool
Loopt op de tenen.
Loopt op de top van de tenen.
tenen en nagels zijn vergroeid tot hoef.

Slide 43 - Question de remorquage

Droog
Vochtig
Welke plant hoort in welk millieu?

Slide 44 - Question de remorquage